Voltooid deelwoord Samenvattingen, Aantekeningen en Examens

Samenvatting bevat onderdelen van spelling en formuleren die vanaf havo 1 t/m havo 5 behandeld worden. Van werkwoordsvormen (denk aan het voltooid deelwoord) tot aan beknopte bijzinnen. Samenvatting is nuttig voor toetsen spelling in de onderbouw van havo, maar ook voor het Nederlands examen schrijven in havo 4/5 en het Nederlands examen lezen (het centraal examen) in havo 5. D.m.v. deze samenvatting heb ik het CE afgerond met een 8.

Voltooid deelwoord (Hogeschool taaltoets Nederlands)

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord (Hogeschool taaltoets Nederlands)

Onvoltooid deelwoord (Hogeschool taaltoets Nederlands)

woordsoorten: ZN, BN, WW, telwoord, voornaamwoord, lidwoord, bijwoord, voorzetsel, voegwoord spelling: werkwoorden, TT, VT, voltooid deelwoord, gebiedende wijs, hulpwerkwoorden, stam, ...

Dit is de samenvatting voor het van Nederlands in jaar 1 van de opleiding IVK. Dit is een voorwaardelijk vak om door te mogen naar jaar 2. Zorg dat je je goed voorbereid voor je tentamen met een uitgebreide samenvatting.

In deze samenvatting wordt stap voor stap uitgelegd hoe Duitse grammatica werkt. Allereerst komen de naamvallen aan bod. Daarna worden er de volgende werkwoordgroepen besproken: haben, sein, werden, regelmatige en onregelmatige werkwoorden en de Modalverben. Per werkwoordgroep worden de tegenwoordige tijd, verleden tijd, het voltooid deelwoord en de gebiedende wijs behandeld.

koesteren - answer-liefhebben aanvankelijk - answer-in het begin verenigen - answer-Bij elkaar brengen. de illusie - answer-Een mooi idee wat niet blijkt te kloppen. nuttig - answer-Waar je iets aan hebt, je kunt het goed gebruiken. per direct - answer-Onmiddelijk / Heel snel uiteraard - answer-Natuurlijk / Wat iedereen zo begrijpt de woordspeling - answer-Een grapje met woorden. hartverscheurend - answer-Zo erg of droevig dat je er ontzettend verdrietig van wordt. een...

Nederlandse-Taalkunde-samenvatting . HET ZELFSTANDIG NAAMWOORD – ZN. - eigennamen: noemen een entiteit (persoonsnamen, namen van talen, namen van politieke bewegingen) bijvoorbeeld: Cabernet Sauvignon - soortnamen: noemen de klasse waartoe een entiteit behoort bijvoorbeeld: wijn 2 HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD – BN. gebruik van een bn.: - atrributief: bij een zn. de lekkere wijn - predicatief: bij een koppelwerkwoord de wijn is lekker - adverbiaal: als satelliet ( niet bij zn. of koppe...

duidelijke uitleg voor passé composé frans, 2e havo, uitwerking lesaantekeningen