Persoonlijk voornaamwoord Samenvattingen, Aantekeningen en Examens

Persoonlijk voornaamwoord (Hogeschool taaltoets Nederlands)

Samenvatting Duits grammatica leerjaar 3 + 4. In het document staat alles grammatica van leerjaar 3 en 4 bij elkaar. Zo staat in het document: Naamvallen/persoonlijk voornaamwoord, het lidwoord (der-Gruppe), het bezittelijk voornaamwoord (ein-Gruppe), Präpositionen (voorzetsels), keuzevoorzetsels, het geslacht van zelfstandig naamwoorden, de werkwoorden sein, haben, werden, zwakke werkwoorden, het wederkerend voornaamwoord en de werkwoorden können, dürfen, mögen, möchten, müssen, solle...

Redekundig ontleden, Onderwerp, Loos onderwerp, Plaats onderwerp, Werkwoordelijk Gezegde, Naamwoordelijk gezegde, Lijdend Voorwerp, Meewerkend Voorwerp, Voorzetselvoorwerp, Bijwoordelijke bepaling, Woordsoorten, Zelfstandig Naamwoord, Bijvoeglijk Naamwoord, Telwoord, Zelfstandig Werkwoord, Koppelwerkwoord, Hulpwerkwoord Voltooide Tijd, Hulpwerkwoord Toekomende Tijd, Hulpwerkwoord Lijdende Vorm, Lidwoord, Persoonlijk Voornaamwoord, Bezittelijk Voornaamwoord, Betrekkelijk Voornaamwoord, Aanwijze...

Dit document bevat een overzicht van alle belangrijkste voornaamwoorden rijtjes in het latijn; het zelfstandig naamwoord, aanwijzend voornaamwoord, verwijzend voornaamwoord, bepalend voornaamwoord, bijvoeglijk naamwoord, bijwoord, persoonlijk voornaamwoord, onbepaald voornaamwoord, vragend voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord.

samenvatting van persoonlijk voornaamwoord, vraagwoorden en de werkwoorden haben en sie. Uitleg over wanneer je du of Sie gebruikt

Bevat: - Zelfstandig naamwoord (concreet- en abstract naamwoord) - Lidwoorden (onbepaald- en bepaald lidwoord) - Werkwoorden (HWW, ZWW, KWW) - Bijvoeglijk naamwoord (stoffelijk bijvoeglijk naamwoord, trappen van vergelijking) - Voorzetsels - Voornaamwoord (persoonlijk-, bezittelijk-, aanwijzend-, onbepaald voornaamwoord) - Telwoorden (hoofd-, rang telwoord) - Voegwoorden (nevenschikkende-, onderschikkende voegwoorden) - Bijwoord

Samenvatting van Duits grammatica. Wat er in staat: Naamvallen gebruiken Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord Persoonlijk voornaamwoord Blijven met heel werkwoord Gaan met heel werkwoord Komen met heel werkwoord Zitten te, lopen te, staan te met heel werkwoord Toekomst met werden Konjuntionen und Adverben Komasetzung Anweundung verschiedene Präpositionen Modale werkwoorden Vraagwoorden Woordvolgorde

kleine samenvatting van woordsoorten, zn, bvn, hww, znw, vz, pvnw, bvnw, werkwoordstijden, ovt, ott, vtt, ttv, voltooiddeelwoord. 1e klas havo

frans grammatica persoonlijk voornaamwoord, zinsopbouw en werkwoorden