CT, CT-parameters en
CT- contrastmiddelen
Hogeschool
Inholland
MBRT
JAAR 2
Periode 6
,CT Thorax
Instellingen:
o Head first, supine.
o Opname wordt gemaakt in inspiratie.
o Bij patiënt met mogelijke pneumothorax doe je hogere pitch omdat:
De scan dan minder zal overlappen. Dit is makkelijker voor de patiënt (met
de pneumothorax = klaplong) om zijn adem in te houden omdat de scan
sneller klaar is. Het minder samples zijn, dus helaas een mindere resolutie.
Wanneer inspiratie niet kan dan gewone adem maar dan stabiel proberen.
Instellingen computer:
WW (breedte grijswaarde) / WL (midden van grijswaarde)
Weke delen:
(smooth/lage kernel)
Bot:
(sharp/hoge kernel)
Long:
1400 / -700
(sharp/hoge kernel)
Herken dit op de beelden, belangrijk voor de toets.
, Anatomie CT-Thorax:
1: Aorta Ascendens
2: Vena Cava Superior
3: Arteria Pulmonalis Sinistra
5: Musculus
6: Costa
7: Sternum (manubrium)
8: Hepar
9: Scapula
10: Aorta Descendens
11: Cor
7
7
6
8 11
10
9