,Inhoudsopgave
Diagnostiek in de fysiotherapie.............................................................................................................3
Hoofdstuk 7 – diagnose en indicatiestelling...........................................................................................3
Hoofdstuk 10 – verslaglegging en correspondentie...............................................................................5
Hulpmiddelenkompas – loophulpmiddelen...........................................................................................6
Loophulpmiddelen.................................................................................................................................6
Gangpatronen........................................................................................................................................7
Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training..................................................................................8
Hoofdstuk 11..........................................................................................................................................8
Kunstgewrichten: de heup...................................................................................................................11
Hoofdstuk 3 – Totale heupoperatie......................................................................................................11
Hoofdstuk 7 – pijn en doorzakgevoelens na eerdere totale heupoperatie...........................................14
Kunstgewrichten: knie en enkel..........................................................................................................15
Hoofdstuk 1 – inleiding: de knieprothese.............................................................................................15
Hoofdstuk 3 – de knieprotheseoperatie...............................................................................................17
Hoofdstuk 5 – mediale knieartrose......................................................................................................18
Bijlage 3...............................................................................................................................................19
Orthopedie..........................................................................................................................................21
Hoofstuk 28.2.6 – chirurgische therapie..............................................................................................21
Hoofdstuk 27.10 – totale heupvervanging...........................................................................................23
Hoofdstuk 27.11 – problemen met heupprothesen..............................................................................24
The first 20 weeks after joint replacement surgery..............................................................................25
Vorm en bewegen...............................................................................................................................26
Hoofdstuk 8 – stand en beweging........................................................................................................26
KNGF Evidence Statement: Revalidatie na voorste-kruisbandreconstructie........................................28
Inleiding...............................................................................................................................................28
Diagnostisch proces.............................................................................................................................28
Therapeutisch proces...........................................................................................................................28
KNGF-richtlijn: Artrose heup-knie........................................................................................................32
Inleiding...............................................................................................................................................32
Onderzoek............................................................................................................................................36
Therapeutisch proces...........................................................................................................................40
KNGF-richtlijn: Dossiervoering.............................................................................................................42
KNGF-richtlijn: Meniscectomie............................................................................................................43
Inleiding...............................................................................................................................................43
Verwijzing vs DTF.................................................................................................................................44
Diagnostisch proces.............................................................................................................................45
Therapeutisch proces...........................................................................................................................45
2
, Diagnostiek in de fysiotherapie
Hoofdstuk 7 – diagnose en indicatiestelling
Aan het einde van het onderzoek geeft de fysiotherapeut de belangrijkste bevindingen weer.
Samen met de hulpvraag en de interpretatie van de fysiotherapeut komt er een duidelijk beeld
naar voren over het gezondheidsprobleem. Hiermee wordt een diagnose en indicatie gesteld.
Diagnose is een onderscheid, onderscheiding, uitspraak, oordeel of schatting. Een medische
diagnose is een vaststelling van de aard van een toestand of aandoening. Het is ook de naam
van een bij een patiënt geconstateerde aandoening. Bij huisartsen wordt diagnose als volgt
toegelicht: ‘Benoemen is in wezen hetzelfde als het stellen van een diagnose. Het gaat daarbij
om vragen als: wat is een ziekte, wat is een gezondheidsprobleem, wat is afwijkend en wat is
een probleem dat geen geneeskundig handelen vraagt?’
Er zijn verschillende typen diagnosen:
- Pathologiediagnose
o Dit type diagnose berust op een afwijkende anatomische structuur of vorm, of
op een afwijkende functie of werking van weefsels
- Symptoomdiagnose
o In deze diagnose worden symptomen of verschijnselen benoemd, waarbij (nog)
geen pathologische oorzaak kan worden aangegeven
- Nosologische of syndroomdiagnose
o Etiologie is onbekend en kenmerkend pathologisch-anatomische of
pathofysiologische substraten zijn niet aanwezig.
- ‘Erkende’ diagnose
o Betrokkenen weten wat er bedoeld wordt met deze diagnose
- Fysiotherapeutische diagnose
o Beroepsspecifiek oordeel van de fysiotherapeut over het gezondheidsprofiel van
een patiënt.
o Gegevens die hier deel van uitmaken zijn:
Leeftijd en contactreden van de patiënt
Het gezondheidsprobleem van de patiënt qua aard, beloop en prognose
Onderliggend medische factoren, inclusief
ziekten/aandoeningen/syndromen en operaties
Onderliggende externe en persoonlijke factoren, inclusief psychische en
fysieke belasting
Indicatie betekent aanwijzing of aanduiding. Het stellen van een indicatie is het ‘bepalen of er
een aanwijzing of grond is voor een behandeling’. Volgens de Raad voor de Volksgezondheid
en Zorg (RVZ) is indicatiestelling ‘de vaststelling door een beroepsbeoefenaar welk soort hulp
nodig is en of diens discipline, deskundigheidsniveau of outillage geëigend is voor de
hulpvraag’.
Het hanteren van een diagnose heeft een aantal voordelen:
- Er wordt kort en herkenbaar een uitspraak gedaan over oorzaak, ontstaanswijze of
verschijnselen, behorend bij een gezondheidsprobleem van een patiënt.
- Het dient als communicatiemiddel tussen beroepsgenoten
- Het is een uitgangspunt bij onderzoek
3