HOOFDSTUK 5 -
ORGAANSTELSELS
Gregoire, Anatomie en fysiologie: studieboek en naslagwerk voor
gezondheidszorg en sport
Een orgaanstelsel is opgebouwd uit organen en vervullen een of meerdere
afzonderlijk te beschouwen taken in het organisme.
Op grond van de functies van de orgaanstelsels spreken we van
functiesystemen.
5.1 - ORGAANSTELSELS EN HUN FUNCTIES
Tot het inwendige milieu behoren het weefselvocht/interstitiële vloeistof
rondom de weefselcellen, bloed en lymfe.
Elk organisme streeft er altijd naar de samenstelling van het inwendig milieu
constant te houden of zo snel mogelijk te maken. Dit is homeostase.
5.1.1 - TRANSPORT
Om alle stofwisselingsprocessen goed te kunnen uitvoeren moet elke cel
omgeven zijn door een waterige omgeving.
HOOFDSTUK 5 - ORGAANSTELSELS 1
, Lichaamscellen kunnen alleen goed functioneren als hun interstitiële vloeistof
tijdig ververst wordt. Dit gebeurt door bloed in het circulatiestelsel.
Circulatiestelsel bestaat uit
Bloedvatenstelsel
Lymfevatenstelsel
Afweersysteem
5.1.2 - VOEDSELVOORZIENING
Het circulatiestelsel staat in contact met een systeem dat voedingsstoffen uit
het uitwendige milieu opneemt en geschikt maakt voor de overgang in het
bloed: het spijsverteringsstelsel.
Spijsverteringsstelsel bestaat uit
Spijsverteringskanaal
Spijsverteringsklieren
Spijsverteringsorganen
5.1.3 - UITSCHEIDING
Het circulatiestelsel staat in contact met de ‘zuiveringsfilters’ in de nieren. De
nieren zijn de essentiële delen van het urinewegstelsel. Dit stelsel voert veel
afvalstoffen opgelost in water af naar het uitwendig milieu.
5.1.4 - GASWISSELING
Vanwege de meeste energie in ons lichaam worden geleverd door
celademhaling/aerobe dissimilatie van energierijke stoffen in de cel.
Het ademhalingsstelsel maakt de gaswisseling tussen uitwendige en inwendige
milieu mogelijk.
Ademhalingsstelsel bestaat uit
Luchtwegen
Longen
HOOFDSTUK 5 - ORGAANSTELSELS 2
ORGAANSTELSELS
Gregoire, Anatomie en fysiologie: studieboek en naslagwerk voor
gezondheidszorg en sport
Een orgaanstelsel is opgebouwd uit organen en vervullen een of meerdere
afzonderlijk te beschouwen taken in het organisme.
Op grond van de functies van de orgaanstelsels spreken we van
functiesystemen.
5.1 - ORGAANSTELSELS EN HUN FUNCTIES
Tot het inwendige milieu behoren het weefselvocht/interstitiële vloeistof
rondom de weefselcellen, bloed en lymfe.
Elk organisme streeft er altijd naar de samenstelling van het inwendig milieu
constant te houden of zo snel mogelijk te maken. Dit is homeostase.
5.1.1 - TRANSPORT
Om alle stofwisselingsprocessen goed te kunnen uitvoeren moet elke cel
omgeven zijn door een waterige omgeving.
HOOFDSTUK 5 - ORGAANSTELSELS 1
, Lichaamscellen kunnen alleen goed functioneren als hun interstitiële vloeistof
tijdig ververst wordt. Dit gebeurt door bloed in het circulatiestelsel.
Circulatiestelsel bestaat uit
Bloedvatenstelsel
Lymfevatenstelsel
Afweersysteem
5.1.2 - VOEDSELVOORZIENING
Het circulatiestelsel staat in contact met een systeem dat voedingsstoffen uit
het uitwendige milieu opneemt en geschikt maakt voor de overgang in het
bloed: het spijsverteringsstelsel.
Spijsverteringsstelsel bestaat uit
Spijsverteringskanaal
Spijsverteringsklieren
Spijsverteringsorganen
5.1.3 - UITSCHEIDING
Het circulatiestelsel staat in contact met de ‘zuiveringsfilters’ in de nieren. De
nieren zijn de essentiële delen van het urinewegstelsel. Dit stelsel voert veel
afvalstoffen opgelost in water af naar het uitwendig milieu.
5.1.4 - GASWISSELING
Vanwege de meeste energie in ons lichaam worden geleverd door
celademhaling/aerobe dissimilatie van energierijke stoffen in de cel.
Het ademhalingsstelsel maakt de gaswisseling tussen uitwendige en inwendige
milieu mogelijk.
Ademhalingsstelsel bestaat uit
Luchtwegen
Longen
HOOFDSTUK 5 - ORGAANSTELSELS 2