Inkomstenbelasting
Belastingplichtigen
Art 2.1 IB (Subjectieven belastingplicht)
Art 2.10 IB (Tarief BOX 1)
Art 2.12 IB (Tarief BOX 2)
Art 2.13 IB (Tarief BOX 3)
Art 2.15 IB (Bezittingen/schulden kinderen)
Art 2.17 IB (Vrije verdeling tussen fiscaal partners)
, Heffingsgrondslag bij werk en woning
Art 3.4 IB (Defenitie ondernemer)
Art 3.5 IB (Zelfstandig beroep gelijkgesteld met onderneming)
Art 3.6 IB (Urencriterium)
Art 3.14 IB (Niet aftrekbare kosten)
Art 3.15 IB (Algemene beperkt aftrekbare kosten)
Art 3.16 IB (Van aftrek uitgesloten kosten)
Art 3.17 IB (Beperkt aftrekbare kosten tbv belastingplichtige)
Art 3.19 IB (Privé gebruik woning)
Art 3.20 IB (Privé gebruik auto)
Art 3.30 IB (Fiscale afschrijvingen op bedrijfsmiddelen)
- Art 3.30a IB
Art 3.40 IB (Investeringsaftrek)
Art 3.41 IB (Kleinschaligheids investerings aftrek)
Art 3.42 IB (Energie-investeringsaftrek)
- Art 3.42 IB (Milieu-investeringsaftrek)
Art 3.45 IB (Uitgesloten van Investerings aftrek)
Art 3.47 IB (Desinvesteringsbijtelling)
Art 3.53 IB (Fiscale reserves)
Art 3.54 IB (Her investerings reserve)
Art 3.74 IB (Ondernemers aftrek)
Art 3.76 IB (Zelfstandigen aftrek en Startersaftrek)
Art 3.77 IB (Aftrek speur- en ontwikkelwerk)
Art 3.78 IB (Meewerkaftrek)
Art 3.79a IB MKB-winstvrijstelling)