, 1.1 Functies en grondbeginselen van belastingen
1.1.1 Waarom betaal je belasting?
Bijna dagelijks kom je in aanraking met belastingen. Er zijn diverse redenen
waarom wij belasting betalen en zij hebben ieder weer verschillende functies.
De budgettaire functie draagt bij aan de taken van de overheid. Denk hierbij
aan zorg voor defensie, de politie, de gezondheidszorg, het onderwijs, de
nanciële bijstand en de bouw en het onderhoud van wegen en dijken. Bij de
instrumentele functie gaat het om het he en van belastingen op producten
en diensten, waardoor het product duurder wordt voor de consument.
Hiermee kan de overheid invloed uitoefenen op het gedrag van de
consument. En als laatste kan de verdelingsfunctie worden ingezet om
inkomensverschillen te beperken. De overheid kiest ervoor om belasting te
innen bij personen met een hoger inkomen. Het ingenomen geld kan worden
verstrekt aan personen die ( nanciële)ondersteuning nodig hebben. Het
verminderen van de inkomensverschillen noemen we ook wel nivelleren.
1.1.2 Waarom vinden we het normaal om belasting te betalen?
In Nederland vinden wij het maar normaal dat er belasting afgedragen wordt.
Dit komt door de duidelijke functies van de belastingen die wij als burger
betalen. De basis van het Nederlandse belastingstelsel is dan ook dat het
eerlijk, e ciënt, e ectief en eenvoudig is. De volgende beginselen liggen
hieraan ten grondslag. Belasting wordt geheven naar rato van de
draagkracht van de personen, dit is het draagkrachtbeginsel. Dit houdt in
dat iemand met een laag inkomen niet zo zwaar wordt belast met
belastingen. Bij het pro jtbeginsel wordt er belasting geheven naarmate de
persoon voordeel heeft van door de overheid bekostigde voorzieningen.
Denk hierbij aan het gebruik van de Nederlandse wegen en het wonen in een
schone wijk. Bij het eenvoudsbeginsel gaat het erom dat het afdragen van
belasting niet lastig moet zijn en het geen extra kosten met zich meebrengt.
1.2 Het Nederlandse rechtsstelsel
Het Nederlandse recht bestaat uit regels die afdwingbaar zijn op basis van
de wet en algemeen maatschappelijk aanvaarde normen. Het Nederlandse
recht kent vier zogenoemde rechtsbronnen: wetten en lagere regelgeving,
verdragen, jurisprudentie (uitspraken van rechters) en gewoonterecht.
fi ffi ff fi fi ff
, Het Nederlandse rechtsstelsel wordt onderverdeeld in publiekrecht en
privaatrecht. Het publiekrecht geeft regels die gaan over de verhouding
tussen de overheid en de burger. Het publiekrecht kenmerkt zich door regels
van dwingend recht. Dit houdt in dat er niet mag worden afgeweken van
deze regels. Het belastingrecht is onderdeel van het publiekrecht. Het
privaatrecht heeft betrekking op de regels tussen burgers onderling. Het
privaatrecht geeft regels van regelend recht. Hiervan mag wel afgeweken
worden.
Het belastingrecht valt onder het publiekrecht. Van belasting mag namelijk
niet afgeweken worden. Het belastingrecht kan opgedeeld worden in
materieel en formeel belastingrecht. Het materiële belastingrecht bestaat
uit de regels die bepalen hoeveel belasting iemand is verschuldigd. De
bekendste he ngswetten zijn de inkomstenbelasting, de
vennootschapsbelasting en de omzetbelasting. Het formele belastingrecht
bevat de regelgeving waaraan de belastingdienst en de belastingplichtige
zich moet houden bij het he en van belasting. De belangrijkste regels van
het formele belastingrecht zijn vastgesteld in de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) en de Algemene Wet inzake rijksbelastingen (AWR).
1.3 Soorten belastingen en opbrengsten/uitgaven
In Nederland zijn er verschillende soorten belastingen.
Inkomstenbelasting: over het inkomen van elke inwoner van Nederland
wordt inkomstenbelasting geheven.
Loonbelasting: werkgevers en uitkeringsinstanties zijn verplicht om op
het loon van werknemers maandelijks loonbelasting in te houden zodat
belastingplichtigen niet op het einde van het jaar ineens met een hoge
belastingclaim worden geconfronteerd.
Vennootschapsbelasting: over het inkomen van alle rechtspersonen in
Nederland wordt vennootschapsbelasting geheven.
Omzetbelasting: over de consumptie van goederen en diensten wordt
omzetbelasting (ook wel btw genoemd) geheven.
Schen-/erfbelasting: als je geld of andere zaken ontvangt die onder het
schenk- dan wel erfrecht vallen, wordt deze belasting geheven.
Dividendbelasting: over de opbrengsten van aandelen van in Nederland
gevestigde vennootschappen wordt 15% dividendbelasting geheven.
Kansspelbelasting: deze belasting wordt geheven over prijzen uit de
kansspelen.
Overdrachtsbelasting: bij het overdragen van onroerende zaken is een
bedrag aan overdrachtsbelasting verschuldigd.
Motorrijtuigenbelasting: iedereen die in het bezit is van een motorrijtuig
moet daarover belasting betalen.
ffi ff
1.1.1 Waarom betaal je belasting?
Bijna dagelijks kom je in aanraking met belastingen. Er zijn diverse redenen
waarom wij belasting betalen en zij hebben ieder weer verschillende functies.
De budgettaire functie draagt bij aan de taken van de overheid. Denk hierbij
aan zorg voor defensie, de politie, de gezondheidszorg, het onderwijs, de
nanciële bijstand en de bouw en het onderhoud van wegen en dijken. Bij de
instrumentele functie gaat het om het he en van belastingen op producten
en diensten, waardoor het product duurder wordt voor de consument.
Hiermee kan de overheid invloed uitoefenen op het gedrag van de
consument. En als laatste kan de verdelingsfunctie worden ingezet om
inkomensverschillen te beperken. De overheid kiest ervoor om belasting te
innen bij personen met een hoger inkomen. Het ingenomen geld kan worden
verstrekt aan personen die ( nanciële)ondersteuning nodig hebben. Het
verminderen van de inkomensverschillen noemen we ook wel nivelleren.
1.1.2 Waarom vinden we het normaal om belasting te betalen?
In Nederland vinden wij het maar normaal dat er belasting afgedragen wordt.
Dit komt door de duidelijke functies van de belastingen die wij als burger
betalen. De basis van het Nederlandse belastingstelsel is dan ook dat het
eerlijk, e ciënt, e ectief en eenvoudig is. De volgende beginselen liggen
hieraan ten grondslag. Belasting wordt geheven naar rato van de
draagkracht van de personen, dit is het draagkrachtbeginsel. Dit houdt in
dat iemand met een laag inkomen niet zo zwaar wordt belast met
belastingen. Bij het pro jtbeginsel wordt er belasting geheven naarmate de
persoon voordeel heeft van door de overheid bekostigde voorzieningen.
Denk hierbij aan het gebruik van de Nederlandse wegen en het wonen in een
schone wijk. Bij het eenvoudsbeginsel gaat het erom dat het afdragen van
belasting niet lastig moet zijn en het geen extra kosten met zich meebrengt.
1.2 Het Nederlandse rechtsstelsel
Het Nederlandse recht bestaat uit regels die afdwingbaar zijn op basis van
de wet en algemeen maatschappelijk aanvaarde normen. Het Nederlandse
recht kent vier zogenoemde rechtsbronnen: wetten en lagere regelgeving,
verdragen, jurisprudentie (uitspraken van rechters) en gewoonterecht.
fi ffi ff fi fi ff
, Het Nederlandse rechtsstelsel wordt onderverdeeld in publiekrecht en
privaatrecht. Het publiekrecht geeft regels die gaan over de verhouding
tussen de overheid en de burger. Het publiekrecht kenmerkt zich door regels
van dwingend recht. Dit houdt in dat er niet mag worden afgeweken van
deze regels. Het belastingrecht is onderdeel van het publiekrecht. Het
privaatrecht heeft betrekking op de regels tussen burgers onderling. Het
privaatrecht geeft regels van regelend recht. Hiervan mag wel afgeweken
worden.
Het belastingrecht valt onder het publiekrecht. Van belasting mag namelijk
niet afgeweken worden. Het belastingrecht kan opgedeeld worden in
materieel en formeel belastingrecht. Het materiële belastingrecht bestaat
uit de regels die bepalen hoeveel belasting iemand is verschuldigd. De
bekendste he ngswetten zijn de inkomstenbelasting, de
vennootschapsbelasting en de omzetbelasting. Het formele belastingrecht
bevat de regelgeving waaraan de belastingdienst en de belastingplichtige
zich moet houden bij het he en van belasting. De belangrijkste regels van
het formele belastingrecht zijn vastgesteld in de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) en de Algemene Wet inzake rijksbelastingen (AWR).
1.3 Soorten belastingen en opbrengsten/uitgaven
In Nederland zijn er verschillende soorten belastingen.
Inkomstenbelasting: over het inkomen van elke inwoner van Nederland
wordt inkomstenbelasting geheven.
Loonbelasting: werkgevers en uitkeringsinstanties zijn verplicht om op
het loon van werknemers maandelijks loonbelasting in te houden zodat
belastingplichtigen niet op het einde van het jaar ineens met een hoge
belastingclaim worden geconfronteerd.
Vennootschapsbelasting: over het inkomen van alle rechtspersonen in
Nederland wordt vennootschapsbelasting geheven.
Omzetbelasting: over de consumptie van goederen en diensten wordt
omzetbelasting (ook wel btw genoemd) geheven.
Schen-/erfbelasting: als je geld of andere zaken ontvangt die onder het
schenk- dan wel erfrecht vallen, wordt deze belasting geheven.
Dividendbelasting: over de opbrengsten van aandelen van in Nederland
gevestigde vennootschappen wordt 15% dividendbelasting geheven.
Kansspelbelasting: deze belasting wordt geheven over prijzen uit de
kansspelen.
Overdrachtsbelasting: bij het overdragen van onroerende zaken is een
bedrag aan overdrachtsbelasting verschuldigd.
Motorrijtuigenbelasting: iedereen die in het bezit is van een motorrijtuig
moet daarover belasting betalen.
ffi ff
