Hoofdstuk 4 Spierstelsel (4.1, 4.2 en 4.5) en prins 3.9.3 Bewegingstermen
- flexie vs extensie (sagittale vlak om frontale-as)
Soorten spierweefsel elleboog, rug, vingers, tenen
-dwarsgestreept (willekeurig): skeletspieren animale - anteflex vs retroflex schouder, heup
zenuwstelsel - dorsaalflexie vs palmairflexie (h-l) hand in polsgewricht
- dwarsgestreept vertakt (onwillekeurig): hartspier - dorsaalflexie vs plantaiflexie (h-l) voet in enkelgewricht
- glad (onwillekeurig): wanden inwendige organen - lateroflexie (frontale vlak om sagittale as l-r) rug, nek
autonomie zenuwstelsel - abductie (in frontale vlak, vh lichaam af,om sagittaleas)
opzij bewegen gestrekte arm
Skeletspieren ca 200 gepaarde en enkele ongepaarde - adductie (in frontale vlak, naar het lichaam toe, om
spieren sagittale as) tegenovergestelde abductie
-verzorgen bewegingen skelet en houding lichaam - ulnaire abductie vs radiaalabductie beweging vingers
- handhaven lichaamstemperatuur naar ulna of radius (duim)
- vormen begrenzing en bieden ondersteuning aan weke - endorotatie (in transversale vlak om longitudinale as)
delen lichaam bv buikspieren lichaamsdeel draait om as,naar binnen draaien arm
- openen en sluiten lichaamsholten - exorotatie naar buiten draaien arm
- pronatie draaiing in onderarm, handpalm naar achter
Hechting spieren - supinatie tegenovergestelde pronatie
- aan gewricht of botweefsel 2 kanten - inversie gecombineerde beweging in enkelgewricht,
- onderhuids bindweefsel (gezicht) voetzool meer naar mediaal (binnen)
- aan 1 kant bot spieren die oogbol bewegingen - eversie voetzool meer naar lateraal (buiten)
verzorgen - circumductie samengestelde beweging, ronddraaien
Extremiteiten
Bursa: slijmbeurs, loopt tussen pees en bot - oppositie combinatie van verschillende bewegingen,
Pees: tendo, vormt verbinding tussen spier en bot, sterker plaatsen duim tegenover vingers
dan spier, kan niet samentrekken - repositie combinatie van verschillende bewegingen,
- peesschede = bindweefselklier Terugplaatsen duim naast vingers
rondom pees (straf bindw.)
- bindweefselmembraan= tussen pees Bewegingstermen schouderblad of schoudergordel
en schede (bevat bloedvaatjes voor - protractie schouderbladen van elkaar af bewegen
bloedvoorziening pees) (ventraal van wervelkolom af)
- retractie schouderbladen naar elkaar toe (dorsaal)
Bloedvoorziening spieren: aanvoer O2 - elevatie omhoog trekken schouders (craniaal)
en voedingsstoffen via aorta - depressie omlaag halen schouders (caudaal)
arteriën arterietakken - medioratatie punt schouderblad beweegt mediaal
capillairen(haarvaten) uitwisseling O2/CO2 voeding (ellebogen in zij plaatsen)
+afvalstoffen kleine venen hart - laterorotatie punt schouderblad beweegt lateraal
(armen in de lucht)
Zenuwvoorziening spier
- Elke spier eigen motorische zenuw samentrekken spier Indeling spieren adhv bewegingen
- celkern motorische zenuw lig tin ruggenmerg uitlopers - flexoren: bewegen een gewricht
tot in spier 1 zenuwvezel maakt contact met aantal - extensoren: strekken een gewricht
spiervezels, hoe meer hoe fijner motoriek - adductoren: bewegen lichaamsdeel in de richting van
- CZS coördineert spierbewegingen middellijn lichaam
- abductoren: bewegen lichaamsdeel van middellijn lichaam
Spierpijn af spreiden benen
Explosieve sport te kort O2 spieren gaan over op - endoratoren: veroorzaken binnenwaarts draaiende
anaerobe verbanding verzuring, melkzuur beweging tegenklok in draaien rechterarm
Duursport te kort glucose - exoratoren: veroorzaken buitenwaarts draaiende bew.
- pronatoren: pronatie in de onderarm (m. pronator teres)
Type spieren handpalm naar achteren, radius draait gesloten
- agonist: verantwoordelijk voor beweging biceps - supinatoren: in onderarm m. supinator, handpalm draait
- antagonist: tegenovergestelde agonist triceps open
- synergist: ondersteund beweging agonist
Spieren rond buikholte cilindervormige ruimte
Aanhechtingspunten spieren - zijwanden buikwandspieren + wervelkolom
Origo: meest proxiaal (op of bij de romp) - bovenzijde diafragma
Insertie: distaal gelegen - onderzijde bekken + bekkenbodemspieren
- flexie vs extensie (sagittale vlak om frontale-as)
Soorten spierweefsel elleboog, rug, vingers, tenen
-dwarsgestreept (willekeurig): skeletspieren animale - anteflex vs retroflex schouder, heup
zenuwstelsel - dorsaalflexie vs palmairflexie (h-l) hand in polsgewricht
- dwarsgestreept vertakt (onwillekeurig): hartspier - dorsaalflexie vs plantaiflexie (h-l) voet in enkelgewricht
- glad (onwillekeurig): wanden inwendige organen - lateroflexie (frontale vlak om sagittale as l-r) rug, nek
autonomie zenuwstelsel - abductie (in frontale vlak, vh lichaam af,om sagittaleas)
opzij bewegen gestrekte arm
Skeletspieren ca 200 gepaarde en enkele ongepaarde - adductie (in frontale vlak, naar het lichaam toe, om
spieren sagittale as) tegenovergestelde abductie
-verzorgen bewegingen skelet en houding lichaam - ulnaire abductie vs radiaalabductie beweging vingers
- handhaven lichaamstemperatuur naar ulna of radius (duim)
- vormen begrenzing en bieden ondersteuning aan weke - endorotatie (in transversale vlak om longitudinale as)
delen lichaam bv buikspieren lichaamsdeel draait om as,naar binnen draaien arm
- openen en sluiten lichaamsholten - exorotatie naar buiten draaien arm
- pronatie draaiing in onderarm, handpalm naar achter
Hechting spieren - supinatie tegenovergestelde pronatie
- aan gewricht of botweefsel 2 kanten - inversie gecombineerde beweging in enkelgewricht,
- onderhuids bindweefsel (gezicht) voetzool meer naar mediaal (binnen)
- aan 1 kant bot spieren die oogbol bewegingen - eversie voetzool meer naar lateraal (buiten)
verzorgen - circumductie samengestelde beweging, ronddraaien
Extremiteiten
Bursa: slijmbeurs, loopt tussen pees en bot - oppositie combinatie van verschillende bewegingen,
Pees: tendo, vormt verbinding tussen spier en bot, sterker plaatsen duim tegenover vingers
dan spier, kan niet samentrekken - repositie combinatie van verschillende bewegingen,
- peesschede = bindweefselklier Terugplaatsen duim naast vingers
rondom pees (straf bindw.)
- bindweefselmembraan= tussen pees Bewegingstermen schouderblad of schoudergordel
en schede (bevat bloedvaatjes voor - protractie schouderbladen van elkaar af bewegen
bloedvoorziening pees) (ventraal van wervelkolom af)
- retractie schouderbladen naar elkaar toe (dorsaal)
Bloedvoorziening spieren: aanvoer O2 - elevatie omhoog trekken schouders (craniaal)
en voedingsstoffen via aorta - depressie omlaag halen schouders (caudaal)
arteriën arterietakken - medioratatie punt schouderblad beweegt mediaal
capillairen(haarvaten) uitwisseling O2/CO2 voeding (ellebogen in zij plaatsen)
+afvalstoffen kleine venen hart - laterorotatie punt schouderblad beweegt lateraal
(armen in de lucht)
Zenuwvoorziening spier
- Elke spier eigen motorische zenuw samentrekken spier Indeling spieren adhv bewegingen
- celkern motorische zenuw lig tin ruggenmerg uitlopers - flexoren: bewegen een gewricht
tot in spier 1 zenuwvezel maakt contact met aantal - extensoren: strekken een gewricht
spiervezels, hoe meer hoe fijner motoriek - adductoren: bewegen lichaamsdeel in de richting van
- CZS coördineert spierbewegingen middellijn lichaam
- abductoren: bewegen lichaamsdeel van middellijn lichaam
Spierpijn af spreiden benen
Explosieve sport te kort O2 spieren gaan over op - endoratoren: veroorzaken binnenwaarts draaiende
anaerobe verbanding verzuring, melkzuur beweging tegenklok in draaien rechterarm
Duursport te kort glucose - exoratoren: veroorzaken buitenwaarts draaiende bew.
- pronatoren: pronatie in de onderarm (m. pronator teres)
Type spieren handpalm naar achteren, radius draait gesloten
- agonist: verantwoordelijk voor beweging biceps - supinatoren: in onderarm m. supinator, handpalm draait
- antagonist: tegenovergestelde agonist triceps open
- synergist: ondersteund beweging agonist
Spieren rond buikholte cilindervormige ruimte
Aanhechtingspunten spieren - zijwanden buikwandspieren + wervelkolom
Origo: meest proxiaal (op of bij de romp) - bovenzijde diafragma
Insertie: distaal gelegen - onderzijde bekken + bekkenbodemspieren