Ambersaxion

De student:  benoemt wat de indicaties zijn voor een arteriële en centraal veneuze lijn;  beredeneert welke materialen nodig zijn om een arteriële en/of centraal veneuze katheter in te brengen;  benoemt wat de rol van de gespecialiseerd verpleegkundige is, tijdens het inbrengen van een arteriële en/of centraal veneuze katheter;  beredeneert welke observaties belangrijk zijn tijdens en na het inbrengen van de arteriële en/of centraal veneuze lijn;  benoemt welke mate...

e student:  beschrijft wat de kenmerken zijn van een delier;  benoemt welke scoringssystemen gebruikt kunnen worden om een delier vast te stellen;  beredeneert welke verpleegkundige observaties en interventies belangrijk zijn bij een patiënt met een delier;  benoemt welke invloed een delier heeft op het welzijn van de patiënt

De student:  kent de definitie en prevalentie van ondervoeding bij ziekte;  beschrijft het metabolisme en de voedingsbehoefte bij ziekte;  beschrijft wat de aandachtspunten zijn van voeding bij de chirurgische patiënt;  kent de gevolgen van onder- en overvoeden bij de katabole patiënt;  weet hoe door de diëtist de energie- en eiwitbehoefte worden berekend of gemeten;  beschrijft de indicaties en contra-indicaties, routes en timing van SV en TPV;  legt uit wat de m...

e student:  neemt een anamnese af bij een patiënt, kan benoemen waar de actuele problemen zitten en kan potentiële problemen benoemen;  past de ABCD-methodiek toe in een veranderende zorgsituatie;  gebruikt de SBARR-methode in (acute) overdrachtsituaties;  beschrijft een rapportage met behulp van de ABCD-methodiek.

e student:  benoemt het doel van houdingsdrainage en bronchiaal toilet;  legt uit wat de indicaties zijn voor bronchiaal toilet;  beargumenteert de complicaties van een bronchiaal toilet;  benoemt de contra-indicaties voor het bronchiaal toilet;  verwoordt de aandachtspunten tijdens bronchiaal toilet;  benoemt de aandachtspunten van het gebruik van de mayo-tube.

De student:  benoemt hoe de prikkelgeleiding in het hart plaatsvindt;  benoemt wat de fasen van de actiepotentiaal zijn;  beredeneert waar het hartritme ontstaat en hoe de voortgeleiding van de prikkel plaatsvindt;  benoemt de kenmerken van een sinusritme;  interpreteert ventriculaire ritmestoornissen;  benoemt de verschillen in het sinusritme van volwassenen en kinderen;  interpreteert afwijkingen van de ritmestroken vanuit:  Sinusknoop;  Atrium;  AV-knoo...

e student:  beredeneert wat indicaties en contra-indicaties kunnen zijn voor infusievloeistoffen en bloedproducten die toegediend worden;  benoemt welke bloedproducten toegediend kunnen worden;  legt uit wat de verpleegkundige observaties en interventies zijn bij het toedienen van bloedproducten;  legt uit welke complicaties er kunnen optreden bij het toedienen van bloedproducten en wat de daarbij behorende verpleegkundige interventies zijn;  benoemt op welke manier infus...

e student:  beredeneert wat indicaties en contra-indicaties kunnen zijn voor infusievloeistoffen en bloedproducten die toegediend worden;  benoemt welke bloedproducten toegediend kunnen worden;  legt uit wat de verpleegkundige observaties en interventies zijn bij het toedienen van bloedproducten;  legt uit welke complicaties er kunnen optreden bij het toedienen van bloedproducten en wat de daarbij behorende verpleegkundige interventies zijn;  benoemt op welke manier infus...

De student:  beredeneert hoe pijnsignalen bij patiënten op een acute/bewakingsafdeling herkend kunnen worden;  beredeneert hoe pijn te interpreteren is in relatie tot de somatische problematiek en de acute omstandigheden;  benoemt welke parameters gebruikt worden voor de observatie van pijn;  beschrijft welke pijnmeetinstrumenten er zijn en wanneer deze worden gebruikt;  benoemt welke pijnmeetinstrument je gebruikt bij patiënten die niet aanspreekbaar zijn, denk aan dem...

De student:  beredeneert wat de rol is van de (gespecialiseerd) verpleegkundige bij orgaan- en/of weefseldonatie;  benoemt aan welke criteria de patiënt moet voldoen om in aanmerking te komen voor orgaan- en/of weefseldonatie;  benoemt met welke wet- en regelgeving rekening gehouden moet worden en wat dit betekent voor de verpleegkundige zorgverlening;  beredeneert waaruit de begeleiding en voorlichting bestaan aan de familie en/of naasten van de patiënt die voor orgaan- ...