Tijden engels Samenvattingen, Aantekeningen en Examens

In dit document worden de grammaticale tijden in het Engels overzichtelijk weergegeven in een tabel. Ik heb dit document gebruikt voor het oefenen voor de Hogeschooltaal Engels. De volgende tijden zijn uitgewerkt: present simple, present continious, present perfect, present perfect continious, past simple, past continious, past perfect, past perfect continious, future simple, future with 'to be going to', future continious, future perfect and future perfect continious.

Duidelijk overzicht van tenses Engels!

uitgebreide vocabulairelijsten (1-58 +66) met grammar en tenses

Een duidelijke samenvatting van de Engelse tijden die je kunt gebruiken voor de grammatica toetsen op de HAVO. De tijden 'past simple', 'present simple', 'past continuous', 'present continuous', 'past perfect simple', 'present perfect simple' en de 'present perfect continuous' worden overzichtelijk uitgelegd. Er wordt beschreven wat de tijd inhoudt, hoe je hem gebruikt, wanneer je hem gebruikt en welke signaalwoorden er in deze tijd voorkomen. Naast de tijden worden er ook andere o...

Dit document bevat een belangrijke onderdelen die aan bod komen tijdens het grammatica/woordenschat tentamen van de pabo. De regels en voorbeelden geven een houvast om je voor te bereiden op het tentamen. Woordenschat dat ook aan bod komt in het tentamen is niet opgenomen in dit document.

Het document is met zorg opgesteld voor een goede voorbereiding op de toets. Het is een duidelijke samenvatting waarin alle grammatica wordt behandeld die je voor de toets moet kennen.

Alle Engelse tijden kort en bondig samengevat. Hierdoor heb je een duidelijk overzicht van alle tijden binnen de Engelse grammatica. (present/past simple, present(perfect)/past continuous, present/past perfect, passive, future, first/second/third conditonal, comparatives/suberlative adjectives, adverbs etc.) Met voorbeeldzin, wanneer en hoe je de tijd moet gebruiken.

Dit is een samenvatting van de tijden in het Engels.

Samenvatting van de 6 werkwoord tijden in het Engels: present simple, past simple, present continuous, present perfect, past continuous en past perfect. In de samenvatting staan per tijd aangegeven de volgende punten: Wanneer moet je de tijd gebruiken (wanneer)? Welke signaalwoorden horen bij de tijd (signaalwoorden)? Hoe maak je de tijd? Wat zijn de uitzonderingen/spellingsregels van de tijd (uitzonderingen/spellingsregels)?