Passé composé Samenvattingen, Aantekeningen en Examens

handgeschreven lijst met de onregelmatige werkwoorden: aller, avoir, être, faire, prendre, pouvoir, vouloir. de werkwoorden staan in de présent en in de passé composé. bij de werkwoorden die eindigen op RE ER en IR staan er voorbeelden van de présent en de passé composé. Ook staat er een stappenplan bij hoe je de werkwoorden moet vervoegen

This document is a great way to study for a test or learn passé composé as a beginner. I made this study guide before exams and did quite well on them. This document is formatted in an easy to read and comprehend way but some very easy to attain French knowledge is required. I have also linked some flashcards that helped me out at the bottom. I really hope this helps.

Frans: Samenvatting van alle tijden van iemand die een talenrichting volgt (Présent, conditionel, conditionel passé, subjonctif, subjonctif passé, futur simple...) Met uitzonderingen op de regel, afbeeldingen, voorbeelden...

Deze samenvatting bevat uitleg over de passé composé, le present, impératif, la négation, le conditionnel, le futur simple, le futur du passé en het être-huis. De uitzonderingen zijn ook gegeven.

In deze samenvatting leg ik uit wat de passé composé is, en hoe je de vormt. Dit doe ik in het Nederlands met voorbeelden uit het Frans. De regel- en onregelmatige werkwoorden worden beschreven. Voor de onregelmatige werkwoorden heb ik een paar bekenden gekozen. Ook beschrijf ik welke hulpwerkwoorden er met welk voltooid deelwoord kunnen, en de uitzondering bij het Franse hulpwerkwoord être. De vervoegingen van die hulpwerkwoorden staan in een overzichtelijk rijtje. Op mijn pagina staan er n...

duidelijke uitleg voor passé composé frans, 2e havo, uitwerking lesaantekeningen

Dit is een schema over l'accord du participe passé

Le verbs voor het vervoegen -> alle tijden passé composé , L'imperfait, L'imperatif, conditionnel présent, passé récent , futur simple

Franse werkwoorden op -er in de volgende tijden: L’indicatif présent (.), L’indicatif futur proche (f.p.) L’indicatif imparfait (i.i.), L’indicatif passé récent (p.r.) L’indicatif futur simple (f.s.), L’impératif (imp.) L’indicatif passé composé (p.c.), Le conditionnel présent (.).

alle werkwoord tijden uit het vak français des affaires (frans), richting event- en projectmanagement, arteveldehogeschool