Voorbeeld 5 van de 46 Oefenvragen
Welke doel heeft het Achterstandenbeleid?
Welke doel heeft het Achterstandenbeleid?
Het beleid heeft tot doel achterstanden te voorkomen en te bestrijden. Het landelijk beleid
concentreert zich op voor- en vroegschoolse educatie (VVE), schakelklassen en gemeentelijk
onderwijs achterstandenbeleid (GOA)
Beleid over gezond eten
de laatste jaren is er meer publieke aandacht voor de nadelen van vet en ongezond eten. Wat zijn de gevolgen van ongezond eten?
Beleid over gezond eten
de laatste jaren is er meer publieke aandacht voor de nadelen van vet en ong...
Een van de gevolgen van vet en ongezond eten is een stijging van het aantal kinderen en
jongeren met suikerziekte en van de niet-aangeboren variant. Daarnaast stijgt de kans op
hart- en vaatziekte en andere aandoeningen op latere leeftijd.

Hoofdstuk 4 geschiedenis van jeugdzorg en jeugdbescherming
Geschiedenis voor 1900 doe een samenvatting hierin?
Hoofdstuk 4 geschiedenis van jeugdzorg en jeugdbescherming
Geschiedenis voor 1900 doe een samenvatti...
Door de eeuwen heen zijn er altijd vormen van opvang en zorg geweest voor wezen en ontheemde kinderen. Het eerste weeshuis in nederland kwam in 1491 in utrecht tot stand. In de 19e eeuw
verliep het aantal wezen terug, daar steeds minder volwassen op jongere leeftijd overleden. Men kreeg daarnaast meer aandacht voor criminele kinderen, verwaarloosde kinderen en moeilijk
opvoedbare kinderen. Vooral kerkgenootschappen trokken zich het lot van de verwaarloosde jeugd
aan. Er ontstonden jeugdinternaten, waar de opvatting centraal stond

Naar een wet op de jeugdhulpverlening
wat betekent de Jeugdwelzijnsbeleid?
Naar een wet op de jeugdhulpverlening
wat betekent de Jeugdwelzijnsbeleid?
Jeugdwelzijnsbeleid: enerzijds een zo min mogelijk apart stellen van jeugdigen ten opzichte
van ouderen, maar anderzijds een erkenning van specifieke eigen behoeften van jeugdigen.
Jeugdwelzijnsbeleid betekent dat krachtig wordt gestreefd naar een samenhangend geheel van educatieve en recreatieve voorzieningen, die goed gespreid en reëel toegankelijk zijn;
tegemoetkomen aan de behoefte aan zelfontplooiing, zelfverantwoordelijkheid, spel, ontwikkeling
en vorming, contact en maatschappelijke participatie; ook echt ten goede komen aan minder bevoorrechte groepen; kans bieden op een zinvol deelgenootschap in de samenleving en een
signalerend en verwijzend samenspel hebben met de hulpverleningsinstellingen.
Hulpverlening dient in een zo vroeg mogelijk stadium en veel meer in de vorm van preventie te worden geboden, initiatief nemend en volhardend te zijn en van kwalitatief goed gehalte en voor iedereen gemakkelijk herkenbaar en toegankelijk.
Hulpverleningsinstellingen en inrichtingen moeten veel meer komen tot samenwerking en
afstemming, mede door zorgvuldige verwijzing en onderlinge consultatie; goede samenwerking met
educatieve en andere voorzieningen; gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het opsporen van
leemten in de hulpverlening en het opvullen daarvan; signalering van maatschappelijke tekorten
achter hulpvragen.
Jeugdzorg periode 1994-1998?
Jeugdzorg periode 1994-1998?
In periode 1994-1998 werden overal in het land initiatieven genomen om bureaus jeugdzorg op te richten. Ook werd een landelijk project groep toegang gesteld. Deze jaren werden gekenmerkt door
veel overleg tussen jeugdhulpverlening, jeugdbescherming, geestelijke gezondheidszorg, provincies,
gemeenten en zorgverzekeraars. Doordat er geen wettelijke voorschriften waren, ontstonden veel
verschillende vormen van het bureau jeugdzorg. Deze variatie werd in toenemende mate gezien als
problematisch, omdat hiermee de gewenste overzichtelijkheid niet dichterbij kwam.
Omdraaien
Opnieuw proberen