100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Anders kijken €4,09   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Anders kijken

1 beoordeling
 316 keer bekeken  13 aankopen

Samenvatting van het boek Anders kijken, hoofdstukken 1,2,3,4,5,6,7,8,9 en paragraaf 10.1

Voorbeeld 5 van de 31  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 tot en met 10.1
  • 15 juni 2014
  • 31
  • 2013/2014
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (42)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: jessicawillemse • 6 jaar geleden

avatar-seller
Marloes94samenvattingen

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 56 Oefenvragen
€2,99 17 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Hoe noemt von Bertalanffy zijn theorie?

Antwoord: De algemene systeemtheorie, AST

2.

Als iets in een systeem verandert, verandert alleen datgene. Waar of niet waar?

Antwoord: Niet waar, het gehele systeem komt dan in beweging.

3.

Waar komen de factoren die de gedragingen van mensen beïnvloeden uit voort?

Antwoord: Niet van de persoon zelf, maar door de werking van het systeem en de wisselwerking tussen de personen.

4.

Wat houdt een de-individualiserend karakter in?

Antwoord: De gesignaleerde problemen worden losgemaakt van het individu. Motieven, bedoelingen en intenties doen er niet toe in de systeemtheorie.

5.

Waardoor functioneert een systeem?

Antwoord: Doordat er voortdurend informatie wordt uitgewisseld tussen de delen van het systeem en tussen het systeem en zijn omgeving.

6.

Wat houdt de feedback – uit de systeemtheorie – in?

Antwoord: Feedback duidt op alle processen van informatieterugkoppeling en –verwerking.

7.

Waar draagt negatieve feedback, in de systeemtheorie, aan bij?

Antwoord: Het voortbestaan van de bestaande toestand van het systeem. Negatieve feedback is erop gericht veranderingen tegen te gaan.

8.

Waar draagt positieve feedback, in de systeemtheorie, aan bij?

Antwoord: Positieve feedback is erop gericht dat het systeem verandert en dat een bepaalde systeemnorm, die tot dan toe gold, wordt losgelaten.

9.

Wat betekent redundantie?

Antwoord: Patroon

10.

Wat houdt het begrip communicatie in de systeemtheorie in?

Antwoord: Binnen de systeemtheorie geldt dat alle gedrag communicatie is.

Anders kijken - Theorie en praktijk van
de systeembenadering
Joop Willems

Inhoudsopgave
Deel 1 een beknopte inleiding tot de systeemtheorie ............................................................................ 4
1. Het karakter en de plaats van de systeemtheorie .............................................................................. 4
1.2 Een verkenning van de systeemtheorie ........................................................................................ 4
1.3 De verschillende verklaringen van menselijke gedrag in kaart gebracht ...................................... 6
1.4 Vergelijking tussen de eerdere psychologische stromingen en de systeemtheorie ..................... 6
1.5 Een ander soort theorie: het metakarakter van de systeemtheorie ............................................ 8
2. Het systeembegrip en de belangrijkste kenmerken van open systemen ........................................... 9
2.1 het begrip systeem; een definitie.................................................................................................. 9
2.2 Niveaus waarop systemen en hun delen geformuleerd kunnen worden. .................................... 9
2.3 Het tijdselement ............................................................................................................................ 9
2.4 totaliteit of systeemsamenhang.................................................................................................... 9
2.5 Niet-optelbaarheid ........................................................................................................................ 9
2.6 Subsysteem ................................................................................................................................... 9
2.7 Coalitie ......................................................................................................................................... 10
2.8 Homeostase ................................................................................................................................. 10
2.9 Flexibiliteit van het systeem ........................................................................................................ 10
2.10 De omgeving van het systeem .................................................................................................. 10
2.11 Het proces van input, throughput en output van energie en informatie ................................. 10
2.12 Systemen als kringlopen van gebeurtenissen ........................................................................... 11
2.13 Equifinaliteit/multifinaliteit ....................................................................................................... 11
2.14 Organisatie en differentiatie ..................................................................................................... 11
Deel 2 Zeven uitgangspunten met betrekking tot de interactie binnen systemen .............................. 11
3. Over de onmogelijkheid om niet te communiceren ......................................................................... 11
3.1 Uitgangspunt I ............................................................................................................................. 11
3.2 Een paar voorbeelden ................................................................................................................. 11
3.3 Niet-aansluiting van de communicatie........................................................................................ 11
3.4 Ontkenning van de eigen communicatie..................................................................................... 12
3.5 Ontkenning van de verantwoordelijkheid met betrekking tot de eigen communicatie ............. 12
4. Over de gelaagdheid van de communicatie; Het onderscheid tussen het inhouds- en het
betrekkingsaspect ................................................................................................................................. 12

1

, 4.1 Uitgangspunt 2 ............................................................................................................................ 12
4.2 Het tweeledige karakter van bepaalde opleidingen ................................................................... 12
4.3 Het is de toon die de muziek maakt; enkele voorbeelden .......................................................... 12
4.4 Wat is en wat doet het betrekkingsaspect? ................................................................................ 12
4.5 Het onderscheid tussen impliciete en expliciete metacommunicatie ........................................ 13
4.6 Het grote belang van het betrekkingsaspect .............................................................................. 13
4.7 Termen die verwant zijn aan ‘inhoud’ en ‘betrekking’: taak en proces ...................................... 13
4.8 Het betrekkingsniveau nader geanalyseerd; een ander niveau toegevoegd .............................. 13
4.9 Expliciete metacommunicatie als communicatieve vaardigheid ................................................ 14
4.10 Over de ideale verhouding tussen taak en proces .................................................................... 15
4.11 Inhoud en betrekking in intercultureel perspectief .................................................................. 15
5. De verwarringen tussen het inhouds- en het betrekkingsaspect ..................................................... 15
5.1 Uitgangspunt 3 ............................................................................................................................ 15
5.2 Algemene uiteenzetting: toelichting op het schema .................................................................. 15
5.3 De verwarring tussen het inhouds- en het betrekkingsniveau van het type I ............................ 16
5.4 Voorbeelden van verwarringen tussen het inhouds- en het betrekkingsniveau van het type I . 16
5.5 De verwarring tussen het inhouds- en het betrekkingsniveau van het type II ........................... 16
5.6 Voorbeelden van verwarringen tussen het inhouds- en betrekkingsniveau van het type II ...... 17
6. De interpunctie van de interactie...................................................................................................... 17
6.1 Uitgangspunt 4 ............................................................................................................................ 17
6.2 Interpretatie van niet-eenduidige situaties ................................................................................ 17
6.3 Het eigenlijke onderwerp: interpunctie ...................................................................................... 17
6.4 Het begrip interpunctie als element van de lineair-causale denkwijze ...................................... 18
6.5. Definitie van het begrip circulair-causale werkelijkheid ............................................................ 18
6.6 Twee sociaalwetenschappelijke begrippen en theorieën, geplaatst in de bredere context van
de circulaire causaliteit...................................................................................................................... 18
6.7 Circulair-causaal leren kijken naar de werkelijkheid; een tweede definitie van interpunctie .... 19
6.8 De circulaire benadering als professionele competentie ............................................................ 19
6.10 Interpunctie is meer dan een cognitieve activiteit.................................................................... 19
7 Analoge en digitale communicatie ..................................................................................................... 19
7.1 Uitgangspunt 5 ............................................................................................................................ 20
7.2 Sterke en zwakke punten van analoge communicatie enerzijds en digitale communicatie
anderzijds. ......................................................................................................................................... 20
7.3 Van analoog naar digitaal: vaak een moeizame vertaalslag. ...................................................... 21
7.4 Het ritueel als ‘tussenstation’ tussen analoge en digitale communicatie................................... 22
7.5 Het ritueel als interventie en therapie ........................................................................................ 22


2

, 7.6 Congruente en incongruente communicatie .............................................................................. 22
8 Complementaire en symmetrische interactie .................................................................................... 22
8.1 Uitgangspunt 6 ............................................................................................................................ 22
8.2 Vier opmerkingen vooraf............................................................................................................. 22
8.3 Nadere uitwerking van de kernbegrippen complementair en symmetrisch; de begrippen ‘up’ en
‘down’. ............................................................................................................................................... 23
8.4 Voorbeeld van complementaire interacties ................................................................................ 23
8.5 Voorbeeld van symmetrische interacties .................................................................................... 24
8.6 Persoonlijke eigenschappen spelen ook een rol ......................................................................... 24
8.7 Complementaire en symmetrische interacties in relatie met de geestelijke gezondheid van
mensen. ............................................................................................................................................. 24
8.8 Complementariteit en symmetrie binnen duurzame relatiepatronen ....................................... 25
8.9 Positiegebonden en rolbepaalde complementaire interacties. .................................................. 25
8.10 Armando en symmetrische interacties uit de praktijk van alledag ........................................... 25
8.11 Metacomplementaire interacties en relaties. ........................................................................... 26
9 Paradoxale communicatie .................................................................................................................. 26
9.1 Uitgangspunt 7 ............................................................................................................................ 26
9.2 Het begrip ‘double bind’.............................................................................................................. 26
9.3 Het begrip paradox ...................................................................................................................... 26
9.4 Het begrip tegenstrijdigheid........................................................................................................ 27
9.5 Impact van de double bind-situatie............................................................................................. 27
9.6 De bestaanszekerheid in het geding. .......................................................................................... 27
9.7 De paradoxale interventie in de therapie ................................................................................... 27
Deel 3 De systeemtheorie in de praktijk ............................................................................................... 27
Deel 3a, Systemen op het microniveau ................................................................................................. 27
10 Over gezinssystemen ........................................................................................................................ 27
10.1 Gezinsfenomenen, gezinsrollen en gezinsstructuren. .............................................................. 27




3

,Deel 1 een beknopte inleiding tot de systeemtheorie

1. Het karakter en de plaats van de systeemtheorie
1.2 Een verkenning van de systeemtheorie
Geschiedenis van de theorie en praktijk van de systeembenadering
In de jaren veertig van de twintigste eeuw ontstaat er binnen de biologie een wetenschapsbenadering die
ervoor pleit vanuit het grotere geheel, dus op een synthetische of holistische wijze, naar de dingen of
elementen te kijken. In de jaren vijftig wort de oorspronkelijke biologische theorie van Ludwig vond Bertalanffy
verbreedt tot een benadering die in principe bruikbaar is voor alle wetenschappen. Hij noemt zijn theorie de
algemene systeemtheorie, AST.
in 1956 verschijnt een artikel van de Amerikaanse cultureel antropoloog Gregory Bateson en drie anderen,
waarin de oorzaken voor bepaalde vormen van het disfunctioneren van mensen niet binnen het individu zelf
worden gezocht, maar binnen hun omgeving, hun systeem. Dit artikel wordt gezien als het fundament van het
systeemtheorische denken.
De systeemtheoretische stroming wordt ook wel aangeduid als de Palo Alto School.

In de tweede helft van de jaren zeventig van de vorige eeuw deed met het systeemdenken de
gezinsbenadering zijn intrede in Nederland.
Veel kinderrechters namen van de systeemtheorie en de gezinsbehandeling het belangrijkste inzicht over dat
niet al het menselijk gedrag zich laat verklaren vanuit het individu dat dat gedrag vertoont. En dat veel
gedragingen slecht verklaarbaar worden in de context van het omgevende systeem, ofwel het gezin waaruit
het kind afkomstig is.

Het ‘kader’ en de ‘context’ als kernbegrippen
In de systeemtheorie probeert men de objecten te zien als onderdelen van en beïnvloed door het systeem
waarvan zij deel uitmaken.

De belangrijkste uitgangspunten van de systeemtheorie
De kern van de systeemtheorie kan worden samengevat in de volgende vijf principes:
1. Het geheel is meer dan de som van de delen.
2. In een systeem hangt alles met elkaar samen. Als er in een systeem iets verandert, komt het gehele systeem
in beweging.
3. Het gedrag van het individu wordt mede bepaald door het systeem.
4. Het systeem probeert zich op allerlei manieren aan te passen aan zijn omgeving, omdat het wil overleven.
5. Systemen hebben de neiging of behoefte om te overleven.

Individueel gedrag geplaatst in de context van voortdurende interactie
In de systeemtheorie worden de factoren die de gedragingen van mensen beïnvloeden, niet in de persoon zelf
gezocht, maar in de werking van het systeem en in de wisselwerking tussen personen. Het gedrag van een
bepaald persoon vormt altijd een reactie op het gedrag van een ander of van meerdere anderen.
De beschrijvingen en verklaringen van de systeemtheorie hebben dus een sterk de-individualiserend karakter.
Dat wil zeggen dat men de gesignaleerde problemen losmaakt van het individu. Motieven, bedoelingen en
intenties doen er niet zo toe. Men ziet de werkelijkheid niet als een situatie waarin de één erop uit is de ander
het leven zuur te maken of andersom. De benadering van de systeemtheorie is nuchter en zakelijk, omdat zij
niet wenst te speculeren over de bedoelingen en motieven van mensen.

Informatie als kernbegrip
Vrijwel in alle gangbare wetenschappen wordt gedacht in termen van energie. Dit geldt niet voor de
systeemtheorie. Binnen de systeemtheorie staat het begrip informatie centraal. Hierbij wordt niet in de eerste
plaat gedacht aan bedoelde en gestuurde informatie, maar aan de voortdurende stroom van zowel verbale als
non-verbale, onbewuste en onbedoelde signalen die mensen uitzenden en ontvangen.
Het systeem functioneert doordat er voortduren informatie wordt uitgewisseld tussen de delen van het
systeem en tussen het systeem en zijn omgeving.




4

, Feedback als een specifieke vorm van informatie binnen het systeem: circulaire informatieprocessen en het
vermogen tot informatieverwerking
Feedback is een wezenlijk kenmerk van sociale systemen. Het begrip feedback duidt het verschijnsel aan dat
organismen, organisaties, groepen en gezinnen in staat zijn informatie vanuit het systeem of van daarbuiten te
ontvangen en te verwerken, waardoor ze het vermogen hebben hun eigen functioneren bij te sturen.
Het begrip feedback uit de systeemtheorie is een ander begrip dan dat in het algemeen spraakgebruik
gangbaar is dat duidt op de informatie – zogenoemde positieve of negatieve feedback – die men soms van
anderen krijgt m.b.t het eigen gedrag en functioneren. Feedback in de systeemtheorie duidt op alle processen
van informatieterugkoppeling en – verwerking. Daarbij verloopt de informatiestroom in cirkels; er worden
binnen het systeem en tussen het systeem en zijn omgeving over en weer voortdurend berichten uitgezonden.
Bij deze cirkels van informatie vormt een duidelijke reactie evenzeer een ‘bericht’ als geen reactie of een
onbewust gegeven reactie.

Negatieve feedback in de systeemtheorie (!) draagt bij aan de bestendiging van de situatie, aan het
voortbestaan van de bestaande toestand van het systeem. Negatieve feedback is erop gericht veranderingen
tegen te gaan. Positieve feedback in de systeemtheorie (!) is daarentegen de vorm van feedback die erop is
gericht dat het systeem verandert en dat een bepaalde systeemnorm, die tot dan toe gold, wordt losgelaten.

Herhaling, beperking, voorspelbaarheid, redundantie en patroon
Hoewel zich in systemen allerlei veranderingen voordoen, is herhaling het kenmerk waaraan men een systeem
herkent. Wanneer eenmaal een bepaald patroon van interactie in een systeem is ontstaan, verschaffen de
daarna volgende interacties steeds minder nieuwe informatie.

Als er in de loop van het kennismakings- en samenlevingsproces eenmaal een bepaald traject is afgelegd en
een aantal ‘wissels’ is genomen, behoort in wezen 80 à 90 procent van het totaal aan theoretische
gedragsmogelijkheden niet meer tot de waarschijnlijk realiseerbare opties. Dit verschijnsel wordt beperking
genoemd. Dit is niet slecht of negatief. Het verschijnsel zorgt namelijk voor vertrouwdheid en zekerheid. En dit
ingrijpende selectieproces creëert een bepaalde mate van beheersbaarheid en voorspelbaarheid van de
situatie. Deze steeds grotere voorspelbaarheid van systemen wordt met de term redundantie genoemd.
Redundantie = patroon.

Communicatie als voertuig van de informatie binnen systemen
Binnen het algemeen spraakgebruik wordt communicatie opgevat als het leggen van contact met anderen en
als het vermogen naar de ander te luisteren, met de ander te spreken en de ander te begrijpen.
Als we het begrip communicatie gebruiken, moeten we ons goed realiseren dat dit begrip binnen de
systeemtheorie een andere betekenis heeft dan in het algemeen spraakgebruik. Het begrip communicatie in de
systeemtheorie (!) heeft een veel bredere, neutralere en niet vanzelfsprekend positieve betekenis. Binnen de
systeemtheorie geldt dat alle gedrag communicatie is en dat de volgende vier begrippen identiek zijn:
Communicatie = interactie = gedrag = beïnvloeding
Alle gedrag heeft een communicatief aspect.




5

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Marloes94samenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73091 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,09  13x  verkocht
  • (1)
  Kopen