Computer architectuur bepaalt hoe een computersysteem is gestructureerd en hoe het
functioneert. Een systeem (system) is een set van gerelateerde onderdelen die een
gemeenschappelijke taak uitvoeren. In de Structuur (structure) worden de componenten en de
indeling van het systeem weergegeven. Functionaliteit (functionality) zijn de interacties en
communicatie (processen) die nodig zijn voor de taak om uit te voeren.
Hardware and software:
Hardware gaat over de fysieke componenten en processen van een computer. Software zijn de niet
zichtbare componenten en processen van een computer.
Physical vs abstract architecture:
Doel van computer architectuur, architectuur definieert het volgende:
- Procedures: Hoe een systeem werkt & hoe taken worden uitgevoerd.