Samenvatting Het pedagogisch quotiënt

Welke 4 domeinen zijn er om pedagogische kwaliteit te onderscheiden?

Antwoord: - Opvoeding - Hulpverlening - Onderwijs - Educatie

Op welke 2 niveaus moeten we letten als we het pedagogische quotiënt willen meten?

Antwoord: Het niveau van het primaire proces (de pedagogische omgang tussen het kind en de opvoeder) en dat van de context (de onmiddellijke context waarin het handelen plaatsvindt, plus de bredere maatschappelijke context).

Wat waren de 3 verschillende opvoedingsidealen in de twintigste eeuw?

Antwoord: - 1890-1930: karaktervorming. Er was een strikte opvoeding gericht op Reinheid, Rust en Regelmaat. - 1930-1970: vorming tot gemeenschapszin. er kwamen veel meer wetenschappelijke theorieën zoals de individualpsychologie en Freud die zich richtten op dat het aan de opvoeders ligt. - 1970-nu: zelfontplooiing. Het gaat om het adequaat inspelen op alle aspecten van de ontwikkeling. Ouders moesten ook weer iets meer zelfvertrouwen krijgen, maar het draait wel weer meer om regelmaat en structuur.

Mary Poppins werd geproduceerd in 1964, maar speelde zich af rond 1920. Waarom paste het niet in de tijd waarin het zich afspeelt?

Antwoord: Rond 1920 was er een hele strikte opvoeding. Mary Poppins is ook wel strikt, maar op een speelse manier. Haar boodschap was dat ouders oog moeten hebben voor hun kinderen en wat zij belangrijk vinden, en dat was rond 1920 nog totaal geen spraken van.

Wat is het verschil tussen gedragsproblemen en gedragsstoornissen?

Antwoord: Gedragsstoornissen zijn afwijkingen, die zitten in het kind zelf waardoor hij moeilijk gedrag vertoont (bijvoorbeeld ADHD of autisme). Gedragsproblemen zijn ongepaste of storende gedragingen als gevolg van moeilijkheden in de interactie met de omgeving.

Wat is er verkeerd aan de limitting control strategy?

Antwoord: Ouders proberen probleemgedrag van hun kind onder controle te houden in plaats van het vergroten van oplossingsvaardigheden. Dit heeft vaak de neiging tot overstructureren waardoor de ouders het gedrag alleen maar inperken. Het kind krijgt hierdoor alleen maar minder handelingsvrijheid, raakt in de knel en wordt nog tegendraadser.

Wat is focussed attention en waarom is dit zo belangrijk voor de pedagogische kwaliteit?

Antwoord: De ouder en het kind begrijpen en voelen in hun communicatie precies aan over welk onderwerp het gaat, en ze begrijpen elkaar volledig. Als dit er niet is, communiceren ouders en kinderen verkeerd met elkaar en kan er ook geen goede pedagogische relatie ontstaan.

Wat is communication deviance?

Antwoord: Ouders en kind richten zich tijdens het gesprek niet op hetzelfde onderwerp waardoor onbegrip ontstaat.

Welke 3 antinomieën zijn er binnen de opvoeding?

Antwoord: - Heden - toekomst - Vrijheid - binding - Kind - cultuur

Is de kinderopvang meer gericht op de pedagogische oriëntatie of op de zorgoriëntatie?

Antwoord: Vroeger was het meer gericht op de zorgoriëntatie (zorgen voor een veilige en warme omgeving voor de kinderen) maar tegenwoordig speelt de pedagogische relatie een veel grotere rol (de kinderen worden binnen de kinderopvang tegenwoordig ook opgevoed).