SAMENVATTING CT WERKCOLLEGES/ZELFSTUDIES
Z1/werkcollege 1 parameters en beeldkwaliteit
Resolutie is een term die wordt gebruikt om het aantal gebruikte pixels te gebruiken. Dus
het oplossend vermogen van een afbeelding in contrast en details.
Spatiële resolutie is het kleinste object wat kan worden waargenomen. Dus de mogelijkheid
van een systeem om 2 kleine objecten met een groot natuurlijk contrast te onderscheiden.
De parameters die invloed hebben op de SR zijn:
- Matrix
- FOV
- Collimatie
- Slice thickness
- Pitch
Contrastresolutie is de mogelijkheid om weefsels met (nagenoeg) dezelfde dichtheid te
onderscheiden. De parameters die invloed hebben op de CR zijn:
- kV, mAs; de hoeveelheid straling bepaal je hiermee. Meer dosis is meer signaal dus
meer details.
- Pitch
- Kernel
- Matrix
- FOV
- Slice thickness
- Collimatie
CT heeft een lage contrastresolutie als je het vergelijkt met MRI.
CT heeft een hoge contrast resolutie als je het vergelijkt met een conventionele foto.
Acquisitie /
Spatiële Contrast
Reconstruc Signaal
resolutie resolutie
tie
Buisspanning Omhoog
Acquisitie - Omlaag
(kV)
mAs Acquisitie - Omhoog Omhoog
Collimatie Kleinere Grotere Omhoog
Acquisitie
detector detector
Pitch Acquisitie Kleiner Kleiner Kleiner
(r)FOV Reconstructi Kleiner(e Groter(e
Groter(e pixel)
e pixel) pixel)
Matrix Fijner Kleiner
Reconstructi Grover (grotere
(kleinere
e pixel)
pixel)
Slice Groter
Reconstructi
Thickness Kleiner Groter
e
(mm)
Slice -
Increment (= Reconstructi
- -
spacing) e
(mm)
Filter Reconstructi -
Sharp Smooth
e
- Hoe dikker de plak, hoe groter de collimatie en hoe beter het signaal.
- Meer mAs is meer fotonen en meer signaal dus minder ruis.
, - Dunnere plakjes geeft slechter contrast en meer signaal.
- Sharp filter is goed voor je spatiële resolutie, smooth is goed voor de contrast
resolutie.
- Pitch: detector en röntgenbuis draaien samen rond. Op het moment dat je de pitch
verkleind ga je overlappend scannen en krijg je meer data (meerdere meetpunten).
Hierdoor kun je meer details weergeven waardoor de spatiële resolutie omhoog
gaat. Contrast wordt ook beter omdat je meer straling door de patiënt heen stuurt.
Dit is echter niet goed voor de patiëntdosis.
- Spacing is de afstand tussen de plakjes. Je laat alleen meer plakjes zien dus de
spatiële resolutie blijft gelijk. Contrast verandert ook niet want er verandert niks met
de plakjes.
- Een groter FOV zorgt voor minder details dus de spatiële resolutie wordt slechter.
- Bij een grotere matrix wordt de spatiële resolutie beter want je krijgt meerdere pixels
dus ook meer details. Contrast wordt slechter.
Werkcollege 2 beeldkwaliteit optimalisatie en parameters
Acquisitieparameters
- Scanlengte
- Collimatie
- Slice increment
- Pitch
- Rotation time
- Voltage
- mAs
Reconstructieparameters
- Plakdikte
- Field of View
- Filter
- Zoom
- Matrix
Invloed patiëntdosis
mAs, kV, scantijd, slice increment, pitch, scanlengte, collimatie (dunnere plakjes geeft meer
dosis)
Z2b artefacten
Fysica gerelateerde artefacten zijn artefacten die worden bepaald door fysische
eigenschappen van röntgenstraling en het apparatuur.
- Beamhardening; een verandering van de gemiddelde energie van de bundel. Deze
neemt toe. Hierbij is er sprake van een veranderde beeldvorming als gevolg van het
toenemen van de gemiddelde energie van de bundel.
- Streak-artefacten; de bundel verliest zijn intensiteit (nagenoeg) geheel. Beeldvorming
is (bijna) afwezig.
Streak artefacten ontstaan door totale absorptie bijv. metaal. Hierdoor ontstaat een
gebrek aan signaal en zie je zwarte/witte streken (non-signaal). Splay artefacten zijn
spiraalartefacten welke ontstaan door gebrek aan informatie in de z-richting,
hierdoor zie je witte strepen ontstaan (non-signaal). Door Slay artefacten te
Z1/werkcollege 1 parameters en beeldkwaliteit
Resolutie is een term die wordt gebruikt om het aantal gebruikte pixels te gebruiken. Dus
het oplossend vermogen van een afbeelding in contrast en details.
Spatiële resolutie is het kleinste object wat kan worden waargenomen. Dus de mogelijkheid
van een systeem om 2 kleine objecten met een groot natuurlijk contrast te onderscheiden.
De parameters die invloed hebben op de SR zijn:
- Matrix
- FOV
- Collimatie
- Slice thickness
- Pitch
Contrastresolutie is de mogelijkheid om weefsels met (nagenoeg) dezelfde dichtheid te
onderscheiden. De parameters die invloed hebben op de CR zijn:
- kV, mAs; de hoeveelheid straling bepaal je hiermee. Meer dosis is meer signaal dus
meer details.
- Pitch
- Kernel
- Matrix
- FOV
- Slice thickness
- Collimatie
CT heeft een lage contrastresolutie als je het vergelijkt met MRI.
CT heeft een hoge contrast resolutie als je het vergelijkt met een conventionele foto.
Acquisitie /
Spatiële Contrast
Reconstruc Signaal
resolutie resolutie
tie
Buisspanning Omhoog
Acquisitie - Omlaag
(kV)
mAs Acquisitie - Omhoog Omhoog
Collimatie Kleinere Grotere Omhoog
Acquisitie
detector detector
Pitch Acquisitie Kleiner Kleiner Kleiner
(r)FOV Reconstructi Kleiner(e Groter(e
Groter(e pixel)
e pixel) pixel)
Matrix Fijner Kleiner
Reconstructi Grover (grotere
(kleinere
e pixel)
pixel)
Slice Groter
Reconstructi
Thickness Kleiner Groter
e
(mm)
Slice -
Increment (= Reconstructi
- -
spacing) e
(mm)
Filter Reconstructi -
Sharp Smooth
e
- Hoe dikker de plak, hoe groter de collimatie en hoe beter het signaal.
- Meer mAs is meer fotonen en meer signaal dus minder ruis.
, - Dunnere plakjes geeft slechter contrast en meer signaal.
- Sharp filter is goed voor je spatiële resolutie, smooth is goed voor de contrast
resolutie.
- Pitch: detector en röntgenbuis draaien samen rond. Op het moment dat je de pitch
verkleind ga je overlappend scannen en krijg je meer data (meerdere meetpunten).
Hierdoor kun je meer details weergeven waardoor de spatiële resolutie omhoog
gaat. Contrast wordt ook beter omdat je meer straling door de patiënt heen stuurt.
Dit is echter niet goed voor de patiëntdosis.
- Spacing is de afstand tussen de plakjes. Je laat alleen meer plakjes zien dus de
spatiële resolutie blijft gelijk. Contrast verandert ook niet want er verandert niks met
de plakjes.
- Een groter FOV zorgt voor minder details dus de spatiële resolutie wordt slechter.
- Bij een grotere matrix wordt de spatiële resolutie beter want je krijgt meerdere pixels
dus ook meer details. Contrast wordt slechter.
Werkcollege 2 beeldkwaliteit optimalisatie en parameters
Acquisitieparameters
- Scanlengte
- Collimatie
- Slice increment
- Pitch
- Rotation time
- Voltage
- mAs
Reconstructieparameters
- Plakdikte
- Field of View
- Filter
- Zoom
- Matrix
Invloed patiëntdosis
mAs, kV, scantijd, slice increment, pitch, scanlengte, collimatie (dunnere plakjes geeft meer
dosis)
Z2b artefacten
Fysica gerelateerde artefacten zijn artefacten die worden bepaald door fysische
eigenschappen van röntgenstraling en het apparatuur.
- Beamhardening; een verandering van de gemiddelde energie van de bundel. Deze
neemt toe. Hierbij is er sprake van een veranderde beeldvorming als gevolg van het
toenemen van de gemiddelde energie van de bundel.
- Streak-artefacten; de bundel verliest zijn intensiteit (nagenoeg) geheel. Beeldvorming
is (bijna) afwezig.
Streak artefacten ontstaan door totale absorptie bijv. metaal. Hierdoor ontstaat een
gebrek aan signaal en zie je zwarte/witte streken (non-signaal). Splay artefacten zijn
spiraalartefacten welke ontstaan door gebrek aan informatie in de z-richting,
hierdoor zie je witte strepen ontstaan (non-signaal). Door Slay artefacten te