SAMENVATTING MRI WERKCOLLEGES/ZELFSTUDIES
(Z1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8)
Werkcollege 1 CRAST
Verhoging FOV
Als FOV groter wordt blijft de matrix gelijk en krijg je dus een slechtere spatiële resolutie. SNR wordt
minder omdat je pixels kleiner worden. Temporele resolutie blijft hetzelfde omdat er niks veranderd
in de tijd.
Verhoging matrix
Er veranderd niks aan het contrast; je verandert niks aan de TR of TE.
Je ziet meer details omdat je kleinere pixels krijgt dus je hebt een betere spatiële resolutie.
Je hebt kleinere pixels dus de SNR wordt slechter.
Tijd wordt langer omdat je meer lijntjes in het k-vlak moet vullen, je hebt meerdere pixels.
Vergroting plakdikte
Contrast blijft gelijk.
Spatiële resolutie wordt slechter omdat je voxels groter worden.
SNR wordt beter omdat je voxels groter zijn en je hebt dus meer signaal t.o.v. ruis.
Tijd blijft gelijk omdat je nog steeds evenveel lijnen in het k-vlak moet vullen.
Verhoging echotijd (TE)
Je hebt meer contrast omdat je meer signaalverschillen hebt in het T2 effect in het weefsel.
Een kleinere echotijd heeft een betere SNR omdat die veel signaal heeft. Het is een PDW plaatje (dus
meer signaal, minder T1 en T2 contrast omdat er weinig defasering is).
Resolutie blijft gelijk omdat je hetzelfde aantal pixels hebt.
, Temporele resolutie blijft hetzelfde omdat je hetzelfde aantal pixels hebt.
Behalve de TE; hierdoor blijft de scantijd hetzelfde omdat de TR ook hetzelfde blijft.
Verhoging repetitietijd (TR)
Contrast wordt slechter omdat je weinig T1 verschillen hebt.
Spatiële resolutie blijft hetzelfde omdat het aantal pixels niet veranderd.
SNR wordt beter omdat je meer signaal hebt dus meer defasering richting Mz.
Temporele resolutie wordt langer omdat je een langere TR hebt.
Verhoging Number Signals Average (NSA)
NSA bepaalt hoeveel keer we de scan herhalen.
Contrast blijft hetzelfde omdat het signaal wat je meet hetzelfde blijft.
Spatiële resolutie blijft hetzelfde omdat je evenveel pixels hebt.
SNR wordt beter omdat je het signaal een aantal keer meet en die tel je bij elkaar op dus heb je ook
meer signaal wanneer je ze meerdere keer bij elkaar optelt.
De temporele resolutie wordt langer omdat je meer meet.
Verhoging Contrast Resolutie SNR Temporele
resolutie
TR Minder Blijft hetzelfde Langer Langer
TE Meer Blijft hetzelfde Slechter Blijft hetzelfde
Fliphoek Meer (T1 weging, Blijft hetzelfde Beter Blijft hetzelfde
meer signaal)
FOV Blijft hetzelfde Slechter Beter Blijft hetzelfde
Slice thickness Blijft hetzelfde Slechter Beter Blijft hetzelfde
Matrix Blijft hetzelfde Beter Slechter Langer
NSA Blijft hetzelfde Blijft hetzelfde Beter Langer
Scanpercentage Blijft hetzelfde Beter Slechter Beter
(blijft in het
midden)
Halfscan Blijft hetzelfde Blijft hetzelfde Slechter Slechter
(Z1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8)
Werkcollege 1 CRAST
Verhoging FOV
Als FOV groter wordt blijft de matrix gelijk en krijg je dus een slechtere spatiële resolutie. SNR wordt
minder omdat je pixels kleiner worden. Temporele resolutie blijft hetzelfde omdat er niks veranderd
in de tijd.
Verhoging matrix
Er veranderd niks aan het contrast; je verandert niks aan de TR of TE.
Je ziet meer details omdat je kleinere pixels krijgt dus je hebt een betere spatiële resolutie.
Je hebt kleinere pixels dus de SNR wordt slechter.
Tijd wordt langer omdat je meer lijntjes in het k-vlak moet vullen, je hebt meerdere pixels.
Vergroting plakdikte
Contrast blijft gelijk.
Spatiële resolutie wordt slechter omdat je voxels groter worden.
SNR wordt beter omdat je voxels groter zijn en je hebt dus meer signaal t.o.v. ruis.
Tijd blijft gelijk omdat je nog steeds evenveel lijnen in het k-vlak moet vullen.
Verhoging echotijd (TE)
Je hebt meer contrast omdat je meer signaalverschillen hebt in het T2 effect in het weefsel.
Een kleinere echotijd heeft een betere SNR omdat die veel signaal heeft. Het is een PDW plaatje (dus
meer signaal, minder T1 en T2 contrast omdat er weinig defasering is).
Resolutie blijft gelijk omdat je hetzelfde aantal pixels hebt.
, Temporele resolutie blijft hetzelfde omdat je hetzelfde aantal pixels hebt.
Behalve de TE; hierdoor blijft de scantijd hetzelfde omdat de TR ook hetzelfde blijft.
Verhoging repetitietijd (TR)
Contrast wordt slechter omdat je weinig T1 verschillen hebt.
Spatiële resolutie blijft hetzelfde omdat het aantal pixels niet veranderd.
SNR wordt beter omdat je meer signaal hebt dus meer defasering richting Mz.
Temporele resolutie wordt langer omdat je een langere TR hebt.
Verhoging Number Signals Average (NSA)
NSA bepaalt hoeveel keer we de scan herhalen.
Contrast blijft hetzelfde omdat het signaal wat je meet hetzelfde blijft.
Spatiële resolutie blijft hetzelfde omdat je evenveel pixels hebt.
SNR wordt beter omdat je het signaal een aantal keer meet en die tel je bij elkaar op dus heb je ook
meer signaal wanneer je ze meerdere keer bij elkaar optelt.
De temporele resolutie wordt langer omdat je meer meet.
Verhoging Contrast Resolutie SNR Temporele
resolutie
TR Minder Blijft hetzelfde Langer Langer
TE Meer Blijft hetzelfde Slechter Blijft hetzelfde
Fliphoek Meer (T1 weging, Blijft hetzelfde Beter Blijft hetzelfde
meer signaal)
FOV Blijft hetzelfde Slechter Beter Blijft hetzelfde
Slice thickness Blijft hetzelfde Slechter Beter Blijft hetzelfde
Matrix Blijft hetzelfde Beter Slechter Langer
NSA Blijft hetzelfde Blijft hetzelfde Beter Langer
Scanpercentage Blijft hetzelfde Beter Slechter Beter
(blijft in het
midden)
Halfscan Blijft hetzelfde Blijft hetzelfde Slechter Slechter