1.
Wat is een ‘instituut’ en welke drie typen instituties zijn er volgens Fukuyama?
Antwoord: Instituties kunnen zowel formeel (besluitvormingsregels, wetten, regelgeving) als informeel (ge-dragsregels, gezamenlijke gewoonten) van aard zijn. Betekenis volgens Fukuyama: Instituties = stabiele, gewaardeerde, terugkerende gedragspatronen die buiten individuen blijven bestaan. Deze patronen kunnen de standaardwaarden van menselijke sociabiliteit (= kwaliteit om sociaal te zijn) verstoren, maar wanneer ze afbreken, blijven die originele patronen over. Instituties zijn organisaties zonder winstoogmerk die een normatief doel nastreven. De moderne natiestaat omvat drie sociale instituties (drie instituties die ten grondslag liggen aan de moderne, liberale democratie):
1) Centrale staat (bureaucratie).
2) Rechtsstaat (= regels die de hele bevolking binden, oftewel ‘rule of Law’).
3) Democratische verantwoording.