Hoofdstuk 2: Leven voor, in en met de kunst
Kunstenaars worden vaak gezien met het vooroordeel dat ze een beetje apart zijn. Omdat ze
van oudsher al worden gezien als uitzonderlijke individuen, is er altijd belangstelling geweest
voor hun persoon en hun leven, niet alleen hun werk. Sommige kunstenaars maken gebruik
van deze belangstelling naar hun leven.
Hiernaast zie je zo’n werk waarbij Anton Heyboer zijn
eigen inzicht op het leven laat zien met het kunstwerk
‘’Mijn leven verantwoord’’. Uitspraak van Heyboer: ‘’Mijn
leven is kunst en ik maak geen kunst.’’.
Camiel van Winkel beschreef 3 mythen (vaste verhalen
en beelden over het kunstenaarschap). De eerste is ‘’het
romantische kunstenaarschap’’ van de 19de eeuw; De kunstenaar is vrij en volledig
autonoom. Zijn artistieke productie kan gezien worden als een directe expressie van zijn
innerlijke gemoedsgesteldheid. Daarnaast ‘’het modernistische of avantgardistische
kunstenaarschap’’; De kunstenaar stelt zich juist in betrekking tot de samenleving op.
Autonomie wordt gezien als een verbanning. De derde is ‘’het klassieke kunstenaarschap’’;
De kunstenaar sluit zich aan bij traditie, hecht aan kennis studie, regels en criteria. Dit is een
ouder model uit de Renaissance. Hedendaags onderscheid Van Winkel nog een vierde
kunstenaarschap; ‘’Het kunstenaarschap van de post-artist’’; Niet echt verbonden met de
maatschappij en produceert geen werk, nabootsing. Zoals Andy Warhol met zijn Factory het
media- en bedrijfsleven kopieerde, zo kopieert de post-artist maatschappelijke verschijnselen
als antropologische onderzoeken, gemeenschapswerk en laboratoriumexperimenten.
Representatie: kunstenaars als ‘superhelden’
In het boek van Giorgio Vasari worden kunstenaars beschreven als superhelden, het is
gewijd aan het kunstenaarsleven. Hij laat merken dat kunstenaars door God zijn gestuurd en
dat bij een perfect werk een perfecte kunstenaar hoort. Als werk imperfect is, is de
persoonlijkheid van de kunstenaar dat ook. Sinds dit boek is de belangstelling naar het leven
van kunstenaars alleen maar groter geworden. Zo heeft een kunstwerk zonder naam minder
waarde op de kunstmarkt, en een tentoonstelling zonder naam trekt weinig klandizie. Er zijn
veel kunsthistorische publicaties (boeken, films, biografieën) gewijd aan het leven van een
kunstenaar. Het publiek smult hiervan. Soms worden anekdotes
van de kunstenaar wel aangedikt of verzonnen om de kunstenaar
beter te laten lijken. Zo zit er in elke kunstenaarsbiografie wel een
verhaal over hoe de kunstenaar als kind al artistiek talent had. Zo
gaat er een verhaal dat Giotto een schaap zo goed tekende dat
een kunstenaar die hem tegenkwam hem onder zijn hoede nam.
Bij volwassen kunstenaars wordt vaak een verhaal opgedaan dat
ze moeiteloos en in no time een meesterwerk kunnen maken. Al
deze verhalen zijn bedoeld om te laten zien: Een kunstenaar is
geen gewoon mens, eerder een engel of superheld. Dit idee gelde
zelden voor vrouwelijke kunstenaars.
Michelangelo
In Vasari’s boek stak een kunstenaar er met kop bovenuit: Michelangelo. Hij is de maker van
het beeld David en de schilderingen in de sixtijnse kapel. Vasari beschrijft hoe God een geest
naar aarde zendt die de volmaaktheid van kunst zou kunnen laten zien. Michelangelo kwam
volgens Vasari van de hemel naar aarde, als een soort engel/superheld dus. Zo zou hij geen
vermoeidheid hebben gevoeld toen hij de plafonds van de sixtijnse kapel schilderde en wilde
hij geen geld hebben voor zijn werk in de Sint Pieter. Michelangelo’s karakter was al even
, perfect als zijn kunstwerken. Zijn levenswijze was sober en hij kreeg geen wellustige
gedachten bij het aanschouwen van naakte lichamen. Als uitermate bewijs van zijn
goddelijkheid beschreef Vasari hoe het lijk van Michelangelo na 25 dagen nog volledig intact
was. Hiermee leeft de mythe voort.
Representatie: Kunstenaars als bohemiens
In de 19de eeuw treed er ook een ander beeld naar voren; de kunstenaar als bohemien.
Nogsteeds wordt de kunstenaar als ‘’anders dan gewone mensen’’ gezien, maar nu als een
randfiguur met lage maatschappelijke status. Ze waren erg arm en werden ook wel de
waterdrinkers genoemd, omdat ze geen wijn konden betalen. Zoals Murger schreef: ‘’De
bohème is de eerste stap in het kunstenaarsbestaan en ze vormt de introductie tot de
academie, het ziekenhuis of het mortuarium.’’. Veel kunstenaars sneuvelden door het
gepropageerde vrije kunstenaarschap, los van de bemoeienissen van de kerk, adel en
koningshuis. Toch wilden veel andere kunstenaars in het zwervende en onafhankelijke leven
van de bohemien stappen, zoals Courbet. Hij schilderde zichzelf zo ook, een kunstenaar met
schildersmateriaal op zijn rug, in een ontmoeting met twee heren uit de gegoede burgerij. Bij
het beeld van de kunstenaar als bohemien passen volgende kenmerken:
- arm
- getormenteerd, ploeterend
- miskend
- bandeloos, anti-burgerlijk
Overigens bevat het beeld van de kunstenaar als bohemien ook delen van het klassieke
kunstenaarsbeeld: de kunstenaar is en blijft een genie.
Vincent van Gogh
Een beroemd voorbeeld van zowel de kunstenaars als genie als bohemien is Van Gogh. Hij
is vooral een tragische held. Het beeld wat van hem populair is, is dat hij tijdens zijn leven
niet de erkenning kreeg die hij verdiende. Zo zou hij maar één schilderij hebben verkocht.
Het beeld dat een kunstenaar een meelijwekkende, miskende persoon is waarvan
aanvankelijk niemand het talent ziet, is de typische kunstenaarsheld van de 19de eeuw. Dit
werd zo sterk dat onsuccesvol zijn, een teken van talent werd. Hij zou de tijd zo ver vooruit
zijn, dat het publiek nog niet rijp is voor de kunstwerken. De tragische aspecten van het
leven van Van Gogh zijn overdreven, zodat hij de moderne variant van een superheld werd;
super geniaal, maar wel onsuccesvol. Net als michelangelo werd hij beschreven als een
held, een heilige, maar hij werd ook neergezet als iemand die leed voor zijn kunst. Over de
downs in het leven van Van Gogh weten we door de vele emotievolle brieven die hij schreef.
De downs die veel aandacht kregen, waren zijn predikanten leven (hierdoor werd hij
depressief) en zijn psychische ziektebeelden (niet terug te zien in zijn kunst, door creatieve
verlamming).
Starchitect: Frank Gehry
De behoefte aan superhelden blijft, sommige
hedendaagse kunstenaars hebben de status. Vooral
architecten; de starchitecten. Deze geven vaak door
de bouw van een gebouw een boost aan een hele
stad. Dit is het Bilbao-effect; Bilbao was de eerste
stad die met de bouw van een gebouw een enorme
economische opleving doormaakte. De starchitect
was Frank Gehry met het Guggenheim Museum.
Ondanks hun sterrenstatus hebben stararchitecten
niet altijd een goede reputatie. Ze zouden alleen op roem en geld uit zijn en altijd hetzelfde
trucje doen + totaal niet geïnteresseerd zijn in de sociale effecten van hun architectuur. Frank