Psychologie – mens zijn
Hoorcollege 1
Toetsdoe
1a1. Je kunt de wetenschap psychologie typeren aan de hand van het object en de methoden en
theorieën
Behaviorisme
Psychoanalyse
Humanistische psychologie
Cognitieve psychologie
…
Sociologie:
Richt zich op;
- Biosfeer
- Maatschappij
- Cultuur-subcultuur
- Gemeenschap
- Familie
- Twee personen
Psychologie richt zich op de personen zelf, waarin sociologie zich meer richt op gemeenschappen en
maatschappelijke belangen.
1a2. Je weet wat theorieën zijn en welke functies ze hebben
Wetenschappelijke theorieën: functies
Systematisch en ordelijk beschrijven van verschijnselen in de werkelijkheid
Verklaren en voorspellen van verschijnselen
Creatief nieuwe zienswijzen op een ander domein ontwikkelen (heuristisch)
Alledaagse theorieën: functies
Intuïtief en willekeurig beschrijven van verschijnselen in de werkelijkheid
Onkritisch; uit op bevestiging en niet op weerlegging
Verklaringen achteraf i.p.v. voorspellen.
Maar:
God is niet direct waarneembaar of bewijsbaar
Subjectieve geloofservaringen gelden niet als bewijs
Weten gelovigen dan niet veel meer over de mens?
Hebben we die menswetenschappen wel nodig?
Standpunten in het christelijke kamp;
- Bijbel is genoeg, staat alles al in wat we moeten weten (en psychische problemen zijn gevolg
van de zonde).
- Als je met onjuiste aannames begint, is alles wat je daarna vindt, ook onjuist.
- Er is maar één werkelijkheid; dus wat we ontdekken in Gods geschapen werkelijkheid kan
nooit de Bijbel tegenspreken.
- Bij tegenstellingen: Bijbelse waarheid gaat voor
, - Bijbeluitleg en wetenschap zijn beide feilbaar mensenwerk; spanningen hiertussen zijn niet
altijd op te lossen: steeds met elkaar in gesprek blijven.
In gesprek blijven
Verschillende soorten kennis:
- Alledaagse kennis/ intuïtie
- Wetenschappelijke kennis over wetmatigheden; oorzaken/ gevolgen; hoe werkt het ?
(empirisch)
- ….
1a3. Je weet hoe je theorieën kunt indelen op mechanistisch, personalistisch en organistisch
niveau en welke mensbeelden daarbij horen
(levensbeschouwelijke vooronderstellingen):
Kleuren (vaak onbedoeld) het zgn. objectieve zoeken naar waarheid
Leren kennen van mensbeelden achter theorieën!
Specifieke theorie: specialisme/ abstractie= reductie van de werkelijkheid; bepaalde bril.
Soms wordt vergeten dat dit niet het hele plaatje is
Verliefdheid= hersenactiviteit.
Wat is de rol van de omgeving in het gedrag van de mens?
Personalistisch
De andere theorieën zijn mogelijk ook aanwezig
Mensen maken zelf keuzes en hebben vrijheid om hierover te beslissen door de betekenis
die iemand aan zichzelf en zijn omgeving toekent.
Op grond van belangen, idealen en wat diegene zelf wil
Past beter bij het christelijk mensbeeld.
Organistisch
De mens is niet af, het gedrag wordt niet volledig bepaald door de ‘hardware’ maar er is een
wisselwerking tussen mens en omgeving.
Wat meer evolutionaire theorieën.
Mechanistisch
Mens wordt beschouwd als een robot. Een mens reageert op dingen van buitenaf. Wij zijn
ons brein.
Heel weinig vrijheid.
Behaviorisme
Basisuitgangspunten/ mensbeeld
Wetenschapsfilosofische opvatting mbt. Objectiviteit
Mens-dier
Leerprocessen
Tabula rasa
Reductie: complex= optelsom (mens lijkt complex, maar is vaak het oorzaak-gevolg principe)
1a4. Je weet wat de algemene systeemtheorie inhoudt
1b1. Je kent de belangrijkste basisuitgangspunten, de hoofdlijnen uit de geschiedenis, en het
mensbeeld van het behaviorisme
Hoorcollege 1
Toetsdoe
1a1. Je kunt de wetenschap psychologie typeren aan de hand van het object en de methoden en
theorieën
Behaviorisme
Psychoanalyse
Humanistische psychologie
Cognitieve psychologie
…
Sociologie:
Richt zich op;
- Biosfeer
- Maatschappij
- Cultuur-subcultuur
- Gemeenschap
- Familie
- Twee personen
Psychologie richt zich op de personen zelf, waarin sociologie zich meer richt op gemeenschappen en
maatschappelijke belangen.
1a2. Je weet wat theorieën zijn en welke functies ze hebben
Wetenschappelijke theorieën: functies
Systematisch en ordelijk beschrijven van verschijnselen in de werkelijkheid
Verklaren en voorspellen van verschijnselen
Creatief nieuwe zienswijzen op een ander domein ontwikkelen (heuristisch)
Alledaagse theorieën: functies
Intuïtief en willekeurig beschrijven van verschijnselen in de werkelijkheid
Onkritisch; uit op bevestiging en niet op weerlegging
Verklaringen achteraf i.p.v. voorspellen.
Maar:
God is niet direct waarneembaar of bewijsbaar
Subjectieve geloofservaringen gelden niet als bewijs
Weten gelovigen dan niet veel meer over de mens?
Hebben we die menswetenschappen wel nodig?
Standpunten in het christelijke kamp;
- Bijbel is genoeg, staat alles al in wat we moeten weten (en psychische problemen zijn gevolg
van de zonde).
- Als je met onjuiste aannames begint, is alles wat je daarna vindt, ook onjuist.
- Er is maar één werkelijkheid; dus wat we ontdekken in Gods geschapen werkelijkheid kan
nooit de Bijbel tegenspreken.
- Bij tegenstellingen: Bijbelse waarheid gaat voor
, - Bijbeluitleg en wetenschap zijn beide feilbaar mensenwerk; spanningen hiertussen zijn niet
altijd op te lossen: steeds met elkaar in gesprek blijven.
In gesprek blijven
Verschillende soorten kennis:
- Alledaagse kennis/ intuïtie
- Wetenschappelijke kennis over wetmatigheden; oorzaken/ gevolgen; hoe werkt het ?
(empirisch)
- ….
1a3. Je weet hoe je theorieën kunt indelen op mechanistisch, personalistisch en organistisch
niveau en welke mensbeelden daarbij horen
(levensbeschouwelijke vooronderstellingen):
Kleuren (vaak onbedoeld) het zgn. objectieve zoeken naar waarheid
Leren kennen van mensbeelden achter theorieën!
Specifieke theorie: specialisme/ abstractie= reductie van de werkelijkheid; bepaalde bril.
Soms wordt vergeten dat dit niet het hele plaatje is
Verliefdheid= hersenactiviteit.
Wat is de rol van de omgeving in het gedrag van de mens?
Personalistisch
De andere theorieën zijn mogelijk ook aanwezig
Mensen maken zelf keuzes en hebben vrijheid om hierover te beslissen door de betekenis
die iemand aan zichzelf en zijn omgeving toekent.
Op grond van belangen, idealen en wat diegene zelf wil
Past beter bij het christelijk mensbeeld.
Organistisch
De mens is niet af, het gedrag wordt niet volledig bepaald door de ‘hardware’ maar er is een
wisselwerking tussen mens en omgeving.
Wat meer evolutionaire theorieën.
Mechanistisch
Mens wordt beschouwd als een robot. Een mens reageert op dingen van buitenaf. Wij zijn
ons brein.
Heel weinig vrijheid.
Behaviorisme
Basisuitgangspunten/ mensbeeld
Wetenschapsfilosofische opvatting mbt. Objectiviteit
Mens-dier
Leerprocessen
Tabula rasa
Reductie: complex= optelsom (mens lijkt complex, maar is vaak het oorzaak-gevolg principe)
1a4. Je weet wat de algemene systeemtheorie inhoudt
1b1. Je kent de belangrijkste basisuitgangspunten, de hoofdlijnen uit de geschiedenis, en het
mensbeeld van het behaviorisme