Periode 3:
- De student weet wat radioactiviteit is en kan de eigenschappen van de verschillende
stralingssoorten en bijbehorende spectra, vervalwijze, vervaltijd en naamgeving benoemen.
- De student kan onderscheid maken tussen de verschillende patiëntengroepen in de nucleaire
geneeskunde en hierbij passende berekeningen van de effectieve volgdosis uitvoeren.
03-001:
KERMA: Kinetic Energy Released in Material
- K (kerma) Gy
- Kermatempo Gy/s
Gedefinieerd voor:
- Alle materialmen
- Indirect ioniserende straling
GEABSORBEERDE DOSIS:
- D (geabsorbeerde dosis) Gy
- Dosistempo Gy/s
Gedefinieerd voor:
- Alle materialen
- Alle soorten straling
Relatie tussen K en D:
- K alle overgedragen energie
D = K x (1-g)
- D alle geabsorbeerde energie
- Het verschil in energie is de remstralingsproductie g
Exposie:
- Q lading van de ionen van een teken in Coulomb
- m van de droge lucht in kg
- X is in C/kg
-
- X (exposie) C/kg
, - Exposietempo C kg-1 s-1
Gedefinieerd voor:
- Lucht
- Fotonenstraling (tot max versnelspaning 250 kV)
g = remstralingsfractie nodig vanaf D of X
Wlucht/e = 33,97 J/C nodig tussen D/K en X
Geabsorbeerde dosis is geen goede maat voor het biologische effect van straling op het menselijk
lichaam.
Welke factoren beïnvloeden het biologisch effect:
1. Verschil in biologische werkzaamheid van verschillende stralingssoorten
- H = Equivalente dosis
o Wr= radiation weighting factor
o = stralingsweegfactor
o H = Sievert (Sv)
o De geabsorbeerde dosis gecorrigeerd voor de soort straling
- Equivalent dosistempo
o Sv/s
o Alle weefsels en alle soorten straling
- E= effectieve dosis
o Ht = de equivalente dosis H per lichaamsweefsel ( t= tissue)(Sv)
o Wt = tissue weighting factor = weefselweegfactor
o Een maat voor de stralingsschade in het menselijke lichaam
, Voorbeeld:
Stel een alfastralende radioactieve stof geeft een longdosis van D long= 1 mGy en geen
aanmerkelijke dosis op andere organen.
Dan is de equivalente longdosis Hlong = 20 mSv
(wr = 20 voor alfa’s).
De effectieve dosis wordt dan
E = wlong · Hlong = 0,12 · 20 = 2,4 mSv.
Deze effectieve dosis geeft hetzelfde risico op inductie van kanker als een blootstelling van
het gehele lichaam aan 2,4 mSv.
- Effectief doistempo:
o Sv/s
o Het gehele menselijk lichaam en alle soorten straling
o
1. Verschil in stralingsgevoeligheid van verschillende organen
2. Ongelijke dosisverdeling over organen
Keten:
03-002:
OR: orale oftewel inname via de mond (ingestie)
IV: intraveneus, oftewel opname via de bloedbaan
Volgdosiscoëfficiënt = mSv/MBq
Volgdosis neemt af met toenemende leeftijd, omdat hoe ouder, hoe langzamer de celdeling dus hoe
lager het biologisch risico
03-003:
, Ex = Effectieve volgdosis welke een patiënt gedurende een x-aantal jaar ontvangt bij een eenmalige
inname van een bepaalde activiteit
Volwassen persoon: x = 50 jaar E50
Kind: x = 50 + (20-leeftijd kind) E70-leeftijd kind
E50 afhankelijk van
- Fysische eigenschappen radionuclide (T1/2 fys, A, E)
- Fysische eigenschappen uitgezonden straling (α, β, γ)
- Metabool gedrag stof (waar)
- Anatomie en metabool gedrag menselijk lichaam (waar, T1/2 biol)
- Radiobiologische gegevens bestraalde organen (T1/2 biol, bron/doel organen)
Complexe modellen: IRCP – E50 = e50 ∙ Ain
• E50 = e50 ∙ Ain
E50 = effectieve volgdosis in Sv
Ain = hoeveelheid inname radioactieve stof in Bq
e50 = effectieve volgdosiscoëfficiënt in Sv∙Bq-1:
‘hoeveel dosis loopt patiënt in 50 jaar op bij inname van 1 Bq aan activiteit’
• e50 afhankelijk van
Wat – nuclide
Welke – chemische verbinding en fysische vorm
Hoe – wijze van inname
Wie – leeftijd en biologisch gedrag patiënt