college Spieren
soorten spierweefsel:
- willekeurige beheersing → skeletspieren
- onwillekeurige beheersing → hartspier en gladde spieren
skeletspieren: →direct of indirect met botten verbonden
functies:
- bewegingen van het skelet
- behoud van houding en lichaamspositie
- steun aan weke delen
- beschermen van in- en uitgangen
- behoud van lichaamstemperatuur
soorten contracties:
concentrische contractie → de lengte van de spier wordt korter
tijdens de contractie
excentrische contractie → de lengte van de spier wordt langer
tijdens de contractie
isometrische contractie → de lengte van de spier blijft gelijk
bewegingen:
frontaal: abductie/adductie
sagitaal: flexie/extensie
,transversaal: endorotatie/exorotatie
spier → spierbundel → spiervezel → myofibril → sarcomeer (myofilamenten/actinefilamenten)
sarcomeer: zich herhalende functionele eenheid van myofibrillen
onderdelen van sarcomeer → myofilamenten
- dunne filamenten (vooral actine)
- dikke filamenten (vooral myosine)
aansturing spieren:
● start actiepotentiaal (prikkel) in de frontale cortex
- actiepotentiaal via het ruggenmerg naar de efferente zenuwen
● verbinding motorische eindplaat
- neuron die in verbinding staat met een spiervezel (motorische eindplaat)
- geactiveerd motorneuron stuurt een prikkel naar de spiervezel
● afgifte acetylcholine
- acetylcholine is een neurotransmitter die door het motorneuron wordt
afgegeven aan de spiervezel
● actiepotentiaal over sarcolemma
- acetylcholine bindt op de spiervezel en activeert deze → er ontstaat een
elektrische prikkel
- actiepotentiaal gaat via de T-tubuli de spiervezel binnen en maakt contact
met ER
● afgifte calcium ionen SER
- AP of elektrische prikkel reguleert de afgifte van calciumionen in de
spiervezel
,Energie voor spieren → ATP
- aeroob (met zuurstof) → lichte activiteit
- anaeroob lactisch (zonder zuurstof) → middelmatige zware activiteit → afbraak van
glucose en glycogeen
- anaeroob alactisch (zonder zuurstof) → maximale korte inspanning → geen afbraak
van glucose en glycogeen
spiervezeltype:
snelle vezels: produceren krachtige, korte spiercontracties
trage vezels: produceren trage, langdurige contracties
Hartspierweefsel
- kleine spiervezels
- één kern per spiervezel
- aerobe metabolisme
- intercalaire schijven
- lange contractieduur
- onwillekeurige aansturing
- geen tetanuscontractie
glad spierweefsel
- spiercellen zonder strepingen (geen
sarcomeren)
- calcium veroorzaakt andere contracties dan bij
andere spiertypen
- kunnen over grotere afstand samentrekken
- onwillekeurige spieren (gereguleerd door
zenuwstelsel)
college bewegingsstoornissen:
ziekte van Huntington:
- neurodegeneratieve bewegingsstoornis (alle spieren zijn beschadigd)
- leeftijd 30-45 jaar
- DNA onderzoek
kenmerken → Chorea (spieren niet onder controle), karakterveranderingen en dementie
genetische aandoening:
- autosomaal dominant
- afwijkend gen op chromosoom 4
, - hersenatrofie in de basale kern
als één van de ouders Huntington heeft krijgt 50% van de kinderen de aandoening
uiting van Huntington in de hersenen:
aantasting van basale kernen en zenuwbanen in
de hersenen
- meerdere CAG patronen in het DNA
- abnormale eiwitten
- samenklonteren van abnormale eiwitten in
de basale kernen
- toxische fragmenten
- atrofie van basale kernen die bewegingen
coördineren
- Dopamine imbalance (overschot of tekort)
symptomen:
- begin: gedragsproblemen,
karakterverandering (agitatie en achterdocht)
- later: motorische problemen met Chorea, cognitieve achteruitgang, psychiatrische
klachten (angst en depressie), dwanggedachten, wanen, hallucinaties, impuls
controle is slecht, vermagering, incontinentie voor urine en stoelgang
Chorea → tekort aan Dopamine
onwillekeurige bewegingen:
- de ziekte begint met onwillekeurige (choreatische) bewegingen die heel geleidelijk
beginnen
- geleidelijk aan toenemende moeite met het uitvoeren van complexe willekeurige
motorische handelingen
- trage oogbewegingen
- onwillekeurige bewegingen in het aangezicht
- onwillekeurige bewegingen in de ledematen
- hyperreflexie
- onzeker gang met verbreed gangspoor
- dystonie ( te hoge spierspanning)
- incontinentie
behandeling:
➢ dopamine heropname remmers → bij tekort aan dopamine
- verhogen de beschikbaarheid van dopamine
- onderdrukken chorea
soorten spierweefsel:
- willekeurige beheersing → skeletspieren
- onwillekeurige beheersing → hartspier en gladde spieren
skeletspieren: →direct of indirect met botten verbonden
functies:
- bewegingen van het skelet
- behoud van houding en lichaamspositie
- steun aan weke delen
- beschermen van in- en uitgangen
- behoud van lichaamstemperatuur
soorten contracties:
concentrische contractie → de lengte van de spier wordt korter
tijdens de contractie
excentrische contractie → de lengte van de spier wordt langer
tijdens de contractie
isometrische contractie → de lengte van de spier blijft gelijk
bewegingen:
frontaal: abductie/adductie
sagitaal: flexie/extensie
,transversaal: endorotatie/exorotatie
spier → spierbundel → spiervezel → myofibril → sarcomeer (myofilamenten/actinefilamenten)
sarcomeer: zich herhalende functionele eenheid van myofibrillen
onderdelen van sarcomeer → myofilamenten
- dunne filamenten (vooral actine)
- dikke filamenten (vooral myosine)
aansturing spieren:
● start actiepotentiaal (prikkel) in de frontale cortex
- actiepotentiaal via het ruggenmerg naar de efferente zenuwen
● verbinding motorische eindplaat
- neuron die in verbinding staat met een spiervezel (motorische eindplaat)
- geactiveerd motorneuron stuurt een prikkel naar de spiervezel
● afgifte acetylcholine
- acetylcholine is een neurotransmitter die door het motorneuron wordt
afgegeven aan de spiervezel
● actiepotentiaal over sarcolemma
- acetylcholine bindt op de spiervezel en activeert deze → er ontstaat een
elektrische prikkel
- actiepotentiaal gaat via de T-tubuli de spiervezel binnen en maakt contact
met ER
● afgifte calcium ionen SER
- AP of elektrische prikkel reguleert de afgifte van calciumionen in de
spiervezel
,Energie voor spieren → ATP
- aeroob (met zuurstof) → lichte activiteit
- anaeroob lactisch (zonder zuurstof) → middelmatige zware activiteit → afbraak van
glucose en glycogeen
- anaeroob alactisch (zonder zuurstof) → maximale korte inspanning → geen afbraak
van glucose en glycogeen
spiervezeltype:
snelle vezels: produceren krachtige, korte spiercontracties
trage vezels: produceren trage, langdurige contracties
Hartspierweefsel
- kleine spiervezels
- één kern per spiervezel
- aerobe metabolisme
- intercalaire schijven
- lange contractieduur
- onwillekeurige aansturing
- geen tetanuscontractie
glad spierweefsel
- spiercellen zonder strepingen (geen
sarcomeren)
- calcium veroorzaakt andere contracties dan bij
andere spiertypen
- kunnen over grotere afstand samentrekken
- onwillekeurige spieren (gereguleerd door
zenuwstelsel)
college bewegingsstoornissen:
ziekte van Huntington:
- neurodegeneratieve bewegingsstoornis (alle spieren zijn beschadigd)
- leeftijd 30-45 jaar
- DNA onderzoek
kenmerken → Chorea (spieren niet onder controle), karakterveranderingen en dementie
genetische aandoening:
- autosomaal dominant
- afwijkend gen op chromosoom 4
, - hersenatrofie in de basale kern
als één van de ouders Huntington heeft krijgt 50% van de kinderen de aandoening
uiting van Huntington in de hersenen:
aantasting van basale kernen en zenuwbanen in
de hersenen
- meerdere CAG patronen in het DNA
- abnormale eiwitten
- samenklonteren van abnormale eiwitten in
de basale kernen
- toxische fragmenten
- atrofie van basale kernen die bewegingen
coördineren
- Dopamine imbalance (overschot of tekort)
symptomen:
- begin: gedragsproblemen,
karakterverandering (agitatie en achterdocht)
- later: motorische problemen met Chorea, cognitieve achteruitgang, psychiatrische
klachten (angst en depressie), dwanggedachten, wanen, hallucinaties, impuls
controle is slecht, vermagering, incontinentie voor urine en stoelgang
Chorea → tekort aan Dopamine
onwillekeurige bewegingen:
- de ziekte begint met onwillekeurige (choreatische) bewegingen die heel geleidelijk
beginnen
- geleidelijk aan toenemende moeite met het uitvoeren van complexe willekeurige
motorische handelingen
- trage oogbewegingen
- onwillekeurige bewegingen in het aangezicht
- onwillekeurige bewegingen in de ledematen
- hyperreflexie
- onzeker gang met verbreed gangspoor
- dystonie ( te hoge spierspanning)
- incontinentie
behandeling:
➢ dopamine heropname remmers → bij tekort aan dopamine
- verhogen de beschikbaarheid van dopamine
- onderdrukken chorea