1
Diabetes Mellitus
Literatuur: deel 2, hoofdstuk 3. De Verpleegkundige in de Zorg aan Chronisch Zieken. Van Vuuren en
Vermeij. Hoofdstuk 12. Pathologie. Van Zelman en anderen, Pearson, 7 de editie. Hoofdstuk 12, sectie
3. Spijsvertering. Anatomie & Fysiologie van Ross en Wilson, editie 11.
Is een aandoening waarbij de glucose huishouding verstoord is en waarbij hyperklykemie optreedt.
Diabetes is een gevolg van complexe interacties tussen erfelijke factoren, omgevingsfactoren en
leefstijl. Er zijn meerdere typen van diabetes.
Bloedglucosewaarden: Glykemie: normale glucose huishouding. Glucose nuchter bloed: 4 – 6
mmol/ml, glucose in urine negatief. Hyperglykemie: diabetes mellitus. Glucose is nuchter hoger dan 6
mmol/ml, glucose is aantoonbaar in de urine. Hypoglykemie: te lage glucosewaarden in het bloed.
Glucose nuchter lager dan 4 mmol/ml.
Pathofysiologie: Verschillende vormen diabetes mellitus:
* diabetes mellitus type 1 (DM1) - latent auto-immune diabetes in adults (LADA)
* diabetes mellitus type 2 (DM2) - maturity-onset diabetes on the young (MODY), - maternal-
inherited diabetes and deafness (MIDD), - zwangerschapsdiabetes. Algemeen kenmerk: te hoge
bloedglucosewaarden.
Diabetes is een verstoorde glucose huishouding. De glucosewaarden in het bloed zijn verhoogd,
glucose via het voedsel opgenomen wordt opgeslagen in de spieren, lever en vetweefsels. Glycogeen
= glucose opslag. Glucose is brandstof voor cellen - bewegen, celstofwisseling, lichaamswarmte,
brandstof voor organen en weefsels. Weefselherstel, onderhoud, groei, enz.
<<< Celstofwisseling
Glucose verbranding
Katabolisme = de afbraak van
glucose. Katabolisme van glucose
is een manier om cellen van
energie te voorzien. Energie =
adenosinetrifosfaat.
Adenosinetrifosfaat of ATP bevat
energierijke verbindingen:
1 molecule glucose + 6 moleculen
zuurstof >> 6 moleculen
koolstofdioxide en 6 moleculen
water en 36 ATP.
Bij diabetes heb je: Een teveel aan bloedglucose. Tekort aan glucose in het organisme. Endocriene
gedeelte van de pancreas is betrokken bij diabetes. Hormoon
insuline speelt een rol bij de ontwikkeling van diabetes. Insuline:
hormoon, stimuleert de opname van glucose in het organisme
* verlaagt de bloedglucose waarden, homeostase van de
glucosehuishouding. De pancreas – onderdeel van het
spijsverteringskanaal: ligt achter de maag en onder de lever, heef
zowel exocriene en endocriene cellen, de endocriene cellen zijn
georganiseerd in de eilandjes van Langerhans, de cellen daarvan
geven insuline en glucagon af.
Diabetes Mellitus
Literatuur: deel 2, hoofdstuk 3. De Verpleegkundige in de Zorg aan Chronisch Zieken. Van Vuuren en
Vermeij. Hoofdstuk 12. Pathologie. Van Zelman en anderen, Pearson, 7 de editie. Hoofdstuk 12, sectie
3. Spijsvertering. Anatomie & Fysiologie van Ross en Wilson, editie 11.
Is een aandoening waarbij de glucose huishouding verstoord is en waarbij hyperklykemie optreedt.
Diabetes is een gevolg van complexe interacties tussen erfelijke factoren, omgevingsfactoren en
leefstijl. Er zijn meerdere typen van diabetes.
Bloedglucosewaarden: Glykemie: normale glucose huishouding. Glucose nuchter bloed: 4 – 6
mmol/ml, glucose in urine negatief. Hyperglykemie: diabetes mellitus. Glucose is nuchter hoger dan 6
mmol/ml, glucose is aantoonbaar in de urine. Hypoglykemie: te lage glucosewaarden in het bloed.
Glucose nuchter lager dan 4 mmol/ml.
Pathofysiologie: Verschillende vormen diabetes mellitus:
* diabetes mellitus type 1 (DM1) - latent auto-immune diabetes in adults (LADA)
* diabetes mellitus type 2 (DM2) - maturity-onset diabetes on the young (MODY), - maternal-
inherited diabetes and deafness (MIDD), - zwangerschapsdiabetes. Algemeen kenmerk: te hoge
bloedglucosewaarden.
Diabetes is een verstoorde glucose huishouding. De glucosewaarden in het bloed zijn verhoogd,
glucose via het voedsel opgenomen wordt opgeslagen in de spieren, lever en vetweefsels. Glycogeen
= glucose opslag. Glucose is brandstof voor cellen - bewegen, celstofwisseling, lichaamswarmte,
brandstof voor organen en weefsels. Weefselherstel, onderhoud, groei, enz.
<<< Celstofwisseling
Glucose verbranding
Katabolisme = de afbraak van
glucose. Katabolisme van glucose
is een manier om cellen van
energie te voorzien. Energie =
adenosinetrifosfaat.
Adenosinetrifosfaat of ATP bevat
energierijke verbindingen:
1 molecule glucose + 6 moleculen
zuurstof >> 6 moleculen
koolstofdioxide en 6 moleculen
water en 36 ATP.
Bij diabetes heb je: Een teveel aan bloedglucose. Tekort aan glucose in het organisme. Endocriene
gedeelte van de pancreas is betrokken bij diabetes. Hormoon
insuline speelt een rol bij de ontwikkeling van diabetes. Insuline:
hormoon, stimuleert de opname van glucose in het organisme
* verlaagt de bloedglucose waarden, homeostase van de
glucosehuishouding. De pancreas – onderdeel van het
spijsverteringskanaal: ligt achter de maag en onder de lever, heef
zowel exocriene en endocriene cellen, de endocriene cellen zijn
georganiseerd in de eilandjes van Langerhans, de cellen daarvan
geven insuline en glucagon af.