Samenvatting sociale psychologie

wat is het halo-effect?

Antwoord: de neiging om als iemand een positieve eigenschap heeft, dit te generaliseren naar andere eigenschappen

intentionele gevolgtrekkingen:

Antwoord: gaan meestal niet automatisch en vinden doelgericht plaats. (sollicitatie)

wat gebeurt er bij assimilatie

Antwoord: je oordeel schuift in de richting die het meest toegankelijk is. (arrogant of zelfverzekerd)

contrast:

Antwoord: je oordeel schuift in de tegenovergestelde richting van wat het meest toegankelijk is

wat is primacy

Antwoord: de eerste informatie heeft meer invloed dan de latere. de volgorde van eigenschappen maakt dus uit

Wat is subjectief zelfbewustzijn

Antwoord: Het vermogen om onderscheid te maken tussen dat gene wat zelf is en dat gene dat vreemd is

wat is objectief bewustzijn

Antwoord: Het vermogen om op een objectieve, afstandelijke manier naar jezelf te kijken

Wat is het nadeel van een verhoogd zelfbebustzijn

Antwoord: Slecht presteren door te veel nadenken, Het kan leiden tot angstige of depressieve gevoelens ivm gedachten over falen en tekort schieten

wat is extensief bewustzijn

Antwoord: Het vermogen om je huidige ervaringen te integreren in de al bestaande ervaringen

wat is de zelfperceptietheorie

Antwoord: Mensen leren over zichzelf door oo een nuchtere, objectieve manier naar hun gedrag te kijken en daaruit persoonlijkheid af te leiden

stemming

Antwoord: als we niet precies weten waar onze gevoelens over gaan

koude cognitie

Antwoord: als je niet emotioneel bent en denkt hoe je zal reageren in een situatie

warme cognitie

Antwoord: wanneer je in de situatie zit en de emoties daadwerkelijk aan de orde zijn

evolutionaire verklaring van Darwin over emoties

Antwoord: emotionele uitingen hebben ooit een functie gehad om een actie kracht bij te zetten of om een bepaalde functie te vervullen (huilen om ogen te beschermen). emotionele expressie stond in dienst van het gedrag en niet van het gevoel

verklaring van William James over emotionele expressie

Antwoord: de waarneming van de lichamelijke verandering is de emotie

3 componenten van attitudes

Antwoord: 1 coginities (dit is interessant) 2 affectief (ik vind dit leuk om te lezen) 3 gedragscomponent (ik lees verder)

balanstheorie van Heider

Antwoord: mensen vinden het onprettig wanneer ideeën en gedragingen niet met elkaar overeenstemmen.

model van gepland gedrag Azjen

Antwoord: het model gaat er van uit dat de beste voorspeller van gedrag is wat mensen van plan zijn, dus welke intentie ze hebben

waargenomen gedragscontrole

Antwoord: de mate waarin men denkt werkelijk in staat te zijn het gedrag te vertonen

overredende communicatie

Antwoord: aandacht, begrip, overtuiging, attitudeverandering

proust-effect

Antwoord: geuren sturen ons gedrag

signaalstimuli/cues

Antwoord: (rode vlek op snavel) alleen verzoek heeft minste effect, verzoek met onzin rede heeft heel veel effect, verzoek met geldige rede heeft bijna geen extra effect

stel-je-eens-voor techniek

Antwoord: het sturen van een voorstelling die mensen zich maken bij een bepaald product

contrastprincipe

Antwoord: eerst duurder en dan iets minder duur

prompts/prompting

Antwoord: kort geformuleerde boodschappen die mensen eraan moeten herinneren gewenst gedrag te vertonen in een specifieke situatie

optimale distinctiviteitstheorie

Antwoord: mensen zijn op zoek naar evenwicht tussen ergens bij horen en uniek zijn

sociale fascilitatietheorie

Antwoord: aanwezigheid van anderen wekt arousel op, omdat je nooit zeker weet hoe anderen op je reageren. hierdoor vertonen we de meest dominante respons

social loafing

Antwoord: motivatieverlies, omdat bij een grote groep mensen het idee hebben dat hun prestaties minder effect hebben en minder worden opgemerkt

free-rider-effect

Antwoord: wel voordeel van het eindresultaat zonder inspanning

sucker-effect

Antwoord: je wilt voorkomen dat jij zelf als enige inspanning levert

categorie-accentuatie

Antwoord: mensen gaan categorieën (groepen) met elkaar contrasteren en zo accentueer je de verschillen

assimilatie

Antwoord: binnen een categorie als meer gelijk

contrast

Antwoord: verschillen tussen categorieën

3 niveaus groepen

Antwoord: micro: familie meso: sportclub macro: land/cultuur

sociale rol theorie van Alice Eagly

Antwoord: de rol die je krijgt in de samenleving is van invloed op hoe je je gedraagt. als anderen je waarnemen zijn ze geneigd aan te nemen dat je bent zoals je je gedraagt