DOELSTELLINGEN EN
AANTEKENINGEN INTENSIEVE ZORG
Blok 3, leerjaar 1, Hogeschool Viaa
Laura
, Inhoudsopgave
Week 1 ..................................................................................................................................................... 2
Week 2 ................................................................................................................................................... 25
Week 3 ................................................................................................................................................... 39
Week 4 ................................................................................................................................................... 61
Week 5 ................................................................................................................................................... 72
Week 6 ................................................................................................................................................... 87
Week 7 ................................................................................................................................................. 104
Week 8 ................................................................................................................................................. 112
, Week 1
College 1: Introductie Intensieve Zorg
De student kan:
1. Beschrijven wat intensieve zorg is;
- Zorg waarbij er ook sprake kan zijn van een langdurige ziekte, hierin komen we in een fase
waarin we echt moeten gaan behandelen.
- Doelgroep: Mensen met somatische en psychische aandoeningen in de behandelfase
- De ziekte, de behandeling van de ziekte en de consequenties van de ziekte voor het directe
functioneren staat centraal.
- Verpleegkundige zorg:
• Gericht op ‘behandelen en begeleiden’
• Sprake van sterke invloed van medische diagnostiek en behandeling op de aard van
verpleegkundige zorg
• ICD – dominant/ genezing - dominante zorg
- Dominante zorg gericht op genezing
2. Aan de hand van voorbeelden uitleggen dat intensieve zorg binnen verschillende
zorgsettingen voorkomt;
- Ziekenhuis, VVT, Psychiatrie, verstandelijke beperking, palliatieve zorg, jeugdzorg
3. Benoemen wat de opzet van het blok ‘intensieve zorg’ is.
- N.v.t.
College 2: Darmaandoeningen en Colitis Ulcerosa
De student kan:
1. De normale bouw en functie van het darmstelsel beschrijven; (op basis van voorbereiding)
Dunne darm
De dunne darm ligt aan de pylorus sfincter (maagportier), in het verlengde van de maag. De
dunne darm is iets langer dan 5 meter. Hij voert in de dikke darm via de valva ileocaecalis
(klep van Bauhin) en ligt in de buikholte omgeven door de dikke darm. In de dunne darm
wordt de chemische vertering van voedsel voltooid en vindt het grootste deel van de
opname van de meeste voedingsstoffen plaats. De wand van de dunne darm bestaat uit vier
weefsellagen (twee hiervan: peritoneum, mucosa).De dunne darm bestaat uit 3 delen die in
elkaars verlengde liggen:
- Duodenum/twaalfvingerige darm: de duodenum is ongeveer 25 cm lang en buigt zich
rond de kop van de pancreas. Het is het eerste deel van de dunne darm dat gedeeltelijk
verteerde voedingsmiddelen ontvangt van de maag, dat voedingsstoffen opneemt en dat
de verteerde voedingsmiddelen afvoert naar het jejunum (nuchtere darm).
- Jejunum/nuchtere darm: dit is het middendeel van de dunne darm. Hier worden de
voedingsstoffen uit de voeding opgenomen in het bloed.
- Ileum/kronkeldarm: dit is het laatste deel van de dunne darm. In dit deel worden de
laatste voedingsstoffen en sommige vitamines opgenomen. Vanuit het ileum gaan de
voedselresten naar de dikke darm. De ileum voorkomt ook terugstroming van voeding.
Functies dunne darm:
- Voortbeweging van de inhoud door peristaltiek, die wordt versterkt door
parasympatische stimulering
- Uitscheiding van darmsap, eveneens verstrekt door parasympatische stimulering
- Voltooiing van de chemische vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten in de
enterocyten van de darmvlokken
- Bescherming door zowel de losse lymfefollikels alsook geaggregeerde lymfefollikels
tegen infectie met micro-organismen die maagzuur hebben overleefd
- Uitscheiding van de hormonen CCK en secretine
- Absorptie van voedingsstoffen
, Dikke darm
De dikke darm is ongeveer 1,5 meter lang en het laatste stuk van het spijsverteringskanaal.
De dikke darm vormt een kader rond de kronkelende dunne darm. In de dikke darm wordt de
brij met voedselresten ingedikt. Er worden water en zouten uitgehaald, dit komt via het
slijmvlies in het bloed. De dikke darm is opgebouwd uit (opgebouwd uit vier weefsellagen):
- Caecum/blindedarm: dit is het eerste deel van de dikke darm. Het is een verwijd deel dat
blind eindigt en overgaat in het colon ascendens. De caecum ontvangt bijna volledig
verteerde voedingsmiddelen van het ileum en laat deze toe in het colon.
- Colon/karteldarm: dit is het langste gedeelte van de dikke darm dat bijna volledig
verteerde voedingsmiddelen ontvangt van het caecum, dat water en voedingsstoffen
opneemt en dat de afvalstoffen naar het rectum afvoert. Het colon heeft 4 onderdelen
die dezelfde structuur en functies hebben:
1. De colon ascendens
2. De colon transversum
3. De colon descendes
4. De colon sigmoïdeum of sigmoïd
- Rectum/endeldarm: verwijd deel van de dikke darm en leidt van het colon sigmoïdeum
naar het anale kanaal. In het rectum wordt de ontlasting tijdelijk opgeslagen voordat het
naar buiten komt.
- Anaal kanaal: dit is een korte doorgang die van het rectum naar buiten loopt.
Functie dikke darm:
- Absorptie
- Activiteit van micro-organismen
- Massatransport
- Defecatie
Peritoneum (buikvlies)
• Bouw → Het buikvlies bestaat uit twee delen:
o Het peritoneum parietale (bekleedt de binnenzijde van de buik)
o Het peritoneum viscarale (bekleedt de buitenkant van de inwendige
organen)
• Functie:
o Slaat vet op, dat zowel isolatie als energieopslag is voor de lange termijn
Endeldarm
De endeldarm vormt de opslagplek voor de ontlasting totdat deze vol zit. Als je endeldarm vol zit,
gaat er een seintje naar je hersenen waardoor je aandrang krijgt om naar het toilet te gaan. De
ontlasting verblijft ongeveer 24 uur in je endeldarm voordat je het uitpoept.
Anus
Je ontlasting verlaat je lichaam via je anus. Je anus bestaat uit kringspieren die ervoor zorgen dat je
endeldarm afgestoten is. Je anus vormt een barrière voor ziekteverwekkers die je in je endeldarm
klachten kunnen veroorzaken, maar bovendien zorgt je anus ervoor dat lucht en ontlasting je lichaam
kan verlaten.
2. De genoemde darmaandoeningen in het college als oriëntatie op darmaandoeningen kort
beschrijven;
- Coeliakie (glutenallergie/intolerantie) = auto-immuunziekte. Het lichaam is overgevoelig
voor gluten. Als het lichaam in aanraking komt met gluten beschadigen de darmvlokken,
waardoor buikklachten ontstaan. De darmvlokken zijn grotendeels verdwenen, waardoor de
darmvlokken kleiner zijn. Hierdoor is de opname van vocht en voedingsstoffen moeilijker.
AANTEKENINGEN INTENSIEVE ZORG
Blok 3, leerjaar 1, Hogeschool Viaa
Laura
, Inhoudsopgave
Week 1 ..................................................................................................................................................... 2
Week 2 ................................................................................................................................................... 25
Week 3 ................................................................................................................................................... 39
Week 4 ................................................................................................................................................... 61
Week 5 ................................................................................................................................................... 72
Week 6 ................................................................................................................................................... 87
Week 7 ................................................................................................................................................. 104
Week 8 ................................................................................................................................................. 112
, Week 1
College 1: Introductie Intensieve Zorg
De student kan:
1. Beschrijven wat intensieve zorg is;
- Zorg waarbij er ook sprake kan zijn van een langdurige ziekte, hierin komen we in een fase
waarin we echt moeten gaan behandelen.
- Doelgroep: Mensen met somatische en psychische aandoeningen in de behandelfase
- De ziekte, de behandeling van de ziekte en de consequenties van de ziekte voor het directe
functioneren staat centraal.
- Verpleegkundige zorg:
• Gericht op ‘behandelen en begeleiden’
• Sprake van sterke invloed van medische diagnostiek en behandeling op de aard van
verpleegkundige zorg
• ICD – dominant/ genezing - dominante zorg
- Dominante zorg gericht op genezing
2. Aan de hand van voorbeelden uitleggen dat intensieve zorg binnen verschillende
zorgsettingen voorkomt;
- Ziekenhuis, VVT, Psychiatrie, verstandelijke beperking, palliatieve zorg, jeugdzorg
3. Benoemen wat de opzet van het blok ‘intensieve zorg’ is.
- N.v.t.
College 2: Darmaandoeningen en Colitis Ulcerosa
De student kan:
1. De normale bouw en functie van het darmstelsel beschrijven; (op basis van voorbereiding)
Dunne darm
De dunne darm ligt aan de pylorus sfincter (maagportier), in het verlengde van de maag. De
dunne darm is iets langer dan 5 meter. Hij voert in de dikke darm via de valva ileocaecalis
(klep van Bauhin) en ligt in de buikholte omgeven door de dikke darm. In de dunne darm
wordt de chemische vertering van voedsel voltooid en vindt het grootste deel van de
opname van de meeste voedingsstoffen plaats. De wand van de dunne darm bestaat uit vier
weefsellagen (twee hiervan: peritoneum, mucosa).De dunne darm bestaat uit 3 delen die in
elkaars verlengde liggen:
- Duodenum/twaalfvingerige darm: de duodenum is ongeveer 25 cm lang en buigt zich
rond de kop van de pancreas. Het is het eerste deel van de dunne darm dat gedeeltelijk
verteerde voedingsmiddelen ontvangt van de maag, dat voedingsstoffen opneemt en dat
de verteerde voedingsmiddelen afvoert naar het jejunum (nuchtere darm).
- Jejunum/nuchtere darm: dit is het middendeel van de dunne darm. Hier worden de
voedingsstoffen uit de voeding opgenomen in het bloed.
- Ileum/kronkeldarm: dit is het laatste deel van de dunne darm. In dit deel worden de
laatste voedingsstoffen en sommige vitamines opgenomen. Vanuit het ileum gaan de
voedselresten naar de dikke darm. De ileum voorkomt ook terugstroming van voeding.
Functies dunne darm:
- Voortbeweging van de inhoud door peristaltiek, die wordt versterkt door
parasympatische stimulering
- Uitscheiding van darmsap, eveneens verstrekt door parasympatische stimulering
- Voltooiing van de chemische vertering van koolhydraten, eiwitten en vetten in de
enterocyten van de darmvlokken
- Bescherming door zowel de losse lymfefollikels alsook geaggregeerde lymfefollikels
tegen infectie met micro-organismen die maagzuur hebben overleefd
- Uitscheiding van de hormonen CCK en secretine
- Absorptie van voedingsstoffen
, Dikke darm
De dikke darm is ongeveer 1,5 meter lang en het laatste stuk van het spijsverteringskanaal.
De dikke darm vormt een kader rond de kronkelende dunne darm. In de dikke darm wordt de
brij met voedselresten ingedikt. Er worden water en zouten uitgehaald, dit komt via het
slijmvlies in het bloed. De dikke darm is opgebouwd uit (opgebouwd uit vier weefsellagen):
- Caecum/blindedarm: dit is het eerste deel van de dikke darm. Het is een verwijd deel dat
blind eindigt en overgaat in het colon ascendens. De caecum ontvangt bijna volledig
verteerde voedingsmiddelen van het ileum en laat deze toe in het colon.
- Colon/karteldarm: dit is het langste gedeelte van de dikke darm dat bijna volledig
verteerde voedingsmiddelen ontvangt van het caecum, dat water en voedingsstoffen
opneemt en dat de afvalstoffen naar het rectum afvoert. Het colon heeft 4 onderdelen
die dezelfde structuur en functies hebben:
1. De colon ascendens
2. De colon transversum
3. De colon descendes
4. De colon sigmoïdeum of sigmoïd
- Rectum/endeldarm: verwijd deel van de dikke darm en leidt van het colon sigmoïdeum
naar het anale kanaal. In het rectum wordt de ontlasting tijdelijk opgeslagen voordat het
naar buiten komt.
- Anaal kanaal: dit is een korte doorgang die van het rectum naar buiten loopt.
Functie dikke darm:
- Absorptie
- Activiteit van micro-organismen
- Massatransport
- Defecatie
Peritoneum (buikvlies)
• Bouw → Het buikvlies bestaat uit twee delen:
o Het peritoneum parietale (bekleedt de binnenzijde van de buik)
o Het peritoneum viscarale (bekleedt de buitenkant van de inwendige
organen)
• Functie:
o Slaat vet op, dat zowel isolatie als energieopslag is voor de lange termijn
Endeldarm
De endeldarm vormt de opslagplek voor de ontlasting totdat deze vol zit. Als je endeldarm vol zit,
gaat er een seintje naar je hersenen waardoor je aandrang krijgt om naar het toilet te gaan. De
ontlasting verblijft ongeveer 24 uur in je endeldarm voordat je het uitpoept.
Anus
Je ontlasting verlaat je lichaam via je anus. Je anus bestaat uit kringspieren die ervoor zorgen dat je
endeldarm afgestoten is. Je anus vormt een barrière voor ziekteverwekkers die je in je endeldarm
klachten kunnen veroorzaken, maar bovendien zorgt je anus ervoor dat lucht en ontlasting je lichaam
kan verlaten.
2. De genoemde darmaandoeningen in het college als oriëntatie op darmaandoeningen kort
beschrijven;
- Coeliakie (glutenallergie/intolerantie) = auto-immuunziekte. Het lichaam is overgevoelig
voor gluten. Als het lichaam in aanraking komt met gluten beschadigen de darmvlokken,
waardoor buikklachten ontstaan. De darmvlokken zijn grotendeels verdwenen, waardoor de
darmvlokken kleiner zijn. Hierdoor is de opname van vocht en voedingsstoffen moeilijker.
