Hoofdstuk 2 development of the Drosophila body plan
Drosofila levenscyclus en algemene ontwikkeling
Meerkernig syncytium
Microplyle: geeft de anteriore kant van het embryo aan. Plaats waar sperma de eicel binnen komt.
Syncytium: na 12 kerndelingen is er nog geen cytoplasmatische deling geweest, de 6000 kernen
liggen in hetzelfde cytoplasma.
Syncytial blastoderm (2 uur): de kernen verplaatsen naar de periferie en omgeven de centrale yolk
van cytoplasma. Is gelijk aan het blastula stadium in de Xenopus.
Cellulair blastoderm (3 uur): ontstaat na 14 kerndelingen.
Pool cellen: deze cellen verplaatsen naar de posteriore kant van het embryo en worden omgeven
door een membraan. De cellen komen buiten het blastoderm te liggen.
Poolcellen worden uiteindelijk gameten (sperma en eicellen).
Cellularisatie gevolgd door gastrulatie en segmentatie
Alle toekomstige weefsels (behalve de lijn van geslachtscellen) ontstaan uit
het cellulaire blastoderm.
Toekomstig mesoderm: gelokaliseerd aan de meest ventrale regio.
Toekomstig darm: begint te vormen aan de anterior en posterior kant.
Midgut fusion: het fuseren van beide darmen (A en P).
Invaginatie van mesoderm: begint 3 uur na bevruchting. Mesoderm
beweegt naar binnen in een lange lijn over de ventrale kant van het
embryo.
Zenuwkoord: ligt in insecten ventraal i.p.v. dorsaal als bij vertebraten.
Involutie van ectoderm: na invaginatie van mesoderm, laten ventrale
ectoderm cellen los van het ectoderm en vormen een laag toekomstige
zenuwcellen tussen het mesoderm en ectoderm.
Germ band extension: het centrale lichaam van de blastoderm, dat de romp regio bevat van het
embryo, ondergaat extensie langs de anterior-posterior as. Het drijft de posterior romp regio (darm
cellen met pool cellen) over het posteriore einde en over de dorsale zijde. Na complete embryonale
ontwikkeling trekt het zich terug.
Bij germ band extension is er al sprake van segmentatie en ontstaan er parasegmenten.