Anatomie ( waaruit lichaam bestaat/hoe gevormd) vormt basis voor alle medische disciplines
Niveaus
Microscopisch (cellen,weefsels)
Macroscopisch (met blote oog zichtbaar, bv organen)
-variatie! (denk aan vormen gezicht, looproutes van aderen, geslacht)
Anatomische nomenclatuur, 3 verschillende types talen: Latijn/Grieks(klassieke talen geneeskunde),
Engels(wetenschap) en Nederlands(kliniek)
hierdoor precies aangeven van hoe structuren tov elkaar liggen (duidelijk, iedereen zelfde taal)
Caput
Collum
Thorax
Abdomen extremitas(ledematen)
Pelvis
Onderkaak=mandibula
Termen
Slagader=arteria (a./aa.)
Ader= vena (v/vv)
Zenuw= nervus (n/nn)
Spier= musculus (m/mm)
Bot= os/ossa
Vorm,verlopp og liggin van een structuur
Cavitas=holte
Longus=lang
Brevis=kort
Major=groot
Minor=klein
Rectus= recht
Obliquus= schuin
Superficialis =oppervlakkig
Profundus=diep
Lateralis/medialis/superioris/inferioris etc.
Conventies; anatomische positive
Vlakken
Frontaal(coronaal) ventral/anterior – dorsal/posterior
Mediaan & sagittaal
Mediaal- lateraal (dexter/sinister)
Transversaal(axiaal/horizontaal)
, Proximaal(naar boven)- distaal( naar onder) of superior/inferior caudaal(van
beneden naar boven)/craniaal(van boven naar beneden)
Deel 2 college
Het lichaam: holtes(cavitas) omgeven door een wand bv. Cavitas nasalis, cavitas oris
neusholte,mondholte
Mondholte
Deel buiten de tanden en kiezen en tussen wangen= vestibulium oris
Binnen de tanden kiezen= cavitas oris proprius
Lippen (labia)
Philtrum = kuiltje/geultje tussen neus en lippen
Labium superius
Labium inferius
Frenulum labii superioris en inferioris
Wangen ( buccae)
De opening van een speekselklier, papilla ductus parotidei, is zichtbaar in het wangslijmvlies
Oppervlakkig in de wang: vet
Speekselklieren
Glandula parotidea, bij t oor
Glandula submandibularis = onder de onderkaak, ligt meer posterior
Glandula sublingualis = onder de tong, ligt meer anterior
Harde en zachte gehemelte
=palatum durum(hard), palatum molle (zacht)
Van elkaar gescheiden door de A-lijn
Palatum durum
Bestaat uit:
Processus palatini (maxilla)
Lamina horizontalis van os palatinum
Os incisivum(maxilla)
Palatum molle
Beweeglijke deel(voornamelijk spieren)
Keelbogen
Bevestiging aan palatum molle
Voorste keelboog bevat: M. palatoglossus (glossus ook een woord voor tong)
Achterste keelboog bevat: M. palatopharyngeus
Keelamandelen tussen beide keelbogen (tonsilla palatina)
, Anatomie CLL Botten en schedel 13/9
Skelet -volwassene +/- 206 botten
-kind +/- 350 botten
Twee typen skelet
Axiaal
Cranium(schedel)
Columna vertebralis(wervelkolom)
Costae(ribben)
Appendiculair
Membrum superius en inferius (extremiteiten)
Functies
Weefselvorming (bloedcellen)
Reservoir(mineralen)
Bescherming (vitale organen)
Ondersteuning (aanhechting weke delen weerstand Fz)
Beweging
Waar bestaat bot uit:
Harde buiten laag (substantia compacta) en zachte laag (substantia spongiosa) met buiten om het
bot een botvlies (periosteum)
In spongiosa zit rood beenmerg(erytrocyten, aanmaak RBC) en een mergholte dus bot bestaat uit
verschillende weefsels/structuren
o Wolff’s law; bot ontwikkelt zich in de richting waar er krachten op werken
o Oneffenheden ontstaan mede onder invloed van de spieren die op het bot aanhechten
Terminologie – Bot
De oneffenheden/uitsteeksel hebben namen!
Foramen=opening
Tuber=knobbel
Condylus=heuvel/gewrichtsknobbel
Processus=uitsteeksel
Fossa=groeve
Schedel(cranium): 22 botten
Neurocranium: 8 (=hersenschedel) buiten is niet gelijk aan binnenkant
Bestaat uit:
Calvaria (=schedeldak)