100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Volledige samenvatting stof Ned1 tentamen! HS: 1, 2, 4, 5, 9 en 10.

Beoordeling
-
Verkocht
5
Pagina's
19
Geüpload op
27-08-2023
Geschreven in
2022/2023

Inhoud voor Nederlands 1 tentamen van de PABO. Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 9 en 10 worden volledig beschreven met afbeeldingen uit het boek ter aanvulling. Zelf heb ik een 7,4 hiermee gehaald. Succes met studeren!











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1, 2, 4, 5, 9 & 10
Geüpload op
27 augustus 2023
Aantal pagina's
19
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 1: Waarom (taal)onderwijs

Taal bevat een aantal kernfuncties:

Kwalificatie:
Met taal kunnen kinderen kennis, vaardigheden en houdingen eigen maken. Leerlingen
leren eerst de basiskennis van de taal en de taalvaardigheden spreken, schrijven, lezen en
luisteren.

Socialisatie:
Met taal wordt een kind voorbereid op het leven als lid in een gemeenschap. Op de
basisschool leren kinderen kennis en vaardigheden van de Nederlandse cultuur.

Subjectivering:
Dit is de vorming van de persoon. Leerlingen worden zich op de basisschool bewust van hun
verantwoordelijkheden en krijgen ruimte om zich aangesproken te voelen door hun
omgeving.

Met een goede beheersing van taal kunnen leerlingen ook gemakkelijker de inhoud van
andere vakken begrijpen en vergroten ze hun kennis van de wereld. Door taal leren kinderen
zichzelf kennen en uitdrukken.

Er zijn acht verschillende soorten taalonderwijs. Hieronder worden ze allemaal kort belicht:

1. traditioneel taalonderwijs:
Taal wordt in deelvaardigheden geïsoleerd aangeleerd. Onderdelen worden los
aangeboden. Nadruk ligt erg op de schriftelijke vaardigheden.
- Grammatica
- Schrijven
- Lezen
Er is weinig aandacht voor spreken en luisteren. De leraar heeft de rol van
overdrager van de leerstof.
Voordeel is dat het overzichtelijk is aan te leren en analyseren. Het nadeel is dat niet
alle onderdelen van taal evenwichtig worden aangeboden. Minder meetbare
aspecten worden niet belicht.

2. Thematisch- cursorisch taalonderwijs:
Taal leer je door taal te gebruiken in zinvolle situaties. Er wordt zo veel mogelijk
vanuit thema’s gewerkt waarbij de leerkracht interessante vragen en opdrachten
maakt voor de leerlingen. Daarnaast zijn er cursorische activiteiten zoals technisch
lezen, schrijven en grammatica. De leerkracht stuurt dit proces aan. Bijv. hoe moet je
interviewen?
Voordeel is dat leerlingen met thema’s bezig zijn en dit als zinvol ervaren. Het nadeel
is dat het voor de leerkracht lastig is om te meten wat kinderen geleerd hebben.
Stroming kwam op begin jaren ‘70.

3. Taal bij alle vakken:

, Deze visie gaat ervan uit dat taal meer is dan een materie en geleerd moet worden in
alle aspecten van school. De leerkracht is gericht op interactie met de groep. Met
goede instructies en omschreven taaltaken ontwikkelen de leerlingen een juist
denkproces. Voordeel hiervan is dat taal wordt gebruikt in situaties die voor hen
betekenisvol zijn en strategieën als begrijpend lezen middelen zijn die bij andere
vakken kan worden ingezet. Een nadeel is dat bepaalde taalonderdelen, zoals
spelling, niet goed uit te verf komen.
Ontwikkelde begin jaren 80.

4. Communicatief onderwijs:
Communicatie staat centraal. Leerlingen leren zowel mondeling als schriftelijk
communiceren. Er is minder aandacht voor correct taalgebruik. Leerlingen leren
meer: zender → boodschap → ontvanger. Leerkrachten creëren reële
communicatieve situaties die ook buiten school zouden kunnen plaatsvinden.
Leerlingen raken gemotiveerd om taal in communicatie te gebruiken. het nadeel is
dat onderdelen als spelling onderbelicht zijn. Ontwikkelde in begin jaren 80.

5. Whole-language benadering
Deze visie zegt dat taal ondelen in stukken onnatuurlijk is voor leerlingen en ze dus
taal als geheel aangeboden moeten krijgen. Het uitgangspunt is dat alle leerlingen,
zowel mondeling als schriftelijk,wat te vertellen hebben. Kinderen leren taal door taal
te gebruiken. Leerlingen schrijven zelf teksten aan de hand van het onderwerp die de
docent introduceert. Daarna bespreken de leerlingen de inhoud en vorm met de
docent en andere leerlingen. In deze vorm staat de taalgebruiker centraal.


6. Strategisch taalonderwijs:
Visie: voor het uitvoeren van communicatieve taken moeten leerlingen strategieën
beheersen. Bijvoorbeeld hoe je uit een tekst de hoofdgedachte haalt. Leerlingen
krijgen procedures aangereikt die ze kunnen volgen om iets te doen. Voordeel
hiervan is dat leerlingen middelen hebben om grip op taal te krijgen. Anderzijds is
een nadeel dat de strategieën een doel op zich worden en niet een middel om taal
beter te beheersen.

Opkomst in jaren ‘80.

7. Taakgericht taalonderwijs:
Leerlingen leren niet alleen taal om taken uit te voeren maar ook door taken uit te
voeren. Taken zijn zo opgebouwd dat taal nodig is om tot een goed einde te komen.
Leerlingen worden gemotiveerd om een kloof te overbruggen omdat de taak in de
zone van naaste ontwikkeling ligt. Door interactie met anderen worden ze
taalvaardiger. Wat leerlingen zelf ontdekken blijft beter hangen en leidt tot
fundamenteel leren.
Opkomst in jaren ‘90 en vooral gebruikt in NT2 leerlingen.

8. Interactief taalonderwijs:
Leerlingen kunnen het beste taal leren in een krachtige leeromgeving waarbij
rekening wordt gehouden met hun individuele verschillen en behoeften.

, Betrokkenheid en activiteit staat centraal. Deze manier van taalonderwijs kent drie
pijlers:
1. Betekenisvol leren: Kinderen leren het beste in contexten die voor hen
belangrijk zijn. Leren is een actief proces. Kennis van taal en van de wereld
wordt vaak opnieuw georganiseerd door het taalaanbod wat ze krijgen.
2. Sociaal leren: Leerlingen leren in samenwerking en samenspraak met
anderen. Er worden gemeenschappelijke doelen nagestreefd. Leerlingen
leren taal door voorbeelden van gesprekken van volwassenen of
medeleerlingen.
3. Strategisch leren: Leerlingen hebben strategieën om bepaalde taalproblemen
op efficiënte wijze op te lossen.

Interactief taalonderwijs verenigt veel van de genoemde taalvisies, met uitzondering van
traditionele taalonderwijs. Meeste methodes gebruiken nu interactief taalonderwijs als
uitgangspunt.


Inhouden en doelen
Inhouden van taalonderwijs:
1. Taalvaardigheden: spreken en luisteren. Leren kinderen door systematische
instructie en veel doen.
2. Woordenschat: Fundamenteel belang. Heeft een rol in alle domeinen van het
taalonderwijs.
3. Jeugdliteratuur: Boeken brengen kinderen in aanraking met andere culturen. Het
heeft ook een taalverwerving doel. kinderen leren verschillende schrijfstijlen,
woorden, doelen en genres. Dit kunnen ze gebruiken als ze zelf moeten schrijven.
4. Taalbeschouwing: Leerlingen leren reflecteren door taal en taalgebruik. Ze gaan
erover nadenken en zijn zelf bewusten van taalgebruikbij spreken, luisteren, lezen en
schrijven.

Er zijn kerndoelen geformuleerd om kwalitatief goed onderwijs aan te kunnen bieden. In
totaal zijn het er 12 onder drie domeinen.

Mondeling onderwijs:
1. leerlingen leren informatie halen uit gesproken taal en kunnen dit weergeven.
2. Leerlingen leren zich uitdrukken in vorm en inhoud na het stellen van vragen of
bijvoorbeeld in een verslag.
3. Kinderen leren het verschil tussen informatief en meningen herkennen in een
argument.
Schriftelijk onderwijs:
4. Kinderen leren informatie halen uit teksten en weergaven.
5. Kinderen leren naar inhoud en vorm teksten schrijven met verschillende functies.
6. Informatie en meningen leren ordenen bij het lezen.
7. Informatie en meningen vergelijken en beoordelen
8. Informatie en meningen leren ordenen bij het schrijven en daarbij ook aandacht
hebben voor zinsbouw, spelling en leesbaar handschrift.
9. Plezier krijgen in het lezen en schrijven van teksten.
Taalbeschouwing, waaronder strategieën:

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
zitamoorman1 Hogeschool Windesheim
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
14
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
8
Documenten
3
Laatst verkocht
7 maanden geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen