Hematologisch onderzoek
Palpatie van de cervicale klieren
Waar?
Pre-auriculair: t.h.v. de parotisklier
Post-auriculair: t.h.v. het mastoïd
Occipitaal: op de basis van de schedel achteraan
Submentaal: een paar centimeter achter de mandibulapunt
Submandibulair: halverwege tussen de mandibulahoek en de mandibulapunt
Achter musculus sternocleidomastoïdeus
Vóór musculus sternocleidomastoïdeus
Supraclaviculair: in de hoek gevormd door de clavicula en het voorste deel van de musculus
sternocleidomastoïdeus
Posterieur cervicaal: ter hoogte van de voorste boord van de trapezius
Hoe?
o Inspectie
Neem plaats vóór de patiënt, de patiënt heeft een neutrale zithouding met hoofd
licht in flexie.
We starten met het bekijken van de symmetrie in de hals, vervolgens kijken we
naar mogelijke zwelling in de hals rond de schildklierregio en eventueel ook voor
of achter de M. sternocleidomastoideus, vervolgens laten we het gezicht draaien
in de ene en daarna in de andere richting.
o Palpatie
Neem plaats achter de patiënt, patiënt zit in rustige houding met neutrale positie
van het hoofd.
We starten met palpatie op de linkerzijde in de submandibulaire regio,
beginnend dorsaal en naar ventraal gaande, we doen diepe rollende bewegingen
met de vinger, vervolgens aan de rechterzijde.
Vervolgens gaan we links vóór de sternocleidomastoideus eveneens met
rollend bewegingen van craniaal naar caudaal, daarna rechts.
Daarna supraclaviculaire zone links en rechts.
Vervolgens de zone post sternocleidomastoideus en palperen tot
retroauriculair, tot het mastoid
Palpatie van de schildklier
Inspectie
We nemen plaats vóór de patiënt en bekijken eerst de symmetrie in de schildklierregio en
kijken als er geen zwellingen zijn
Palpatie
We nemen plaats zijwaarts achter de patiënt.
We localiseren eerst het schildklierkraakbeen, vervolgens het cricoïd en palperen de regio
ertussen met zachte circulaire bewegingen, vervolgens ook in tanghouding
Vervolgens laten we de patiënt eenmaal slikken. We letten ook op eventuele aanhechtingen
of vergroeiingen in deze regio.
Palpatie van de cervicale klieren
Waar?
Pre-auriculair: t.h.v. de parotisklier
Post-auriculair: t.h.v. het mastoïd
Occipitaal: op de basis van de schedel achteraan
Submentaal: een paar centimeter achter de mandibulapunt
Submandibulair: halverwege tussen de mandibulahoek en de mandibulapunt
Achter musculus sternocleidomastoïdeus
Vóór musculus sternocleidomastoïdeus
Supraclaviculair: in de hoek gevormd door de clavicula en het voorste deel van de musculus
sternocleidomastoïdeus
Posterieur cervicaal: ter hoogte van de voorste boord van de trapezius
Hoe?
o Inspectie
Neem plaats vóór de patiënt, de patiënt heeft een neutrale zithouding met hoofd
licht in flexie.
We starten met het bekijken van de symmetrie in de hals, vervolgens kijken we
naar mogelijke zwelling in de hals rond de schildklierregio en eventueel ook voor
of achter de M. sternocleidomastoideus, vervolgens laten we het gezicht draaien
in de ene en daarna in de andere richting.
o Palpatie
Neem plaats achter de patiënt, patiënt zit in rustige houding met neutrale positie
van het hoofd.
We starten met palpatie op de linkerzijde in de submandibulaire regio,
beginnend dorsaal en naar ventraal gaande, we doen diepe rollende bewegingen
met de vinger, vervolgens aan de rechterzijde.
Vervolgens gaan we links vóór de sternocleidomastoideus eveneens met
rollend bewegingen van craniaal naar caudaal, daarna rechts.
Daarna supraclaviculaire zone links en rechts.
Vervolgens de zone post sternocleidomastoideus en palperen tot
retroauriculair, tot het mastoid
Palpatie van de schildklier
Inspectie
We nemen plaats vóór de patiënt en bekijken eerst de symmetrie in de schildklierregio en
kijken als er geen zwellingen zijn
Palpatie
We nemen plaats zijwaarts achter de patiënt.
We localiseren eerst het schildklierkraakbeen, vervolgens het cricoïd en palperen de regio
ertussen met zachte circulaire bewegingen, vervolgens ook in tanghouding
Vervolgens laten we de patiënt eenmaal slikken. We letten ook op eventuele aanhechtingen
of vergroeiingen in deze regio.