Samenvatting The Markets for Real Estate Assets and Space:

Over welke twee delen is de vastgoedmarkt verdeeld?

Antwoord: Gebouwenmarkt en Beleggingsmarkt

Waarin is deze tweedeling van de vastgoedmarkt het duidelijkst?

Antwoord: Als de huizen onbewoond zijn (leegstand)

Waarom hebben huiseigenaren meer geld over voor hoge huisprijzen bij een lage rente en inflatie?

Antwoord: 1) Investeren, huis is beschermt tegen inflatie. 2) Woning levert een woning meer rendement op dan sparen omdat de rente laag is

Waarom heeft verlaging hypotheekrente het tegenovergestelde effect op huizenprijzen als dat wordt veroorzaakt door lage rente voor bouwfinanciering ?

Antwoord: 1) Lagere hypotheekrente is meer leenmogelijkheden, dus meer geld beschikbaar, huizenprijzen stijgen 2) Lage rente voor bouwfinanciering betekent minder financieringskosten. Bouwen wordt goedkoper, huizenprijzen dalen vanwege minder kosten voor nieuwbouw

Waar hangen de huizenprijzen (in Amerika) van af?

Antwoord: Mate van de vraag naar huizen en hoeveelheid beschikbaar aanbod

Waar is de nieuwe levering van onroerend goed activa afhankelijk van?

Antwoord: Van de prijs van deze activa relatief ten opzichte van de kosten voor bouw van hen of vervanging(kosten)

Noem een voorbeeld van exogene variabelen van bedrijven

Antwoord: Gebruikerskosten voor de ruimte

Wat is de taak van de beleggersmarkt in kwadrant 2 en 3?

Antwoord: Huurniveau zo vast te stellen zodat de vraag naar ruimte gelijk is aan het aanbod

Bij welke twee knooppunten treedt er verbinding op tussen de gebouwmarkt en beleggersmarkt?

Antwoord: 1) Het huurniveau in de gebouwenmarkt staat centraal bij de vraag naar vastgoedruimte. Huurprijsaanpassing leidt tot een verandering in de vraag van gebruikers van de beleggersmarkt. Huurniveau neemt toe als de vraag stijgt. 2) Doet zich voor in de bouwmarkt. Als het bouwniveau toeneemt en daarmee het aanbod, dan daalt het huurniveau en de prijsniveau.

Hoe heet het 1e kwadrant en uit welke twee assen bestaat die?

Antwoord: NE kwadrant Twee assen: huur en voorraad (voorraad per m2). In evenwicht is de vraag naar ruimte gelijk aan het aanbod D=S.