Samenvatting H11: Schadevergoeding (Grondslagen Vermogensrecht)

H11.1: Wat is schade?
Een verbintenis tot betaling van schadevergoeding ontstaat enerzijds als er
sprake is van een toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van een
verbintenis (wanprestatie) en anderzijds bij een toerekenbare
onrechtmatige daad.
Schade is het (nadelige) verschil tussen de toestand zoals die is als gevolg
van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust (wanprestatie of
onrechtmatige daad) en de situatie die er zou zijn geweest als die
gebeurtenis wel (levering) of niet (onrechtmatige daad) zou hebben
plaatsgevonden.
Schematisch ziet dit er als volgt uit:
de toestand die er zou zijn geweest als de wanprestatie niet was gepleegd
de toestand die is ontstaan ten gevolge van de wanprestatie
-/- ---------------------------------------------------------------------------------
= schade die vergoed moet worden

H11.2: Welke schade wordt vergoed?
De schade die op grond van een wettelijke verplichting tot
schadevergoeding moet worden vergoed bestaat uit:
 vermogensschade;
 ander nadeel, voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft
(art. 6:95 lid 1 BW).
Vermogensschade
Vermogensschade is materiële schade en omvat op grond van art. 6:96 BW:
1. geleden verlies en gederfde winst;
2. redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade die mocht
worden verwacht als gevolg van de gebeurtenis waarop de
aansprakelijkheid berust;
3. redelijke kosten tot vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
4. redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
De kosten onder 3 en 4 (art. 6:96 lid 1 sub b en c BW) zijn niet van
toepassing voor zover in het gegeven geval op grond van art. 241 Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering de regels betreffende de proceskosten van
toepassing zijn.

, Geleden verlies en gederfde winst:
Schadevergoeding omvat zowel het vermogensnadeel dat is ontstaan door de
schadeveroorzakende gebeurtenis (geleden verlies) als het voordeel dat de
benadeelde misloopt als gevolg van de gebeurtenis (gederfde winst).
Kosten ter voorkoming of beperking van schade:
De benadeelde heeft de verplichting om redelijke maatregelen te nemen om schade
te voorkomen of beperken. De kosten die de benadeelde daarvoor maakt, moeten
binnen redelijke grenzen vergoed worden.
Kosten tot vaststelling van schade en aansprakelijkheid:
Dit omvat de kosten voor juridisch advies en het verzamelen van bewijs, mits redelijk
en binnen redelijke grenzen. Er moet een causaal verband tussen de gebeurtenis en
de kosten aangetoond kunnen worden.
Kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte:
Dit zijn kosten zoals ingebrekestelling en buitengerechtelijke incassokosten. Als een
schuldenaar niet op tijd betaalt, kan de schuldeiser te maken krijgen met deze
kosten. Er zijn voorwaarden en beperkingen voor de hoogte van deze kosten, met
name bij consumenten.
Voor consumenten gelden aanvullende regels en beperkingen, zoals een maximale
hoogte van de incassokosten op basis van een percentage van het verschuldigde
bedrag, dat afneemt naarmate het verschuldigde bedrag hoger is.




Ander nadeel
Vermogensschade wordt ook materiële schade genoemd. We kennen
daarnaast immateriële schade. Dit wordt ook ander nadeel of (naar de
vergoeding) smartengeld genoemd. Met de vergoeding van immateriële
schade wordt gepoogd de benadeelde genoegdoening te geven voor het
leed dat hij heeft geleden als gevolg van de schadeveroorzakende
gebeurtenis, meestal een onrechtmatige daad.
De wet kent slechts in bepaalde gevallen aan de benadeelde de
mogelijkheid toe om een vergoeding van zijn immateriële schadevergoeding
te eisen, namelijk bij letsel of bij aantasting van eer en goede naam van
hemzelf of van de nagedachtenis aan zijn naaste familieleden (belediging).
Bij schadevergoeding wordt over het algemeen gedacht aan de verplichting
een bepaald geldbedrag aan de benadeelde uit te keren. De wet geeft de
benadeelde echter nog andere mogelijkheden. De rechter kan namelijk op
vordering van de benadeelde schadevergoeding in andere vorm dan
betaling van een geldsom toekennen. Wordt niet binnen redelijke termijn
aan een zodanige uitspraak voldaan, dan krijgt de benadeelde opnieuw zijn
bevoegdheid om schadevergoeding in geld te verlangen (art. 6:103 BW).