Samenvatting economie

Wat houdt een financieel-economisch zelfstandig bedrijf in en noem hier voorbeelden van?

Antwoord: Een organisatie is financieel-economisch zelfstandig als de inkomende geldstromen, die voortvloeien uit betalingen van klanten voor de geleverde producten/diensten, meer bedragen dan de uitgaande geldstromen die nodig zijn om deze producten/diensten te kunnen leveren. Een bouwbedrijf en accountantsbedrijf zijn financieel-economisch zelfstandig, de brandweer niet.

Wat is een overheidsbedrijf en een overheidsdienst en wat is het verschil hiertussen?

Antwoord: Overheidsbedrijven: wanneer het omzettingsproces door de overheid op financieel-economisch zelfstandige wijze wordt verricht, zoals bij het gemeentelijk vervoerbedrijf en het gemeentelijk energiebedrijf. De betaling door de afnemers aan een overheidsbedrijf is afhankelijk van de mate waarin van de prestaties gebruik wordt gemaakt. Overheidsdiensten: de lasten hiervan, zoals bij de politie of brandweer, worden geheel of grotendeels gedragen door de overheid; deze diensten zijn dan ook financieel-economisch onzelfstandig. De kosten van een overheidsdienst worden betaald uit de algemene middelen (opbrengst van de belastingen) en niet of slechts ten dele door hen die van de dienst gebruikmaken. Verschil: overheidsbedrijf is financieel-economisch zelfstandig en betaling door derden is afhankelijk van de mate waarin gebruik wordt gemaakt van ‘het product’. Overheidsdienst is financieel-economisch onzelfstandig en de kosten worden betaald uit de algemene middelen en niet door slecht dat deel dat gebruikt maakt van de dienst.

Wat houden financial accounting en management accounting in en wat zijn de Nederlandse termen hiervoor?

Antwoord: Financial accounting/externe verslaggeving: het verstrekken van (financiële) gegevens aan belangstellenden buiten de eigen organisatie (externe belangstellenden). Management accounting/interne verslaggeving: het verstrekken van financiële informatie om beslissingen binnen een organisatie te onderbouwen.

Wat houdt het logistieke proces in en benoem de 'stappen' waaruit deze bestaat?

Antwoord: Logistieke proces: in de financiële administratie volgen we de goederenstroom van inkoop tot verkoop. Verschillende fasen worden vastgelegd. 1. Administratieve vastleggingen van de goederenstromen in de financiële administratie a. Inkoopfactuur: leverancier; datum; omschrijving goederen; aantal; prijs b. Magazijnontvangstbon wordt opgesteld wanneer ingekochte goederen in het magazijn worden opgeslagen c. Magazijnafgiftebon wordt opgesteld wanneer goederen van magazijn naar productieafdeling gaan d. Bon-gereed-product wordt opgesteld wanneer de eindproducten gereed zijn. e. Magazijnontvangstbon wordt opgesteld wanneer ze naar het magazijn gereed product worden opgestuurd. f. Verkoopfactuur wordt opgesteld bij de verkoop van de goederen. 2. Debiteurenadministratie: van welke afnemers welke bedragen zijn te vorderen en wanneer betalingen zijn ontvangen (van wie je geld krijgt) 3. Crediteurenadministratie: welke leveranciers welke bedragen moeten ontvangen en wanneer deze zijn betaald (aan wie je geld moet betalen)

Wat zijn de 4 onderdelen van de planning-en-controlcyclus en leg kort uit in eigen woorden wat dit inhoudt?

Antwoord: o Beleid en strategie: Het topmanagement zal een zodanige beleid en een zodanige strategie moeten ontwikkelen dat uitvoering ervan zou moeten leiden tot de realisatie van de doelstelling. Dit bestaat uit het formuleren van de doelstelling en het uitwerken ervan in plannen voor de lange termijn. o Inrichting De organisatie moet zodanig ingericht (georganiseerd) worden, dat de taken op een efficiënte wijze over de medewerkers worden verdeeld. Bijv. mensen die zich bezighouden met de inkoop , weer andere mensen die zich bezighouden met de productie en weer afzonderlijke functionarissen die druk zijn met de verkoop. De taken die binnen de organisatie moeten worden uitgevoerd, zullen over de medewerkers worden verdeeld. Hierbij moet het management er wel voor zorgen dat er een goede afstemming komt tussen de werkzaamheden van de verschillende werknemers (interne organisatie). o Uitvoering De langetermijnplannen die door het management zijn uitgewerkt in concrete budgetten worden door de medewerkers op lager niveau in de organisatie uitgevoerd. Na de uitvoering hiervan worden de werkelijke resultaten in de bedrijfsadministratie vastgesteld. o Toetsing en evaluatie Ten slotte vindt er een vergelijking plaats van de werkelijke en de beoogde resultaten (de doelstelling). Als die verschillen, wordt daarvan onderzocht wat de oorzaken zijn (evaluatie). Een evaluatie van de verschillen tussen gerealiseerde en beoogde resultaten kan aanleiding zijn de uitvoering van de werkzaamheden aan te passen, het planning-en-controlproces anders in te richten (inrichting aanpassen) en/of het beleid en de strategie aan te passen.

Hoe zijn de posten aan de debetzijde van een balans gerangschikt?

Antwoord: De posten aan de debetzijde van de balans zijn gerangschikt in volgorde van liquiditeit. De posten die de meeste tijd vergen om ze om te zetten in liquide middelen staan bovenaan. Volgorde: vast activa, vlottende activa, liquide middelen.

Wat zijn vaste en vlottende activa? Betrek hier het tijdscriterium bij.

Antwoord: Vaste activa; Activa die gedurende meer dan één productieproces meegaan. Deze activa staan in feite beetje bij beetje hun productieve prestatie af aan de producten of diensten die worden voortgebracht  afschrijven - Voorbeelden hiervan zijn gebouwen, machines, inventaris, computers enz. Vlottende activa; Activa die slechts één productieproces meegaan. - Voorbeeld hiervan is hout. Tijdscriterium - Activa die binnen één jaar in geld (liquide middelen) kunnen worden omgezet wordt verstaan onder de vlottende activa. - Activa die meer dan één jaar voor productieve doeleinden (kunnen) worden ingezet = vaste activa

Hoe zijn de posten aan de creditzijde van de balans gerangschikt en werk deze vormen uit?

Antwoord: De posten aan de creditzijde van de balans zijn gerangschikt naar volgorde van toenemende opeisbaarheid. 1) EV is permanent aan de onderneming beschikbaar gesteld en kan alleen opgeëist worden als de onderneming opgeheven wordt. 2) VV op lange termijn hebben over het algemeen een lange looptijd en zijn niet op korte termijn opeisbaar. 3) VV op korte termijn zijn direct opeisbaar.

Wat houdt de bufferfunctie bij het Eigen Vermogen in?

Antwoord: Als een onderneming verliezen lijdt, worden deze in de eerste instantie van het EV afgeboekt waardoor deze daalt. Naarmate een onderneming een groter EV heeft, is ze beter in staat verliezen op te vangen en dus faillissement te voorkomen.