Week 1
Causaliteit is oorzaak en gevolg relatie (pagina 51)
Causaliteitstheorieën:
1. Leer van de conditio sine qua non (Zij is voorwaarde indien zij niet kan worden
weggedacht zonder dat het gevolg wegvalt. Als je een handeling wegdenkt, valt het gevolg
weg. fietser mishandeld en word dan aangereden.)
2. Causa-proximaleer (Is dat de gebeurtenis die het dichtstbij het gevolg zat ook de oorzaak
is.
3. Voorzienbaarheidsleer (Is het op het moment van handelen na algemene
voorzienbaarheidsregels dat het gevolg intreed) had je kunnen inschatten dat het zou
gebeuren.
4. Leer van de redelijke toerekening (in NL) (Of het redelijk is om iemand voor het gevolg
aansprakelijk te stellen)
Strafbaar feit:
- Menselijke gedraging
- Delictsomschrijving (bestanddelen)
- Wederrechtelijkheid (element)
- Schuld (element)
Opzet is willens en wetens.
Opzetgradaties:
- Opzet met bedoeling (de wil primair gericht op het gevolg)
- Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn (gevolg niet primair gewild, maar hangt wel
onlosmakelijk samen het primaire doel) thomas Bremerhaven arrest
- Voorwaardelijke opzet (Zich willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat
een bepaald gevolg intreedt en dat gevolg op de koop toe heeft genomen.) Hoornse taart
arrest.
Als schuld een bestanddeel is heet het culpa. Het is dus een verwijtbare aanmerkelijke
onvoorzichtigheid.
Bewuste schuld is een verkeerde inschatting.
Onbewuste schuld is dat je onvoorzichtig bent geweest.
Week 2
Poging is begin van uitvoering. cito arrest (5.2.3) art 45 Sr
Voorbereiding is voorbereiding handelingen getroffen. GWK-arrest (5.3) art 46 Sr
Vrijwillige terugtred is dat de dader vrijwillig zegt om de poging op te geven. (5.5) art 46b Sr
Medeplegen en medeplichtigheid zit een verschil tussen.
Medeplichtigheid is dat je bijv een plan maakt en een ander het uitvoert. 6.3 (strafbaar)
Medeplegen is dat je met een groep meedoet.
Uitlokking dat je een ander uitlokt om een strafbaar feit voor je te plegen. 6.4
, Doen plegen is dat je zonder dat je het weet een strafbaar feit pleegt, bijv
vrachtwagenchauffeur. 6.5 (straffeloos)
Ondeugdelijk middel is een poging die altijd mislukt. Dus bijv een lijk proberen te
vermoorden. Je hebt absoluut en relatief(strafbaar). Absoluut is een niet giftige paddenstoel
(niey strafbaar) relatjef is te weinig gif (wel strafbaar)
Strafuitsluitingsgronden zijn op te delen in schulduitsluitingsgronden en
rechtvaardigingsgronden. (hierbij vervalt de wederrechtelijkheid) (4.1 en 4.2) vanaf blz. 83
Schulduitsluitingsgronden zijn (4.1):
-Noodweerexces (art. 41 lid 2)
-(psychische) overmacht (art. 40)
-Onbevoegd ambtelijk bevel (art. 43 lid 2)
-Ontoerekeningsvatbaarheid (art. 39)
-Afwezigheid van alle schuld (ongeschreven, Melk-en-waterarrest)
Rechtvaardigingsgronden zijn (4.1):
-Noodweer (art. 41 lid 1)
-Overmacht als noodtoestand (art. 40)
-Bevoegd ambtelijk bevel (art. 43 lid 1)
-Wettelijk voorschrift (art. 42)
-Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid (ongeschreven, Veeartsarrest)
Week 3
Politieagenten hebben opsporingsbevoegdheden en controlerende taken. (bijz wet)
Dwangmiddelen tegen mensen
Vrijheidsbenemende dwangmiddelen in de opsporings- en vervolgingsfase:
- Staande houden art 52 en 160 WVW 1994 bij auto’s
- Aanhouden (op heterdaad) art 53
- Ophouden voor onderzoek art 56a
- Inverzekeringstelling art 57 en een beetje 58
- Bewaring art 63
- Gevangenhouding art 65
Blz 197 schema ^
Art 53 Sv. in geval van ontdekking op heterdaad. Strafbaar feit. Een ieder is bevoegd. De
verdachte (art 27 Sv). Aan te houden.
Art 54 Sv. Buiten het geval van ontdekking op heterdaad. Is de opsporingsambtenaar. Op
bevel van de OvJ. De verdachte van een misdrijf. Voor voorlopige hechtenis (art 67 Sv) aan te
houden.
Art 58 lid 2 Sv kennen
Causaliteit is oorzaak en gevolg relatie (pagina 51)
Causaliteitstheorieën:
1. Leer van de conditio sine qua non (Zij is voorwaarde indien zij niet kan worden
weggedacht zonder dat het gevolg wegvalt. Als je een handeling wegdenkt, valt het gevolg
weg. fietser mishandeld en word dan aangereden.)
2. Causa-proximaleer (Is dat de gebeurtenis die het dichtstbij het gevolg zat ook de oorzaak
is.
3. Voorzienbaarheidsleer (Is het op het moment van handelen na algemene
voorzienbaarheidsregels dat het gevolg intreed) had je kunnen inschatten dat het zou
gebeuren.
4. Leer van de redelijke toerekening (in NL) (Of het redelijk is om iemand voor het gevolg
aansprakelijk te stellen)
Strafbaar feit:
- Menselijke gedraging
- Delictsomschrijving (bestanddelen)
- Wederrechtelijkheid (element)
- Schuld (element)
Opzet is willens en wetens.
Opzetgradaties:
- Opzet met bedoeling (de wil primair gericht op het gevolg)
- Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn (gevolg niet primair gewild, maar hangt wel
onlosmakelijk samen het primaire doel) thomas Bremerhaven arrest
- Voorwaardelijke opzet (Zich willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat
een bepaald gevolg intreedt en dat gevolg op de koop toe heeft genomen.) Hoornse taart
arrest.
Als schuld een bestanddeel is heet het culpa. Het is dus een verwijtbare aanmerkelijke
onvoorzichtigheid.
Bewuste schuld is een verkeerde inschatting.
Onbewuste schuld is dat je onvoorzichtig bent geweest.
Week 2
Poging is begin van uitvoering. cito arrest (5.2.3) art 45 Sr
Voorbereiding is voorbereiding handelingen getroffen. GWK-arrest (5.3) art 46 Sr
Vrijwillige terugtred is dat de dader vrijwillig zegt om de poging op te geven. (5.5) art 46b Sr
Medeplegen en medeplichtigheid zit een verschil tussen.
Medeplichtigheid is dat je bijv een plan maakt en een ander het uitvoert. 6.3 (strafbaar)
Medeplegen is dat je met een groep meedoet.
Uitlokking dat je een ander uitlokt om een strafbaar feit voor je te plegen. 6.4
, Doen plegen is dat je zonder dat je het weet een strafbaar feit pleegt, bijv
vrachtwagenchauffeur. 6.5 (straffeloos)
Ondeugdelijk middel is een poging die altijd mislukt. Dus bijv een lijk proberen te
vermoorden. Je hebt absoluut en relatief(strafbaar). Absoluut is een niet giftige paddenstoel
(niey strafbaar) relatjef is te weinig gif (wel strafbaar)
Strafuitsluitingsgronden zijn op te delen in schulduitsluitingsgronden en
rechtvaardigingsgronden. (hierbij vervalt de wederrechtelijkheid) (4.1 en 4.2) vanaf blz. 83
Schulduitsluitingsgronden zijn (4.1):
-Noodweerexces (art. 41 lid 2)
-(psychische) overmacht (art. 40)
-Onbevoegd ambtelijk bevel (art. 43 lid 2)
-Ontoerekeningsvatbaarheid (art. 39)
-Afwezigheid van alle schuld (ongeschreven, Melk-en-waterarrest)
Rechtvaardigingsgronden zijn (4.1):
-Noodweer (art. 41 lid 1)
-Overmacht als noodtoestand (art. 40)
-Bevoegd ambtelijk bevel (art. 43 lid 1)
-Wettelijk voorschrift (art. 42)
-Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid (ongeschreven, Veeartsarrest)
Week 3
Politieagenten hebben opsporingsbevoegdheden en controlerende taken. (bijz wet)
Dwangmiddelen tegen mensen
Vrijheidsbenemende dwangmiddelen in de opsporings- en vervolgingsfase:
- Staande houden art 52 en 160 WVW 1994 bij auto’s
- Aanhouden (op heterdaad) art 53
- Ophouden voor onderzoek art 56a
- Inverzekeringstelling art 57 en een beetje 58
- Bewaring art 63
- Gevangenhouding art 65
Blz 197 schema ^
Art 53 Sv. in geval van ontdekking op heterdaad. Strafbaar feit. Een ieder is bevoegd. De
verdachte (art 27 Sv). Aan te houden.
Art 54 Sv. Buiten het geval van ontdekking op heterdaad. Is de opsporingsambtenaar. Op
bevel van de OvJ. De verdachte van een misdrijf. Voor voorlopige hechtenis (art 67 Sv) aan te
houden.
Art 58 lid 2 Sv kennen
