Samenvatting 2.1 t/m 2.4 maatschappijleer + waarom plegen mensen misdrijven?

Noem twee voorbeelden van waarden die passen bij een democratische rechtsstaat en geef bij beide waarden een passende rechtsnorm.

Antwoord: Vrijheid: bv recht op vrijheid van meningsuiting Gelijkheid: er mag niet worden gediscrimineerd Rechtvaardigheid: rechters moeten niet alleen kijken naar de daad maar ook naar de omstandigheden.

Noem twee waarden die passen bij een democratische rechtsstaat die met elkaar kunnen botsen (Lees: met elkaar in strijd kunnen zijn). Noem de twee waarden en leg uit waarom de twee genoemde waarden met elkaar kunnen botsen.

Antwoord: veiligheid en vrijheid Kiezen voor nadruk op veiligheid kan betekenen dat burgers minder vrijheid hebben; bv. doordat de overheid meer camera’s op straat ophangt of telefoon aftapt.

Leg uit dat een democratische rechtsstaat niet goed kan functioneren zonder een Trias politica.

Antwoord: Dan zijn de machten niet gescheiden en krijgt een persoon/ een groep/ een institutie te veel macht waardoor er geen machtsevenwicht meer is. Tevens zou degene met te veel macht/ met alle macht willekeur en dwang kunnen toepassen. Binnen een goed functionerende rechtsstaat is dat onmogelijk.

Noem drie verschillen in strafmaat tussen het strafrecht in Nederland en het Amerikaanse strafrechtsysteem.

Antwoord: In Amerika kennen ze de doodstraf, in Nederland niet. In Amerika kunnen verdachten deals maken met justitie voor minder straf, in Nederland komt dat nauwelijks voor. In Amerika geldt het three Strike Out principe, in Nederland niet.

Noem twee verschillen tussen zaken die behandeld worden door de politierechter en de meervoudige kamer.

Antwoord: Politierechter is 1 rechter, meervoudige kamer zijn drie rechters Politierechter gaat over overtredingen en lichte misdrijven, de meervoudige kamer over zware misdrijven Politierechter doet meteen na de zitting uitspraak, de meervoudige kamer doet twee weken na de zitting uitspraak.