Samenvatting Topic Content Marketing (alle artikelen + hoorcolleges)

Noem de drie verklaringen voor de transformatie van het marktbeleid (mensen zijn minder vatbaar voor reclame)

Antwoord: 1. Veranderingen in medialandschap (afname bereik) 2. reclamevermijding 3. persuasief bewustzijn (persuasion knowledge theory)

Van welke gebieden is content marketing een overlap?

Antwoord: Pr/corporate communicatie en marketingcommunicatie. Het gaat hier zowel om relaties opbouwen als het proberen aan te sturen van gedrag

Wat is het verschil tussen owned media, bought media en earned media?

Antwoord: 1. Owned media: wordt in eigen beheer uitgegeven, volledig te controleren, vaak meerdere kanalen voor CM. 2. Bought media: buiten het merk, merk koopt ruimte in (bijv. advertorial), overlapt andere marketingvakgebieden zoals branded content/branded entertainment/native advertising. 3. Earned media: kanalen waar anderen over organisatie, merk of product praten

Wat zijn de kenmerken van content marketing?

Antwoord: - Ontvangergericht (rekening houden met journey, persona’s, daadwerkelijke gedrag) - Doelcentrisch - Via de owned media (Meeste controle over content via owned media (maar relatief kleiner bereik). Via bought media eerder push-marketing. Doel: via engagement ook earned media krijgen)

Waarom is het financiële resultaat van CM volgens Bakker niet meetbaar?

Antwoord: o Complexiteit van (content)marketingprocessen o Inzet van meerdere kanalen tegelijk o Lange-termijn inzet

Wat zijn de doelstellingen van CM in Nederland?

Antwoord: o Reputatie versterken o Deskundigheid en autoriteit uitbouwen o Relatie met het merk verbeteren o Aandacht genereren o Naamsbekendheid vergroten o Bereik genereren o Imago verbeteren

Welke verschillen kunnen er zijn bij content?

Antwoord: informatieve content & vermakelijke content. Sluiten aan bij uses and gratifications theory, waarbij consumenten gebruik maken van media om behoefte te vervullen. Bij CM zijn deze behoefte het zoeken van informatie en het zoeken naar vermaak. ==> Klantenducatie = de informatie is leerzaam voor klant en wordt er wijzer van (informatief)

Wat zijn de effecten van contenttypen?

Antwoord: zowel informatieve- als vermakelijke content hebben positieve effecten op ontvanger en wanneer de consument meer kennis heeft over het product is hij/zij er ook meer verbonden mee, ongeacht of de content meer informatief of emotioneel was. Effect informatieve content: kan de expertise van het merk vergroten; kan de relatie met doelgroep versterken; klantenducatie heeft positieve invloed op loyaliteit, betrokkenheid, productkennis en betrouwbaarheid; informerdende content wordt rationeel verwerkt; draagt bij aan overtuigen van anderen (marketingdoelstelling). ! Effect instructieve content (how to videos moeten als speels en bruikbaar worden ervaren als consument): speelse video\"positievere attitude; bruikbare video\"vergrote koopintentie; dragen bij aan het verbeteren van sales responses (marketingdoelstelling) ! Effecten vermakelijke content: consumenten sneller behoefte zelfde bij te willen dragen aan content (user-generated content); doet beroep psychologische kenmerken (emoties); leidt tot meer betrokkenheid dan informatieve content; aan te raden als men een goede klantrelatie wil opbouwen (PR-doelstelling).

Wat zijn de effecten van merkprominentie? (In hoeverre is de merknaam met het logo wel/niet aanwezig in uiting)

Antwoord: o Merklogo minder aanwezig\"wordt als minder promotioneel ervaren o Uiting oogt minder als reclame \" meer aandacht & waardering voor merkuiting o Promotionele content in redactioneel jasje (nieuwsbericht) \" content geloofwaardiger o Merkprominentie wordt vaak onderzocht in relatie tot marketingdoelstellingen

Wat voor invloed heeft de afzender op het effect van de CM?

Antwoord: o Source credibility model: geloofwaardigheid van afzender hangt samen met de mate van deskundigheid en betrouwbaarheid o Content wordt als betrouwbaar gezien wanneer hij belangeloos en oprecht is. o Wanneer de afzender een peer is, is deze ondeskundig maar wel betrouwbaar. o Afzender met hoge geloofwaardigheid is overtuigender dan met lage geloofwaardigheid o Afzender met hoge mate van expertise overtuigender dan met minder expertise o Hele betrokken consumenten hebben positievere merkattitude en grote koopintentie bij blootstelling aan een onafhankelijke bron dan aan een commerciële bron. Laag betrokken consumenten juist positiever bij commerciële bron\"Elaboration Likelihood Model. o Eigenschappen van de afzender dus voornamelijk van belang bij hoog betrokkenen.