samenvatting onderste ledematen theorie

Algemene principes van revalidatie
1. Het menselijk bewegen

 Inleiding
o Sharmann heeft in haar boek een mooi overzicht gegeven van noodzakelijke
voorwaarden om goed te bewegen in termen van musculoskeletale gezondheid,
namelijk het kinesiologisch model.
o Ook afwijkingen hiervan worden in modellen weergegeven: het pathokinesiologisch
en kinesiopathologisch model.

 Het kinesiologisch model
o In normale omstandigheden werken verschillende anatomische en fysiologische
systemen samen om een beweging tot stand te brengen




o 4 basiselementen
 Base
- Gevormd door:
het skeletale systeem (passieve subsysteem volgens Panjabi)
 Bot
 Kapsel
 Ligament
het musculaire systeem (actieve subsysteem volgens
Panjabi)
 kracht
 Lengte Belangrijke rol in dit model

- De kracht van een spier wordt bepaald door de contractiele
capaciteit op basis van de samenstelling van de spiervezels. Het
optimaal houden van de samenstelling van spiervezels is belangrijk,
aangezien zowel hypotrofie als hypertrofie van spiervezels zullen
leiden tot een verandering in bewegen
- De spierlengte kan veranderen door lang aangehouden posities.

, - De optimale spierkracht en spierlengte worden bepaald door de
functie van de spieren
 Modualtor
- Omvat het neurogeen systeem (controlesysteem volgens Panjabi)
- Is verantwoordelijk voor de coördinatie en spieractiviteit en vormt
een belangrijke link tussen het actieve en passieve subsysteem
- Gebruikt info uit proprioceptoren van gewrichten, spieren en pezen
- Zonder een goede coördinatie is een efficiënt bewegen en
stabiliseren onmogelijk

- Er is een onderscheid gemaakt tussen:
Stabiliserende spieren: mono-art, korte hefboom =>
houdingscontrole
Bv: m. vastus medialis thv de knie en de m. gluteus medius
thv de heup
Beweging-inducerende spieren: bi- of pluri-art, lange
hefboom => voortbrengen van beweging
Bv: m. rectus femoris

 Biomechanical
- Bestaat uit elementen van statica en dynamica
- Dit component kan worden gezien als interface tussen motorische
controle en musculoskeletale functie

- De zwaartekracht werkt zo in op de houding.
De langdurige werking van de zwaartekracht kan uiteraard
voor belangrijke veranderingen zorgen, zelfs voor
veranderingen in de samenstelling van het bot

 Support
- Omvat het cardiale, pulmonaire en metabole systeem

 Het pathokinesiologische en kinesiopathologische model
o Het pathokinesiologische model geeft aan dat door een pathologische conditie 1 van
de 4 kinesiologische subsystemen er een verandering optreedt in het optimaal
bewegingspatroon

o Het kinesiopathologische model geeft aan dat door het op een bepaalde manier
gepositioneerd zijn van het menselijk lichaam of door het aannemen van een
verkeerde bewegingspatronen er een pathologische conditie kan geïnduceerd
worden.
 Deze conditie, die mee wordt beïnvloed door persoonlijke eigenschappen,
zorgt voor veranderingen binnen de basiselementen en de samenwerking
hiertussen, waardoor deze systemen pijn en/of beperkingen kunnen geven.
Dus hier wordt de rol van de houding en/of beweging als zeer belangrijk
beschouwd.

,  Bv. Lopers: hamstrings dominant op glut max, tensor op glut med
=> heuppathologie (abnormaal belasten van het heupgewricht)
2. Algemene principes voor revalidatie

 Inleiding
o Op basis van de bevindingen (uit klinisch redeneringsproces) kunnen specifieke
behandelingsdoelstellingen worden geformuleerd. Problemen die patiënten
formuleren tijdens kinesitherapeutische consultaties resulteren meestal in
functionele problemen.
o Het revalideren kan gebeuren vanuit verschillende behandelingsdoelstellingen
 Het verbeteren van de bewegingsamplitudo
 Het optimaliseren van de coördinatie
 Houdings- en bewegingscontrole
 Het optimaliseren van de physical fitness
o De keuze van de doelstelling en de mate waarin behandelingstechnieken worden
toegepast worden dikwijls beïnvloed door de pijn die ze ervaren. Dit moet telkens
mee in overweging worden genomen

 Vergroten van de bewegingsamplitudo
o Hiervoor is het van belang om op basis van het klinisch onderzoek na te gaan wat de
oorzaak vormt van deze beperking
 Artrogeen
- Manuele therapie
Mink: zuiver artrogeen probleem
Elvey en O’Sullivan: breder (evaluatie van een aandoening
en op de basis van die evaluatie, het vaststellen van een
bahandeling)
FaBeR: musculoskeletale revalidatie

Mobiliseren
 Onder mobiliseren verstaan we het uitvoeren van
passieve bewegingen op zo’n manier dat de patiënt
op elk moment de beweging kan weerstaan indien
hij dat wenst

,  De uitvoeringsmodaliteiten worden ingedeeld in 2
groepen
 Algemene uitvoeringsmodaliteiten




 Uitvoeringsmodaliteiten voor het gewricht

De therapeut maakt een keuze wat de uitgangshouding is van het gewricht, welke
bewegingstraject, welk bewegingsritme en welk mobilisatierichting worden gebruikt



 Uitgangshouding: aspecifieke of specifieke
gewrichtsstand