ICW – Hoorcollege week 7: Media en publieke opinie
Nieuwsproductie en publieke opinie
Verschillen mediaecologie en nieuwsmedia:
Bij mediaecologie gaat het om de onbewuste processen (de technologie
beïnvloed hoe wij de wereld ervaren). Terwijl het bij nieuwsmedia gaat
om bewuste mediastrategieën om mensen te beïnvloeden.
Zijn media belangrijk?
Journalist Joris Luyendijk: hij beschrijft dat hij het nieuws ziet als
‘uitzonderingen op de regel’. En wij leren van deze uitzonderingen
(bijvoorbeeld rampen, politieke schandalen n aanslagen) > we worden
constant blootgesteld aan elementen in het nieuws die als het ware ons
wereldbeeld vormen (het lijkt alsof datgene wat constant in het nieuws
wordt belicht realiteit is).
Voorbeeld: politieke debat Nixon en Kennedy op televisie. Kennedy won
uiteindelijk, omdat hij er fit en gezond uitzag. Dit is een van de eerste
bewijzen dat mensen zeiden dat de manier waarop iets in de media
verschijnt, invloed heeft op het dagelijkse leven (in dit geval op de
populariteit van Kennedy).
CNN-effect
= heet CNN-effect omdat het een belangrijke omroep is die een bepalend
beeld gaf over hoe mensen over bepaalde onderwerpen gingen denken
(waarbij het effect groter was doordat veel politici hiernaar keken).
Publieke Druk op de
Berichtgeving
opinie regering
,Aandacht van de media
Voorbeeld verspreiding foto van vluchteling:
Eerst wordt een foto gedeeld door internationale journalisten en dan
wordt de foto gedeeld door de directeur van menselijke rechten >er
ontstaat een kettingreactie van het delen van de foto door mensen die
veel invloed hebben. Daarna wordt hij verder gedeeld op twitter.
Pseudo event
= een event die gepland is om media-publiciteit te ontvangen.
Politici en politieke partijen weten dat media-aandacht een bepaald effect
kan hebben op de publieke opinie. Onder andere politici denken dat ze
deze aandacht wel kunnen gebruiken waardoor ze zelf een ‘media-
evenement’ creëren om meer aandacht te krijgen over een bepaald
onderwerp en de publieke opinie kan veranderen.
Kenmerken media event:
• Dramatisch
• Gepland
• Duidelijk afgebakend qua tijd en plaats
• Ze zouden niet plaats hebben gevonden wanneer er geen media aanwezig
waren
Voorbeeld: Bush moest iets doen om mensen positief naar de Irak oorlog
te laten kijken. Hij heeft daarom een “Mission Accomplished” speech
gegeven waarin hij vertelt dat ze Irak beter hebben gemaakt en dat er
vrede is. Hij wilde op dat moment de publieke opinie te veranderen.
Samenvattend:
➢ Media zijn belangrijk
o CNN-effect
o Pseudo events
,Medialogica
= De macht om te bepalen wie en wat (politiek) relevant is, wordt voor
een groot deel bepaald door de media.
Mediatisering als proces
Mediatisering = een proces
In het artikel gaat het over de relatie tussen de politiek en de media
(bijvoorbeeld hoe worden we geïnformeerd over politieke onderwerpen en
hoe gaan politici daarmee om)
➢ Esser en Strömbäck vinden het een procesgericht concept (het gaat om
een toename van iets: de invloed van de media in de samenleving wordt
groter = mediatisering)
Definities die het proces (mediatisering) beschrijven:
• “Changes associated with communication media and their development”
(Schulz)
• “The process whereby society to an increasing degree is submitted to, or
becomes dependent on, the media and their logic” (Hjarvard)
• A process “in which there is a development toward increasing media
influence” (Asp en Esaiasson)
Verschil mediatisering en gemedieerde communicatie:
• Gemedieerde communicatie is kleiner/ medialogica: gaat over het
overbrengen van een boodschap via media. Het communiceren via media.
• Mediatisering is groter: gaat erom hoe belangrijk media in de samenleving
is, gaat om structurele veranderingen.
, 4 stappen mediatisering:
➢ Deze dimensies bepalen samen de mate waarin politiek is gemedieerd
(met andere woorden in hoeverre de maatschappij afhankelijk wordt van
de media)
➢ Medialogica past in dit model vooral bij de derde dimensie
1. Eerste dimensie: hoe belangrijk media is en welke rol media speelt in
ons dagelijks leven.
De mate waarin media de belangrijkste bron van informatie voor burgers
zijn geworden en het belangrijkste kanaal voor communicatie tussen
politici en burgers vormt.
2. Tweede dimensie: in hoeverre media onafhankelijk is van politieke
instituties (dat media niet alles overnemen van politici, maar ook kritisch
kijkt naar de gebeurtenissen in de samenleving)
Is de (toenemende) mate waarin media onafhankelijk van politieke
instituties functioneren.
3. Derde dimensie: media boodschappen worden bepaald door medialogica
(de journalist heeft een steeds sterkere invloed op wat er wordt
geschreven)
De mate waarin media-inhoud bepaald wordt door nieuwswaarden als
negativiteit en conflict en gedreven wordt door noodzaak om een groot
publiek aan te spreken.
4. Vierde dimensie: politieke partijen en politici reageren hierop > hoe kan
ik mensen beïnvloeden (ook wel gelinkt aan pseudo events).
De mate waarin politici hun percepties en gedrag aanpassen aan de regels
die nieuwsmedia opleggen.
➢ Stappen van dimensies die leiden tot meer mediatisering.
Veranderende journalistiek
Nieuwsproductie en publieke opinie
Verschillen mediaecologie en nieuwsmedia:
Bij mediaecologie gaat het om de onbewuste processen (de technologie
beïnvloed hoe wij de wereld ervaren). Terwijl het bij nieuwsmedia gaat
om bewuste mediastrategieën om mensen te beïnvloeden.
Zijn media belangrijk?
Journalist Joris Luyendijk: hij beschrijft dat hij het nieuws ziet als
‘uitzonderingen op de regel’. En wij leren van deze uitzonderingen
(bijvoorbeeld rampen, politieke schandalen n aanslagen) > we worden
constant blootgesteld aan elementen in het nieuws die als het ware ons
wereldbeeld vormen (het lijkt alsof datgene wat constant in het nieuws
wordt belicht realiteit is).
Voorbeeld: politieke debat Nixon en Kennedy op televisie. Kennedy won
uiteindelijk, omdat hij er fit en gezond uitzag. Dit is een van de eerste
bewijzen dat mensen zeiden dat de manier waarop iets in de media
verschijnt, invloed heeft op het dagelijkse leven (in dit geval op de
populariteit van Kennedy).
CNN-effect
= heet CNN-effect omdat het een belangrijke omroep is die een bepalend
beeld gaf over hoe mensen over bepaalde onderwerpen gingen denken
(waarbij het effect groter was doordat veel politici hiernaar keken).
Publieke Druk op de
Berichtgeving
opinie regering
,Aandacht van de media
Voorbeeld verspreiding foto van vluchteling:
Eerst wordt een foto gedeeld door internationale journalisten en dan
wordt de foto gedeeld door de directeur van menselijke rechten >er
ontstaat een kettingreactie van het delen van de foto door mensen die
veel invloed hebben. Daarna wordt hij verder gedeeld op twitter.
Pseudo event
= een event die gepland is om media-publiciteit te ontvangen.
Politici en politieke partijen weten dat media-aandacht een bepaald effect
kan hebben op de publieke opinie. Onder andere politici denken dat ze
deze aandacht wel kunnen gebruiken waardoor ze zelf een ‘media-
evenement’ creëren om meer aandacht te krijgen over een bepaald
onderwerp en de publieke opinie kan veranderen.
Kenmerken media event:
• Dramatisch
• Gepland
• Duidelijk afgebakend qua tijd en plaats
• Ze zouden niet plaats hebben gevonden wanneer er geen media aanwezig
waren
Voorbeeld: Bush moest iets doen om mensen positief naar de Irak oorlog
te laten kijken. Hij heeft daarom een “Mission Accomplished” speech
gegeven waarin hij vertelt dat ze Irak beter hebben gemaakt en dat er
vrede is. Hij wilde op dat moment de publieke opinie te veranderen.
Samenvattend:
➢ Media zijn belangrijk
o CNN-effect
o Pseudo events
,Medialogica
= De macht om te bepalen wie en wat (politiek) relevant is, wordt voor
een groot deel bepaald door de media.
Mediatisering als proces
Mediatisering = een proces
In het artikel gaat het over de relatie tussen de politiek en de media
(bijvoorbeeld hoe worden we geïnformeerd over politieke onderwerpen en
hoe gaan politici daarmee om)
➢ Esser en Strömbäck vinden het een procesgericht concept (het gaat om
een toename van iets: de invloed van de media in de samenleving wordt
groter = mediatisering)
Definities die het proces (mediatisering) beschrijven:
• “Changes associated with communication media and their development”
(Schulz)
• “The process whereby society to an increasing degree is submitted to, or
becomes dependent on, the media and their logic” (Hjarvard)
• A process “in which there is a development toward increasing media
influence” (Asp en Esaiasson)
Verschil mediatisering en gemedieerde communicatie:
• Gemedieerde communicatie is kleiner/ medialogica: gaat over het
overbrengen van een boodschap via media. Het communiceren via media.
• Mediatisering is groter: gaat erom hoe belangrijk media in de samenleving
is, gaat om structurele veranderingen.
, 4 stappen mediatisering:
➢ Deze dimensies bepalen samen de mate waarin politiek is gemedieerd
(met andere woorden in hoeverre de maatschappij afhankelijk wordt van
de media)
➢ Medialogica past in dit model vooral bij de derde dimensie
1. Eerste dimensie: hoe belangrijk media is en welke rol media speelt in
ons dagelijks leven.
De mate waarin media de belangrijkste bron van informatie voor burgers
zijn geworden en het belangrijkste kanaal voor communicatie tussen
politici en burgers vormt.
2. Tweede dimensie: in hoeverre media onafhankelijk is van politieke
instituties (dat media niet alles overnemen van politici, maar ook kritisch
kijkt naar de gebeurtenissen in de samenleving)
Is de (toenemende) mate waarin media onafhankelijk van politieke
instituties functioneren.
3. Derde dimensie: media boodschappen worden bepaald door medialogica
(de journalist heeft een steeds sterkere invloed op wat er wordt
geschreven)
De mate waarin media-inhoud bepaald wordt door nieuwswaarden als
negativiteit en conflict en gedreven wordt door noodzaak om een groot
publiek aan te spreken.
4. Vierde dimensie: politieke partijen en politici reageren hierop > hoe kan
ik mensen beïnvloeden (ook wel gelinkt aan pseudo events).
De mate waarin politici hun percepties en gedrag aanpassen aan de regels
die nieuwsmedia opleggen.
➢ Stappen van dimensies die leiden tot meer mediatisering.
Veranderende journalistiek
