Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Samenvatting literatuur Blok 1, Taak 5
Inhoudsopgave
De loopcyclus 3
Klassieke terminologie (Inman en Winter) 3
Pathologische gang (terminologie Perry) 5
Beïnvloedende factoren looppatroon 8
Looptraining bij frequent voorkomende gangproblemen 9
Trendelenburg-gang en Duchenne-gang 12
Gewrichten 14
Nomenclatuur en structuur van de dwarsgestreepte spieren 18
Kraakbeen 19
Algemene informatie 19
Samenstelling van kraakbeen 19
Typen kraakbeen 20
Gewrichtskraakbeen 22
Lagen kraakbeen 23
Artrose 24
Betekenis en klinische symptomen artrose 24
Primaire en secundaire artrose 25
Pathofysiologie/ontstaan van artrose 26
Epidemiologie van artrose 26
Radiologisch onderzoek artrose 27
De heup 28
Anatomie 28
Opbouw van het heupgewricht 28
Heupgewricht: articulerende benen 29
Het bandapparaat van het heupgewricht: stabilisatie van de femurkop 30
Het bandapparaat van het heupgewricht: voeding van de femurkop 31
Osteokinematica van het heupgewricht 33
Flexie en extensie 33
Abductie en adductie 34
Endorotatie en exorotatie (S = 0°) 35
Endorotatie en exorotatie (S = 90°) 36
Stabiliteit van het heupgewricht 37
Actieve stabiliteit van het heupgewricht 37
Passieve stabiliteit van het heupgewricht 41
Heupartrose 45
Mate van degeneratie bij heupartrose (Kellgren en Lawrence-schaal) 45
1
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Primaire en secundaire heupartrose 46
Epidemiologie, jaar prevalentie en incidentie heupartrose 46
Herstelbelemmerende factoren 47
Vormen van eindgevoel (onderzoek passieve structuren) 48
Fysiologische vormen van eindgevoel 48
Pathologische vormen van eindgevoel 48
Passieve/actieve insufficiëntie en reciproke inhibitie 49
KNGF Richtlijn artrose heup-knie 50
Achtergrond artrose 50
Klinisch beeld 50
Beloop 51
Stepped care 52
Diagnose 53
Vragenlijst PSK 54
Tests voor spierkracht 55
Spiercontracties 56
Fasische en tonische spieren 57
MRC-schaal 58
2
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
De loopcyclus
Klassieke terminologie (Inman en Winter)
Twee grote fasen van het lopen
1. Standfase (60% van de gangcyclus)
➔ Early stance/Vroege standfase
1. Heel strike: Hiel raakt de grond
2. Foot flat: Hele voet op de grond
3. Mid stance: Foot flat tot heel off
➔ Late stance/Late standfase
4. Heel off: Hiel komt los van de grond
5. Toe off: Tenen komen los van de grond
2. Zwaaifase (40% van de gangcyclus)
➔ Early swing/vroege zwaaifase: Van toe off tot de overgang van flexie naar extensie
knie. Het zwaaibeen versnelt, met de bedoeling het lichaamsgewicht op te vangen
➔ Late swing/Late zwaaifase: Mid swing tot terminal swing. De late zwaaifase begint
als de knie begint te strekken. Het zwaaibeen passeert het standbeen.
3
, Elena Goebel (2200841)
Fysiotherapie Zuyd Hogeschool, leerjaar 1
2022/2023
Gebruikte heupspieren:
Bij het eerste hielcontact worden de gluteus maximus en de hamstrings actief en verhinderen een
verdere flexiebeweging in de heup.
De knie is bij deze heel strike zo goed als volledig gestrekt en zal daarna licht in flexie toenemen
onder controle van de hamstring.
In mid-stance neemt de functie van de strekkers, gluteus maximus en quadriceps af, omdat knie en
heup zo goed als volledig gestrekt zijn. De abductoren (gluteus medius/minus) zijn vooral actief
tijdens de standfase en verhinderen dat het bekken aan de ander zijde naar beneden zakt. Ze
voorkomen een Trendelenburg-beweging en werken samen met de lateroflexoren van de andere
rompzijde en maken zo de zwaaifunctie van het andere been mogelijk. De iliopsoas is als heupbuiger
actief in het begin van de zwaaifase.
De adductoren zullen vooral op het einde van de standfase actief zijn, als tegenkracht van de
abductoren en dienen als stabilisator van het rompgewicht boven het steunbeen.
4