Vraagstukken bedrijfseconomie
Blok 4
Hoofdstuk 5: Investeringsprojecten
5.1 A Bereken de winst na belastingen in elk van de jaren van de looptijd van het project
Berekening winst na belastingen = Omzet – alle kosten – verschuldigde vennootschapsbelasting
Afschrijving Gebouw= 25.000 per jaar
Afschrijving installaties = 100.000 per jaar
Looptijd project 5 jaar
Investering vlotte activa = 100.000
Tarief vennootschapsbelasting = 20%
Vermogenskostenvoet = 10% per jaar
Jaar 1 (2018) = 600.000 – 300.000 (exploitatiekosten) – 125.000 (afschrijvingen) – 100.000
(investering vlottende activa) = 75.000 (winst voor belasting) – 15.000 (20% vennootbelasting) =
60.000 (winst na belasting)
Jaar 2 (2019) = 800.000 – 400.000 – 125.000 = 275.000 – 55.000 = 220.000
Jaar 3 (2020) = 1.000.000 – 400.000 – 125.000 = 475.000 – 95.000 = 380.000
Jaar 4 (2021) = 1.000.000 – 500.000 – 125.000 = 375.000 – 75.000 = 300.000
Jaar 5 (2022) = 1.000.000 – 600.000 – 125.000 = 275.000 – 55.000 = 220.000
5.1 B Bereken de vrije kasstromen van dit project in de jaren 2017 tot en met 2022
Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5
Winst na +60.000 +220.000 +380.000 +300.000 +220.000
vennootschapsbelasting
+ Afschrijvingen +125.000 +125.000 +125.000 +125.000 +125.000
- Investeringen - 100.000
+ Desinvesteringen
Vrije kasstroom -100.000 + + 345.000 +505.000 +425.000 +345.00
185.000
5.4 A Let op gaat over periodewinsten! Bereken de gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit bij
inzet van veerboot op route 1 en 2
Gemiddelde cashflow (VAN DE ROUTES SAMEN) = -4.000.000 + 1.600.000 + 1.600.000 + 800.000 +
800.000 + 600.000 + 1.000.000 + 1.800.000 + 2.400.000 : 4 = 412.500
Gemiddelde investering = 4.000.000 + 800.000 = 4.800.000
412.500 : 4.800.000 x 100 = 8,59%
Gemiddelde cashflow (VAN DE ROUTES A) = -4.000.000 + 1.600.000 + 1.600.000 + 800.000 + 800.000:
4 = 200.000
Gemiddelde investering = 4.000.000 + 800.000 = 4.800.000
200.000 : 4.800.000 x 100 = 4,17%
ALS HET GAAT OM PERIODE WINST EN NIET OVER KASSTROMEN DAN DOE JE DE INVESTERING NIET!!
DUS PERIODEWINST = DE WINSTBEDRAGEN BIJ ELKAAR OPGETELD.
Bij periodewinst =
Gemiddelde geïnvesteerd vermogen =Investering + restwaarde :2
Gemiddelde jaarlijkse winst = Alle winstbedragen bij elkaar opgeteld : aantal jaren
, ROUTE 1 Gemiddelde jaarlijkse winst (route 1) = 1.600.000 + 1.600.000 + 800.000 + 800.000: 4 =
1.200.000
GBR route 1= (1.200.000 : 2.400.000) x 100 = 50%
Route 2 zie hieronder
GOEDE uitwerking = (zie volgende pagina)
5.4 B Bereken de terugverdientijden, indien aangenomen wordt dat de ontvangsten en uitgaven
vallen aan het eind van het jaar waarop ze betrekking hebben
Afschrijvingen halen van de winst af maar zijn geen uitgaven. Welk kosten. De kasstroom is dus hoger
als het winstgetal. Het verschil is de afschrijvingen.
Om van de periodewinst naar de kasstroom te berekenen = Winst na belasting + Afschrijvingen –
investering + desinvestering
ROUTE 1 = Na 2 jaar zal de veerboot terugverdient zijn. Omdat = Jaar 1 = -4000.000 + 2.400.000 = -
1.600.000
Jaar 2= -1.600.000 + 2.400.000 = +800.000.
Blok 4
Hoofdstuk 5: Investeringsprojecten
5.1 A Bereken de winst na belastingen in elk van de jaren van de looptijd van het project
Berekening winst na belastingen = Omzet – alle kosten – verschuldigde vennootschapsbelasting
Afschrijving Gebouw= 25.000 per jaar
Afschrijving installaties = 100.000 per jaar
Looptijd project 5 jaar
Investering vlotte activa = 100.000
Tarief vennootschapsbelasting = 20%
Vermogenskostenvoet = 10% per jaar
Jaar 1 (2018) = 600.000 – 300.000 (exploitatiekosten) – 125.000 (afschrijvingen) – 100.000
(investering vlottende activa) = 75.000 (winst voor belasting) – 15.000 (20% vennootbelasting) =
60.000 (winst na belasting)
Jaar 2 (2019) = 800.000 – 400.000 – 125.000 = 275.000 – 55.000 = 220.000
Jaar 3 (2020) = 1.000.000 – 400.000 – 125.000 = 475.000 – 95.000 = 380.000
Jaar 4 (2021) = 1.000.000 – 500.000 – 125.000 = 375.000 – 75.000 = 300.000
Jaar 5 (2022) = 1.000.000 – 600.000 – 125.000 = 275.000 – 55.000 = 220.000
5.1 B Bereken de vrije kasstromen van dit project in de jaren 2017 tot en met 2022
Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5
Winst na +60.000 +220.000 +380.000 +300.000 +220.000
vennootschapsbelasting
+ Afschrijvingen +125.000 +125.000 +125.000 +125.000 +125.000
- Investeringen - 100.000
+ Desinvesteringen
Vrije kasstroom -100.000 + + 345.000 +505.000 +425.000 +345.00
185.000
5.4 A Let op gaat over periodewinsten! Bereken de gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit bij
inzet van veerboot op route 1 en 2
Gemiddelde cashflow (VAN DE ROUTES SAMEN) = -4.000.000 + 1.600.000 + 1.600.000 + 800.000 +
800.000 + 600.000 + 1.000.000 + 1.800.000 + 2.400.000 : 4 = 412.500
Gemiddelde investering = 4.000.000 + 800.000 = 4.800.000
412.500 : 4.800.000 x 100 = 8,59%
Gemiddelde cashflow (VAN DE ROUTES A) = -4.000.000 + 1.600.000 + 1.600.000 + 800.000 + 800.000:
4 = 200.000
Gemiddelde investering = 4.000.000 + 800.000 = 4.800.000
200.000 : 4.800.000 x 100 = 4,17%
ALS HET GAAT OM PERIODE WINST EN NIET OVER KASSTROMEN DAN DOE JE DE INVESTERING NIET!!
DUS PERIODEWINST = DE WINSTBEDRAGEN BIJ ELKAAR OPGETELD.
Bij periodewinst =
Gemiddelde geïnvesteerd vermogen =Investering + restwaarde :2
Gemiddelde jaarlijkse winst = Alle winstbedragen bij elkaar opgeteld : aantal jaren
, ROUTE 1 Gemiddelde jaarlijkse winst (route 1) = 1.600.000 + 1.600.000 + 800.000 + 800.000: 4 =
1.200.000
GBR route 1= (1.200.000 : 2.400.000) x 100 = 50%
Route 2 zie hieronder
GOEDE uitwerking = (zie volgende pagina)
5.4 B Bereken de terugverdientijden, indien aangenomen wordt dat de ontvangsten en uitgaven
vallen aan het eind van het jaar waarop ze betrekking hebben
Afschrijvingen halen van de winst af maar zijn geen uitgaven. Welk kosten. De kasstroom is dus hoger
als het winstgetal. Het verschil is de afschrijvingen.
Om van de periodewinst naar de kasstroom te berekenen = Winst na belasting + Afschrijvingen –
investering + desinvestering
ROUTE 1 = Na 2 jaar zal de veerboot terugverdient zijn. Omdat = Jaar 1 = -4000.000 + 2.400.000 = -
1.600.000
Jaar 2= -1.600.000 + 2.400.000 = +800.000.