P1 samenvatting van radiologie, alle
leerdoelen uitgewerkt zoveel mogelijk in de
volgorde van de taken.
Samenvatt
ing p1 RD
Radiologie
,Inhoud
Basisprincipes röntgenfoto..............................................................................................................................................2
Onderdelen röntgenbuis en opwekking straling.............................................................................................................3
Opnametechniek en stralencontrast...............................................................................................................................5
ALARA, kV en mAs...........................................................................................................................................................6
Bundel en beeldgeometrie..............................................................................................................................................7
Hand, pols en vingers......................................................................................................................................................9
, Basisprincipes röntgenfoto
Verzwakking en materiaaleigenschappen
Het maken van een röntgenfoto is gebaseerd op verzwakking. Elk weefsel verzwakt de straling, maar elk weefsel
doet dat op een andere ‘’sterkte’’. Weefsels met een hoge dichtheid, atoomnummer en/of dikte zullen de straling
meer verzwakken dan weefsels met de lage
waarden.
Als voorbeeld:
Longen laten bijna alle straling door (zwart
in beeld)
Spieren en ander zacht weefsel
verzwakken enigszins (grijs in beeld)
Bot verzwakt bijna alle straling (wit in
beeld)
Deze verschillen in verzwakking worden gemeten op de detector en aan de hand daarvan wordt een beeld gevormd.
Transmissie
De verschillen tussen de stralingsintensiteit die in het object komt en er weer uitkomt, noemen we de transmissie.
Oftewel het is de verhouding tussen de doorgelaten en de onverzwakte intensiteit.
Zoals hiervoor al gezegd verzwakt elk weefsel anders. Hierdoor kan er onderscheid worden gemaakt tussen deze
weefsel. Je hebt ook een formule voor de transmissie.
Stralencontrast
De verschillen tussen de stralingsintensiteit in weefsels is het stralencontrast. Dit is dus afhankelijk van het weefsel
zelf. Hoe hoger de energie, hoe minder straling verzwakt wordt en dus hoe meer straling de detector bereikt.
Beeldcontrast
Wanneer de straling met verschillende intensiteiten op de detector vallen
maakt de computer daarvan een beeld dat verschillende grijswaarden toont.
De verschillen in grijswaarden van weefsels op de uiteindelijke foto noemen
we het beeldcontrast.
leerdoelen uitgewerkt zoveel mogelijk in de
volgorde van de taken.
Samenvatt
ing p1 RD
Radiologie
,Inhoud
Basisprincipes röntgenfoto..............................................................................................................................................2
Onderdelen röntgenbuis en opwekking straling.............................................................................................................3
Opnametechniek en stralencontrast...............................................................................................................................5
ALARA, kV en mAs...........................................................................................................................................................6
Bundel en beeldgeometrie..............................................................................................................................................7
Hand, pols en vingers......................................................................................................................................................9
, Basisprincipes röntgenfoto
Verzwakking en materiaaleigenschappen
Het maken van een röntgenfoto is gebaseerd op verzwakking. Elk weefsel verzwakt de straling, maar elk weefsel
doet dat op een andere ‘’sterkte’’. Weefsels met een hoge dichtheid, atoomnummer en/of dikte zullen de straling
meer verzwakken dan weefsels met de lage
waarden.
Als voorbeeld:
Longen laten bijna alle straling door (zwart
in beeld)
Spieren en ander zacht weefsel
verzwakken enigszins (grijs in beeld)
Bot verzwakt bijna alle straling (wit in
beeld)
Deze verschillen in verzwakking worden gemeten op de detector en aan de hand daarvan wordt een beeld gevormd.
Transmissie
De verschillen tussen de stralingsintensiteit die in het object komt en er weer uitkomt, noemen we de transmissie.
Oftewel het is de verhouding tussen de doorgelaten en de onverzwakte intensiteit.
Zoals hiervoor al gezegd verzwakt elk weefsel anders. Hierdoor kan er onderscheid worden gemaakt tussen deze
weefsel. Je hebt ook een formule voor de transmissie.
Stralencontrast
De verschillen tussen de stralingsintensiteit in weefsels is het stralencontrast. Dit is dus afhankelijk van het weefsel
zelf. Hoe hoger de energie, hoe minder straling verzwakt wordt en dus hoe meer straling de detector bereikt.
Beeldcontrast
Wanneer de straling met verschillende intensiteiten op de detector vallen
maakt de computer daarvan een beeld dat verschillende grijswaarden toont.
De verschillen in grijswaarden van weefsels op de uiteindelijke foto noemen
we het beeldcontrast.
