Periode 2.4 kennistoets
,Week 1:
Mevrouw K. is 37 jaar heeft 3 jonge kinderen (2,4 en 6 jaar) en is net gescheiden van haar man. Ze
woont nu alleen met haar kinderen in Veghel. Ze werkt 40 uur op het kantoor bij Phillips. Op dit
moment zitten ze in het einde van de maand en dat betekent dat alle deadlines moeten worden
gehaald, dus ze moet veel overwerken...
Doordat ze een alleenstaande moeder is met 3 kinderen, maakt K. zich vaak zorgen over hun
financiële situatie en wat de toekomst gaat brengen. Doordat K. 40 uur werkt, moeten de kinderen 5
dagen per week naar de kinderopvang.
Tot een half jaar geleden was K. een fanatiek tennisster. Ze ging gemiddeld 3x per week naar de
tennisclub waar ze naast het tennissen ook erg genoot van de sociale contacten. De laatste tijd is K.
niet meer op de club geweest vanwege haar drukke werk en privé situatie.
Ze geeft aan dat ze een gevoel van een zwaar hoofd heeft, gespannen nekspieren en dat ze vaker
vermoeid is. Daarnaast klaagt ze regelmatig over hoofdpijn. De hoofdpijn geeft ze aan als een soort
bandgevoel dat de hele dag aanwezig is. K. heeft ook gemerkt dat haar nek vaker “knakt”.
De medicijnen die K. neemt tegen de hoofdpijn (paracetamol en ibuprofen) geven nauwelijks
verlichting.
→ MFH formulier
→ Colleges:
Intro 2.4
FH1 Hoofdpijn
MED1 Biologische factoren
→ Praktijk:
FH2/3/4 hoofdpijn diagnostiek
ANA1 hoofdpijn
+ Werkblad individuele opdracht
→ Beroepsproduct
In deze onderwijsperiode staat de cliënt met de hulpvraag vanuit maatschappelijk perspectief
centraal. De gezondheidszorg verandert in een razend tempo en daarmee ook de rol van de
fysiotherapie. Het is van belang om in te spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen. In onze
samenleving uit zich dit de laatste decennia in een sterke individualisatie. Dit vertaalt zich binnen de
gezondheidszorg in een meer cliëntgerichte benadering. Hierbij zal de mening van de cliënt met
betrekking tot besluitvorming en behandeling een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Cliënten met
eenzelfde aandoening beschikken over uiteenlopende zorgbehoeften afhankelijk van hun deelname
aan het maatschappelijk leven, oftewel de gewenste participatie. Dit is de maat waaraan het succes
van de behandeling wordt gemeten.
Tijdens deze module zullen we ons gaan richten op aandoeningen die een grote invloed hebben op
deelname in de maatschappij. Hierbij is er oog voor de zelfregie van de cliënt. Tevens is het van
belang om aandacht te besteden aan preventie.
Om dit te kunnen bewerkstellingen wordt er deze periode gewerkt met ofwel papieren casussen
ofwel een echte cliënt uit het sportspreekuur. Zo kan er worden ingespeeld op de individu en zijn rol
in de maatschappij. Alle vakken tezamen zullen bijdragen om tot een zo goed mogelijke oplossing
voor de cliënt te komen.
,FH1 Hoofdpijn
De lifetime prevalentie van alle vormen van hoofdpijn is bijna 70% bij de mannen en bijna 90% bij de
vrouwen. Het is dan ook niet verrassend dat je als fysiotherapeut regelmatig met patiënten met
hoofdpijn klachten te maken zult krijgen.
Leerdoelen
Benoemt de prevalentie van hoofdpijn.
Beschrijft de hoofdpijn classificatie volgens de ICHD.
Beschrijft het klinisch beeld bij de primaire hoofdpijn vormen.
Beschrijft wat cervicogene hoofdpijn is.
Differentieert tussen de verschillende hoofdpijn vormen.
Benoemt de rode vlaggen bij hoofdpijn.
Benoemt de klinimetrie dat wordt gebruikt in het diagnostisch proces van hoofdpijn.
+ Bijlagen International Classification of Headache Disorders (ICHD III
+ Bijlagen hoofdpijn differentiëren, hoofdpijn anamnese stroomdiagram, rode vlaggen hoofdpijn
NHG en hoofdpijn dagboek.
Prevalentie
• Spanningshoofdpijn 69 %
• Hoofdpijn a.g.v. een systemische infectie 63 %
• Migraine 16%
• Na een doorgemaakt trauma 4%
• Zonder oorzaak 2%
• Inspanningshoofdpijn 1%
• Vasculaire oorzaak 1%
• Subarachnoïdale bloeding 1%
• Hersentumoren 0,1%
Classificatie
In 1998 publiceerde het ICHD-1(international classification of headache disorders) een hoofdpijn
classificatie en in 2018 werd deze lijst vervangen door de ICHD-3.
Er is sprake van primaire hoofdpijn wanneer de bron van nocisensoriek gelegen is in de hersenen.
Er is sprake secundaire hoofdpijnsyndroom als gevolg van een andere aandoening.
→ Craniale neuralgieën, centrale en primaire faciale pijn en andere hoofdpijnen
, Ziekteverzuim
De leeftijdspiek van hoofdpijn is 40 jaar in de werkende populatie.
Het aantal ziektedagen per 1000 werknemers per jaar is voor:
• Migraine 270 dagen
• Spanningshoofdpijn 820 dagen
Primaire hoofdpijn
Wanneer de bron van nocisensoriek gelegen is in de hersenen.
→ Hoofdpijn zonder een aantoonbare neurologische afwijking
• Spanningshoofdpijn (Tension Type Headache)
• Migraine
• Clusterhoofdpijn
Spanningshoofdpijn^
• Onregelmatig
• Frequent
• Chronisch
• Vermoedelijk
• 10 episodes per jaar, 30 minuten tot 7 dagen
• 10 episodes per jaar, 30 minuten tot 7 dagen
• Bilaterale drukkende pijn
• Matige intensiteit
• Niet beïnvloedbaar door dagelijks activiteiten (fysieke activiteit)
• Symptomen:
-Geen misselijkheid of braken
-Foto- of fonofobie (overgevoeligheid licht en geluid)
Er wordt een onderscheid gemaakt in spanningshoofdpijn met en zonder drukpijn (pericranial
tenderness). → aantonen middels palpatie (score 0-3)
Incidentie en prevalentie
• Tussen de 30% tot 78% van de bevolking. (meest voorkomende hoofdpijn)
• Vrouw > man, 20-45 jaar.
Bij spanningshoofdpijn helpen NSAIDs niet.
Wat mogelijk wel helpt zijn spierontspanners (benzodiazepinen).
Predisponerende factoren (kwetsbaarder maken voor de aandoening) zijn vermijdend gedrag of
catastrofen (= denken wat mis kan gaan)
Migraine^
Unilateraal, pulserend, matig tot intensieve pijn, verergerd door dagelijks inspanning of vermijden
van deze activiteiten
➔ Nekstijfheid
➔ Foto- of fonofobie (overgevoeligheid licht en geluid)
➔ Misselijkheid
➔ Wazig zien
,Week 1:
Mevrouw K. is 37 jaar heeft 3 jonge kinderen (2,4 en 6 jaar) en is net gescheiden van haar man. Ze
woont nu alleen met haar kinderen in Veghel. Ze werkt 40 uur op het kantoor bij Phillips. Op dit
moment zitten ze in het einde van de maand en dat betekent dat alle deadlines moeten worden
gehaald, dus ze moet veel overwerken...
Doordat ze een alleenstaande moeder is met 3 kinderen, maakt K. zich vaak zorgen over hun
financiële situatie en wat de toekomst gaat brengen. Doordat K. 40 uur werkt, moeten de kinderen 5
dagen per week naar de kinderopvang.
Tot een half jaar geleden was K. een fanatiek tennisster. Ze ging gemiddeld 3x per week naar de
tennisclub waar ze naast het tennissen ook erg genoot van de sociale contacten. De laatste tijd is K.
niet meer op de club geweest vanwege haar drukke werk en privé situatie.
Ze geeft aan dat ze een gevoel van een zwaar hoofd heeft, gespannen nekspieren en dat ze vaker
vermoeid is. Daarnaast klaagt ze regelmatig over hoofdpijn. De hoofdpijn geeft ze aan als een soort
bandgevoel dat de hele dag aanwezig is. K. heeft ook gemerkt dat haar nek vaker “knakt”.
De medicijnen die K. neemt tegen de hoofdpijn (paracetamol en ibuprofen) geven nauwelijks
verlichting.
→ MFH formulier
→ Colleges:
Intro 2.4
FH1 Hoofdpijn
MED1 Biologische factoren
→ Praktijk:
FH2/3/4 hoofdpijn diagnostiek
ANA1 hoofdpijn
+ Werkblad individuele opdracht
→ Beroepsproduct
In deze onderwijsperiode staat de cliënt met de hulpvraag vanuit maatschappelijk perspectief
centraal. De gezondheidszorg verandert in een razend tempo en daarmee ook de rol van de
fysiotherapie. Het is van belang om in te spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen. In onze
samenleving uit zich dit de laatste decennia in een sterke individualisatie. Dit vertaalt zich binnen de
gezondheidszorg in een meer cliëntgerichte benadering. Hierbij zal de mening van de cliënt met
betrekking tot besluitvorming en behandeling een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Cliënten met
eenzelfde aandoening beschikken over uiteenlopende zorgbehoeften afhankelijk van hun deelname
aan het maatschappelijk leven, oftewel de gewenste participatie. Dit is de maat waaraan het succes
van de behandeling wordt gemeten.
Tijdens deze module zullen we ons gaan richten op aandoeningen die een grote invloed hebben op
deelname in de maatschappij. Hierbij is er oog voor de zelfregie van de cliënt. Tevens is het van
belang om aandacht te besteden aan preventie.
Om dit te kunnen bewerkstellingen wordt er deze periode gewerkt met ofwel papieren casussen
ofwel een echte cliënt uit het sportspreekuur. Zo kan er worden ingespeeld op de individu en zijn rol
in de maatschappij. Alle vakken tezamen zullen bijdragen om tot een zo goed mogelijke oplossing
voor de cliënt te komen.
,FH1 Hoofdpijn
De lifetime prevalentie van alle vormen van hoofdpijn is bijna 70% bij de mannen en bijna 90% bij de
vrouwen. Het is dan ook niet verrassend dat je als fysiotherapeut regelmatig met patiënten met
hoofdpijn klachten te maken zult krijgen.
Leerdoelen
Benoemt de prevalentie van hoofdpijn.
Beschrijft de hoofdpijn classificatie volgens de ICHD.
Beschrijft het klinisch beeld bij de primaire hoofdpijn vormen.
Beschrijft wat cervicogene hoofdpijn is.
Differentieert tussen de verschillende hoofdpijn vormen.
Benoemt de rode vlaggen bij hoofdpijn.
Benoemt de klinimetrie dat wordt gebruikt in het diagnostisch proces van hoofdpijn.
+ Bijlagen International Classification of Headache Disorders (ICHD III
+ Bijlagen hoofdpijn differentiëren, hoofdpijn anamnese stroomdiagram, rode vlaggen hoofdpijn
NHG en hoofdpijn dagboek.
Prevalentie
• Spanningshoofdpijn 69 %
• Hoofdpijn a.g.v. een systemische infectie 63 %
• Migraine 16%
• Na een doorgemaakt trauma 4%
• Zonder oorzaak 2%
• Inspanningshoofdpijn 1%
• Vasculaire oorzaak 1%
• Subarachnoïdale bloeding 1%
• Hersentumoren 0,1%
Classificatie
In 1998 publiceerde het ICHD-1(international classification of headache disorders) een hoofdpijn
classificatie en in 2018 werd deze lijst vervangen door de ICHD-3.
Er is sprake van primaire hoofdpijn wanneer de bron van nocisensoriek gelegen is in de hersenen.
Er is sprake secundaire hoofdpijnsyndroom als gevolg van een andere aandoening.
→ Craniale neuralgieën, centrale en primaire faciale pijn en andere hoofdpijnen
, Ziekteverzuim
De leeftijdspiek van hoofdpijn is 40 jaar in de werkende populatie.
Het aantal ziektedagen per 1000 werknemers per jaar is voor:
• Migraine 270 dagen
• Spanningshoofdpijn 820 dagen
Primaire hoofdpijn
Wanneer de bron van nocisensoriek gelegen is in de hersenen.
→ Hoofdpijn zonder een aantoonbare neurologische afwijking
• Spanningshoofdpijn (Tension Type Headache)
• Migraine
• Clusterhoofdpijn
Spanningshoofdpijn^
• Onregelmatig
• Frequent
• Chronisch
• Vermoedelijk
• 10 episodes per jaar, 30 minuten tot 7 dagen
• 10 episodes per jaar, 30 minuten tot 7 dagen
• Bilaterale drukkende pijn
• Matige intensiteit
• Niet beïnvloedbaar door dagelijks activiteiten (fysieke activiteit)
• Symptomen:
-Geen misselijkheid of braken
-Foto- of fonofobie (overgevoeligheid licht en geluid)
Er wordt een onderscheid gemaakt in spanningshoofdpijn met en zonder drukpijn (pericranial
tenderness). → aantonen middels palpatie (score 0-3)
Incidentie en prevalentie
• Tussen de 30% tot 78% van de bevolking. (meest voorkomende hoofdpijn)
• Vrouw > man, 20-45 jaar.
Bij spanningshoofdpijn helpen NSAIDs niet.
Wat mogelijk wel helpt zijn spierontspanners (benzodiazepinen).
Predisponerende factoren (kwetsbaarder maken voor de aandoening) zijn vermijdend gedrag of
catastrofen (= denken wat mis kan gaan)
Migraine^
Unilateraal, pulserend, matig tot intensieve pijn, verergerd door dagelijks inspanning of vermijden
van deze activiteiten
➔ Nekstijfheid
➔ Foto- of fonofobie (overgevoeligheid licht en geluid)
➔ Misselijkheid
➔ Wazig zien
