100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting strafrecht (Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Rechtsgeleerdheid Universiteit Leiden) €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting strafrecht (Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Rechtsgeleerdheid Universiteit Leiden)

 3 keer bekeken  0 aankoop

Dit document bevat een samenvatting van het gehele boek grondtrekken van het Nederlandse strafrecht. Het boek behoort tot de leerstof van het vak Inleiding strafrecht, gegeven aan de universiteit Leiden

Voorbeeld 5 van de 59  pagina's

  • Ja
  • 18 april 2022
  • 59
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
lunadelange
Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht (M.J. Kronenberg, B. de Wilde)

Hoofdstuk 1 Inleiding
§1 Eerste kennismaking
Het strafrecht houdt de samenleving bezig omdat het sterk verbonden is met zaken als moraal,
veiligheid en rechtvaardigheid.

§2 Plaats van het strafrecht
Het strafrecht houdt zich bezig met het straffen van personen die een strafbaar feit hebben
gepleegd. Het strafrecht regelt wie straf kan krijgen en waarvoor.
Het straffen gebeurt niet door de burgers zelf, maar voor de overheid. De Staat heeft het monopolie
op straffen. Als een burger een strafbaar feit pleegt, moet hij verantwoording afleggen aan de
overheid, die hem namens de samenleving straf kan opleggen.
In het strafrecht kunnen burgers elkaar niet dagvaarden voor gepleegde strafbare feiten. De enige
die een verdachte van een strafbaar feit voor de rechter kan brengen is een officier van justitie. De
officier van justitie is een vertegenwoordiger van het openbaar ministerie, het staatsorgaan dat
belast is met vervolging van verdachten.
Het staat een burger vrij om, los van de strafrechtelijke veroordeling, zijn schade te verhalen op een
andere burger. Nu is het civielrechtelijk procederen een ingewikkelde, tijdrovende en
geldverslindende aangelegenheid. Daarom bestaat er binnen het strafrechtelijk systeem een
mogelijkheid voor slachtoffers van strafbare feiten om als ‘benadeelde partij’ schadevergoeding te
verzoeken aan de strafrechter. Dit zorgt ervoor dat een slachtoffer relatief makkelijk zijn schade kan
verhalen op de dader.

§3 Doelen van straffen
Het opleggen van een straf dien voornamelijk twee doelen:
- Vergelding: het kwaad dat de dader van een strafbaar feit veroorzaakt wordt vergolden door
leedtoevoeging. Vergelding kan zorgen voor morele genoegdoening.
- Preventie:
o Speciale preventie: het voorkomen van recidive bij de dader die in aanraking is
gekomen met de gevolgen van het overschrijden van een strafrechtelijke norm.
o Generale preventie: zorgen dat anderen dan de dader lering trekken uit het feit dat
er voor het plegen van een strafbaar feit straf opgelegd kan worden. De gestrafte
moet een voorbeeld zijn dat potentiële wetsovertreders afschrikt.

Materieel strafrecht, formeel strafrecht en sanctierecht
Het rechtsgebied strafrecht kan worden onderverdeeld in drie delen:
- Materieel strafrecht (Wetboek van Strafrecht): bepaalt welk gedrag niet toegestaan is en
welke personen daarvoor kunnen worden gestraft. Het gaat hierbij om strafbepalingen,
uitsluiting van strafbaarheid en uitbreiding van strafbaarheid.
- Formeel strafrecht (Wetboek van Strafvordering): wordt ook wel strafprocesrecht of
strafvordering genoemd. Het formeel strafrecht bepaalt welke regels moeten worden
gevolgd wanneer een norm van het materiële strafrecht is overtreden.
- Sanctierecht: heeft betrekking op de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen
worden opgelegd en ten uitvoer gelegd. Het sanctierecht is zowel in het Wetboek van
Strafrecht als het Wetboek van Strafvordering te vinden.

§5 Commuun en bijzonder strafrecht
Commuun strafrecht is het strafrecht dat in de Wetboeken van Strafrecht en Strafvordering is
opgenomen.

,Bijzonder strafrecht is het strafrecht dat in andere wetten is opgenomen. In bijzondere strafwetten
treft men de strafbepalingen aan die behoren tot het materiële strafrecht, maar vaak ook
bevoegdheden die behoren tot het formele strafrecht.
Alle deze wetten zijn wetten in formele zin. Er bestaan echter ook strafwetten die niet in formele zin
zijn, bijvoorbeeld de algemene plaatselijke verordening (APV). In de APV worden allerlei gedragingen
strafbaar gesteld die in die gemeente niet toegelaten zijn.

§6 De opbouw van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering
Het Wetboek van Strafrecht bestaat uit drie hoofdonderdelen:
- Boek 1: algemene leerstukken
- Boek 2: strafbepalingen van misdrijven
- Boek 3: strafbepalingen van overtredingen
Het wetboek van strafvordering bestaat uit zes boeken, maar alleen de eerste drie en boek 6 zijn van
belang:
- Boek 1: algemene bepalingen: belangrijkste bevoegdheden tijdens het opsporingsonderzoek
- Boek 2: strafvordering in eerste aanleg: regelt de vervolgingsbeslissing van de officier van
justitie en een procedure voor de berechting van een verdachte door de rechtbank
- Boek 3: Rechtsmiddelen
- Boek 6: tenuitvoerlegging

§7 De invloed van internationaal en supranationaal recht
Nederland is lidstaat van de Europese Unie. Het strafrecht wordt in steeds sterkere mate beïnvloed
door besluiten van de Europese Unie en door uitspraken van het Hof van Justitie. Deze regels zijn
supranationeelrechtelijk van aard: het gaat namelijk om regels die een internationale organisatie
oplegt waar de lidstaten bij die organisatie zich aan moeten houden, bijvoorbeeld uitspraken van het
EHRM.

,Samenvatting Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht (M.J. Kronenberg, B. de Wilde)

Hoofdstuk 2 Inleiding materieel strafrecht
§1 Plaats en structuur van strafbepalingen
Het materieel strafrecht bepaalt welk gedrag strafbaar is. Dat wordt in de eerste plaats aangegeven
door een wet. De strafbepaling in de meest volledige vorm bestaat uit een delictsomschrijving, een
kwalificatie-aanduiding en een strafbedreiging:
- De delictsomschrijving geeft aan welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar heeft
willen stellen.
- De kwalificatie-aanduiding maakt duidelijk hoe het gedrag in juridisch opzicht moet worden
benoemd.
- De strafbedreiging bepaalt welk soort straf mag worden opgelegd en wat het maximum
daarbij is.
De delictsomschrijving en de strafbedreiging zijn in veel bijzondere wetten uit elkaar getrokken,
waarbij de delictsomschrijving vaak wordt geformuleerd als een verbod.

§2 De opbouw van het strafbare feit in vier componenten
2.2.1 Het vierlagenmodel
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijke is en aan schuld te wijten is. Hierin liggen vier componenten
van het strafbare feit besloten, die tevens cumulatieve voorwaarden zij waaraan moet zijn voldaan
voordat iemand gestraft kan worden:
- 2.2.2 Menselijke gedraging: de gedraging moet verricht zijn door een mens. Verder moet het
hier gaan om een gedraging, niemand kan vervolgd of gestraft worden voor het hebben van
bepaalde gedachten. Pas wanneer iemand door middel van een gedraging geheel of
gedeeltelijk uitvoering geeft aan dergelijke voornemens, is voldaan aan deze voorwaarde
voor strafbaarheid. Niet alleen actief optreden kan als gedraging aangemerkt worden, maar
ook het nalaten om actief op te treden kan een strafbare gedraging opleveren. De menselijke
gedraging zal uiteindelijk tot uitdrukking komen in de tenlastelegging (processtuk).
- 2.2.3 Delictsomschrijving: gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te vinden
zijn. Als de menselijke gedraging niet beantwoordt aan de bewoordingen van een
delictsomschrijving, is strafbaarheid uitgesloten. In iedere individuele strafzaak zal de rechter
de bewezenverklaarde feitelijke gedraging uit de tenlastelegging juridisch moeten
benoemen, ook wel kwalificatie genoemd (art. 350 Sv). De rechter moet na de vaststelling
dat de verdachte het feit heeft begaan bepalen welke wettelijke delictsomschrijving precies
van toepassing is op het bewezenverklaarde. Als de rechter het bewezen verklaarde niet kan
kwalificeren, zal hij de verdachte moeten ontslaan van alle rechtsgevolgen.
- 2.2.4 Wederrechtelijkheid: in strijd met het recht. Het is onzinnig om mensen te straffen van
wie niet kan worden gezegd dat ze een norm uit het recht hebben geschonden. Als iemand
niet handelt in strijd met het recht, dan dient er ook geen straf te volgen. Er kunnen echter
omstandigheden zijn die het gedrag rechtvaardigen, de gedraging was in dit geval niet
wederrechtelijk. In zo’n geval spreken we van een rechtvaardigingsgrond (arrest Veearts).
- 2.2.5 Verwijtbaarheid (schuld): niemand mag gestraft worden zonder dat hij een bepaalde
mate van schuld heeft. Schuld in deze zin moet dan worden opgevat als verwijtbaarheid.
Daarvan is sprake als men van iemand in redelijkheid kon vergen dat hij zich anders gedroeg
dan hij deed (arrest Melk en Water: AVAS, afwezigheid van alle schuld).
De reden om aan te nemen dat het vervullen van de delictsomschrijving niet verwijtbaar is,
worden schulduitsluitingsgronden genoemd. Schulduitsluitingsgronden nemen de
verwijtbaarheid weg.

,§3 Legaliteit en interpretatie
Art. 1 Sr brengt onder andere tot uitdrukking dat strafbepalingen altijd in het geschreven recht
terug te vinden moeten zijn, dit is het legaliteitsbeginsel. Er bestaan geen gedragingen die hun
strafbaarheid ontlenen aan ongeschreven recht. Niet alleen wetten in formele zin kunnen straf-
bepalingen opleveren, maar ook gemeentelijke bepalingen, de APV.
Omdat zonder een geschreven strafbepaling nooit strafbaarheid kan bestaan, moet de rechter in een
vonnis ook altijd precies aangeven waar in de wet het feit dat de verdachte heeft gepleegd strafbaar
is gesteld (kwalificatie).
Art. 16 GW en art. 1 lid 1 Sr luiden: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan vooraf-
gegane wettelijke strafbepaling. Het gedrag is pas strafbaar als het ten tijde van het begaan van het
feit in de wet strafbaar gesteld is. Men noemt dit het verbod van terugwerkende kracht. Art. 1 lid 1 Sr
heeft tot doel de rechtszekerheid te bewerkstelligen. De rechtszekerheid eist onder andere dat
omschrijvingen van de wettelijke strafbepalingen voldoende helder zijn. Ondanks de eis van
duidelijkheid ontkomt men bij een delictsomschrijving niet aan een zekere vaagheid.
Voor het interpreteren van wetstermen bestaan een aantal methodes. De belangrijkste interpretatie-
methoden zijn:
- Wetshistorische interpretatie: er wordt gekeken naar de totstandkomingsgeschiedenis van
een wetsbepaling, de bedoeling van de wetgever ten tijde van de totstandkoming van de
wet.
- Grammaticale interpretatie: de inhoud van de wet wordt bepaald aan de hand van de
taalkundige betekenis van de woorden in de desbetreffende bepaling. Ook wordt gelet op
het zinsverband.
- (Wets)systematische interpretatie: de wet wordt uitgelegd aan de hand van de systematiek
van de wet.
- Teleologische interpretatie: er wordt gekeken naar het doel en strekking van de wet(gever).
Omdat de wet algemene regels moet geven, is zij noodzakelijkerwijs wat vaag. In individuele zaken
zal een rechter moeten uitmaken of het concrete gedrag van een verdachte onder een delicts-
omschrijving te brengen valt. In moeilijke gevallen zal hij de wet moeten interpreteren.

§4 Bestanddelen en elementen
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en die verwijtbaar is. Wederrechtelijkheid en
verwijtbaarheid worden ook wel de elementen genoemd. De onderdelen van de delictsomschrijving
noemt men de bestanddelen. Bestanddelen vindt men in de wettekst, terwijl elementen de niet in de
wet opgenomen voorwaarden voor strafbaarheid zijn.
Alleen als een persoon voldoet aan alle bestanddelen, wordt de delictsomschrijving vervuld. Het is
belangrijk dat de officier van justitie alle bestanddelen opneemt in de tenlastelegging. Vergeet de
officier van justitie een bestanddeel, dan heeft hij een feit ten laste gelegd dat niet kan worden
gekwalificeerd en zal de verdachte moeten worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Wanneer wel
is voldaan aan alle bestanddelen, wilt dit niet zeggen dat er sprake is van een strafbaar feit. Hiervoor
is immers ook vereist dat ook aan de niet in de wet opgenomen elementen, wederrechtelijkheid en
verwijtbaarheid, is voldaan.

§5 Wederrechtelijkheid als bestanddeel: een moeilijk geval
In een beperkt aantal gevallen is in de delictsomschrijving het woord wederrechtelijk als bestanddeel
opgenomen. Bij alle delicten waarbij wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving voorkomt, is de
wederrechtelijkheid geen element, maar een bestanddeel.
Wederrechtelijkheid is altijd een voorwaarde voor strafbaarheid. Soms staat die wederrechtelijkheid
in de delictsomschrijving. Dan is de wederrechtelijkheid geen element maar een bestanddeel.
Wanneer bij zo’n delict de wederrechtelijkheid, kan men zeggen dat het delict niet is gepleegd. De
bestanddelen zijn dan niet allemaal vervuld. Als in de normale situatie de wederrechtelijkheid

, ontbreekt dan is de delictsomschrijving wel vervuld. Nog steeds is er geen strafbaar feit gepleegd
omdat de wederrechtelijkheid ontbreekt.

§6 Soorten delicten
2.6.1 Misdrijven en overtredingen
Strafbare feiten zijn onder te verdelen in misdrijven en overtredingen. Misdrijven zijn over het
algemeen ernstigere feiten dan overtredingen. Voor het Wetboek van Strafrecht geldt: misdrijven
staan in het tweede boek en overtredingen in het derde boek.
Het onderscheid tussen misdrijven en overtredingen is om een aantal redenen van belang:
- De indeling naar misdrijven en overtredingen bepaalt goeddeels welk soort rechter bevoegd
is om kennis te nemen van een strafzaak (absolute competentie).
- De poging tot overtreding en medeplichtigheid aan een overtreding zijn niet strafbaar,
poging en medeplichtigheid zijn wel strafbaar bij een misdrijf.
- Veel dwangmiddelen mogen slechts worden toegepast in geval van verdenking van een
misdrijf.

2.6.2 Materiële en formele delicten
Het onderscheid tussen formele en materiële delicten heeft betrekking op de manier waarop een
delict in de wet is omschreven. Formele delicten staan in de wet omschreven als een handeling, een
specifiek omschreven activiteit. Het verrichten van deze handeling is strafbaar gesteld. Bij materiële
delicten heeft de wetgever niet een handeling strafbaar gesteld, maar het veroorzaken van een
gevolg. Het is niet van belang welke handeling heeft geleid tot het strafbare gevolg. Materiële
delicten worden ook wel aangeduid als gevolgsdelicten.

2.6.3 Commissie- en ommissiedelicten
In de meeste delicten wordt een doen, een handelen strafbaar gesteld:
- Commissiedelicten: delicten die een actief handelen vereisen.
- Ommissiedelicten: een feit dat niet gepleegd wordt door handelen, maar door nalaten.
- Oneigenlijke ommissiedelicten: hiervan is sprake als het delict in de wet staat geformuleerd
als een commissiedelict, terwijl het wordt gepleegd door een nalaten. Omdat de wettekst in
dit soort gevallen niet vermeldt wie verplicht was om te handelen, zal de rechter in concrete
gevallen moeten uitmaken wie onder omstandigheden tot het handelen verplicht was.

2.6.4 Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten
Bijzondere strafbepalingen zijn delictsomschrijvingen die voortbouwen op andere delicts-
omschrijvingen. De delictsomschrijving in een bijzondere strafbepaling heeft vaak een extra
bestanddeel, deze werkt vaak strafverzwarend. Ten opzichte van het gronddelict is er in dat geval
sprake van een gekwalificeerd delict. Als een extra bestanddeel straf verlichtend werkt dan noemen
we dat een geprivilegieerd delict. Een geprivilegieerd delict kent een lichtere strafbedreiging dan het
gronddelict.

§7 Causaliteit
Causaliteit is de leer van oorzaak gevolg. Causaliteit is onder andere van belang bij de materiële
(gevolgs)delicten: er moet een oorzakelijke verband bestaan tussen de niet in de wet omschreven
gedraging en het in de wet strafbaar gestelde gevolg.
In oudere jurisprudentie en in de literatuur heeft men geprobeerd om aan de hand van verschillende
causaliteitstheorieën oplossingen te geven voor moeilijke gevallen:
- Conditio sine qua non: deze theorie heeft als uitgangspunt dat, indien bij het ontbreken van
een schakel in de reeks der gebeurtenissen het gevolg zou zijn uitgebleven, deze schakel is
kennelijk onmisbaar en derhalve als oorzaak aan te wijzen.
o Tekortkomingen: oorzakelijkheid wordt oeverloos, er komt geen einde aan de
causaliteit.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lunadelange. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73091 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
  Kopen