H4) Metaallegeringen
Structuur van een legering is afhankelijke van samenstelling en temperatuur.
o Voor elke combinatie een thermodynamische evenwichtstoestand FASEDIAGRAM
o Microstructuur vd legering
o Binaire metaallegeringen
Vb: staal en gietijzer (Fe en C), brons (Cu en Sn), messing (Cu en Zn)
- Mengsel:
o Combinatie van twee of meer verschillende componenten
o Soorten:
Heterogeen: samenstellende componenten kunnen onderscheiden worden
Homogeen: samenstellende componenten zijn uniform verdeeld in mengsel
Colloïdaal: tussenvorm afhankelijke van deeltjesgrootte
o Basismateriaal = atoomsoort met hoogste concentratie in legering
o Legeringselement = overige atoom- of molecuulsoorten
- Fase: afhankelijk van samenstelling en temperatuur
o Vaste oplossing
o Zuiver metaal
o Intermetallische binding
- Verschillende fasen hebben verschillende eigenschappen
1)Fasen in een binaire legering
- Systeem AB: componenten A (SC) en B (BCC)
o Metaal B is oplosbaar in metaal A als het de plaats van de A-atomen in het
kristalrooster van A kan innemen substitutionele VO
In VO met elkaar: éénfasig: geen onderscheid te maken
Kristalstructuur VO = kristalstructuur A
Er is een maximale vaste oplosbaarheid van B in A
o Indien oplosbaarheid overschreden wordt: tweede fase:
Ofwel:
Zuiver B-kristal
VO van A in B = rijk aan B met een kleine hoeveelheid A in VO
Chemische verbinding A en B = intermetallische A XBY
Intermetallische krijgt nieuw eigen rooster volgens formule
- Boven smeltT van A en B: alle metalen gesmolten = ‘smelt’ L
o Vloeibaar metalen volledig oplosbaar in elkaar éénfasig
Fase in binaire metaallegering A-B altijd:
- Zuiver metaal A
- Zuiver metaal B
- VO van B in A = alpha
- VO van A in B = beta
- Chemische binding AXBY
- Vloeistof L
Structuur van een legering is afhankelijke van samenstelling en temperatuur.
o Voor elke combinatie een thermodynamische evenwichtstoestand FASEDIAGRAM
o Microstructuur vd legering
o Binaire metaallegeringen
Vb: staal en gietijzer (Fe en C), brons (Cu en Sn), messing (Cu en Zn)
- Mengsel:
o Combinatie van twee of meer verschillende componenten
o Soorten:
Heterogeen: samenstellende componenten kunnen onderscheiden worden
Homogeen: samenstellende componenten zijn uniform verdeeld in mengsel
Colloïdaal: tussenvorm afhankelijke van deeltjesgrootte
o Basismateriaal = atoomsoort met hoogste concentratie in legering
o Legeringselement = overige atoom- of molecuulsoorten
- Fase: afhankelijk van samenstelling en temperatuur
o Vaste oplossing
o Zuiver metaal
o Intermetallische binding
- Verschillende fasen hebben verschillende eigenschappen
1)Fasen in een binaire legering
- Systeem AB: componenten A (SC) en B (BCC)
o Metaal B is oplosbaar in metaal A als het de plaats van de A-atomen in het
kristalrooster van A kan innemen substitutionele VO
In VO met elkaar: éénfasig: geen onderscheid te maken
Kristalstructuur VO = kristalstructuur A
Er is een maximale vaste oplosbaarheid van B in A
o Indien oplosbaarheid overschreden wordt: tweede fase:
Ofwel:
Zuiver B-kristal
VO van A in B = rijk aan B met een kleine hoeveelheid A in VO
Chemische verbinding A en B = intermetallische A XBY
Intermetallische krijgt nieuw eigen rooster volgens formule
- Boven smeltT van A en B: alle metalen gesmolten = ‘smelt’ L
o Vloeibaar metalen volledig oplosbaar in elkaar éénfasig
Fase in binaire metaallegering A-B altijd:
- Zuiver metaal A
- Zuiver metaal B
- VO van B in A = alpha
- VO van A in B = beta
- Chemische binding AXBY
- Vloeistof L