Samenvatting
Samenvatting Economische bedrijfsomgeving m2.2
- Instelling
- Hogeschool Windesheim (HW)
Goede en heldere samenvatting! je krijgt waar voor je geld!
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 12 pagina's
In winkelwagenEnkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
Voor de meeste producten is de gevraagde hoeveelheid van een product omgekeerd evenredig aan de prijs. Wat gebeurt er met de prijs als de hoeveelheid daalt?
Antwoord: De Prijs stijgt. (schaarste)
2.
is de volgende stelling juist? Om de elasticiteit uit te rekenen gebruik je. E= procentueleverandering gevolg gedeelt door procentueleverandering van de oorzaak.
Antwoord: dit is juist. Het gevolg kan of Q of P zijn En oorzaak kan ook Q of P zijn. Kijk goed waar de verandering aan ligt!
3.
Wat wordt er bedoelt met de vraagcurve?
Antwoord: De vraagfunctie is in een grafiek weer te geven, waarbij de hoeveelheid op horizontale as staat en de prijs op de verticale as is weergegeven.
4.
Wat wordt er bedoelt met de term Waardesysteem?
Antwoord: In een bedrijfskolom zitten verschillende bedrijfstakken. een bedrijfstak in een bepaalde bedrijfskolom voegt waarde toe aan het product. Van Graanboer(levert tarwe) meelfabriek ( maakt meel)bakker ( maakt brood) . Dit noemt met waardesysteem.
5.
Een waardesysteem is aan voortdurende veranderingen onderhevig. Wat is een belangrijke trend in de waardesystemen?
Antwoord: een verschuiving van de macht naar bedrijfstakken die het dichts bij de afnemers staan.
6.
wat gebeurt er bij de NACE?
Antwoord: daar worden alle productieve activiteiten van bedrijven en overheid in EU eerst ingedeeld in eenentwintig secties.
7.
Stel de prijselasticiteit ligt tussen -1 en 0 is deze in elastisch of elastisch?
Antwoord: Tussen -1 en 0 is het in-elastisch. Tussen -1 of lager, is het elastisch.
8.
Wanneer spreken we van substitutiegoederen?
Antwoord: Bij een positieve kruiselingse elasticiteit, hierbij zal de vraag naar een goed toenemen als de prijs van een ander goed stijgt.
9.
wat gebeurt er als de kruiselingse elasticiteit stijgt?
Antwoord: Hoe hoger de kruiselingse elasticiteit wordt, des te hoger is d concurrentie op een markt.
10.
Wat gebeurt er bij een negatieve kruiselingse elasticiteit?
Antwoord: dan zal de gevraagde hoeveelheid van een goed dalen als gevolg van een prijsstijging van een ander goed. (zo zal een prijsstijging van benzine een negatief effect hebben op de verkoop van auto's) men spreekt van complementaire goederen.
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper FMPrins. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 88731 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen