In dit document vindt u mijn samenvattende schema's van les 1 t.e.m. les 4 van rechtsvinding (zonder het kleine deel van uitleggingsobject, dit heb ik bij les 5 gezet). Alle grote lijnen staan erin, voor de details moet de powerpoint bekeken worden maar hier staat al heel veel in. Ikzelf heb een vi...
, Deel I: Wat is uitlegging?
Uitlegging
= De activiteit waarbij een brongeheel en een doelgeheel met elkaar in verbinding worden gebracht
= De activiteit waarbij een inhoud (IS) wordt toegeschreven aan een interpretatievoorwerp (ID)
BRONGEHEEL Interpretandum = het te interpreteren voorwerp
DOELGEHEEL Interpretans = uitleg van het interpretandum = wat men eraan toevoegt
Nadruk op de handeling
Dubbele betekenis
van uitlegging
Nadruk op het resultaat
Uitlegging in de enge en ruime zin
Interpretatie in de ruime zin -> Geen beperkingen aan interpretandum en interpretans
= kan eender wat zijn
Interpretatie in de enge zin -> Wel beperkingen aan interpretandum en interpretans
- ID: geheel van taaltekens
- IS: zuiver cognitieve handeling
Juridische uitlegging in de ruime & enge zin
Juridische interpretatie in de enge zin = Exegese -> toegepaste taalkunde
Juridische interpretatie in de ruime zin = Hermeneutiek = activiteit waarbij een uitlegger de inhoud/
betekenis van een rechtsregel in een concreet geval bepaalt
☒ TE
Regelgeoriënteerde Rechtsfeiten
benadering
Doel van uitlegging Uitleggingssubject
-> Doel en methode kunnen verschillen terwijl het Waarom is het belangrijk om te weten wie interpreteert?
voorwerp van de uitlegging hetzelfde is. 1) Dit heeft een invloed op onze standpunten en rollen
- Doel: juridische of historische betekenis bepalen - Problemen en doelstellingen zijn niet statisch
-> Methode: Juridische kritiek of historische kritiek - Wat de meest gepaste interpretatie is, is niet voor
iedereen hetzelfde
2) Niet - juridische factoren die de besluitvorming beïnvloeden
, Twee paradigma’s in rechtsvinding
Overzicht 5 uitgangspunten
Positivistisch Ontologisch Aard van de werkelijkheid
Feitelijke beschrijving
paradigma
Constructivistisch Epistemologisch Verhouding tussen U en ID + inhoud kennen?
paradigma Normatief waardeoordeel
Axiologisch Waarden en morele overwegingen
Methodologisch Beste manier om uit te leggen
Staatskundig Verhouding van de drie staatsmachten
Positivistisch paradigma CONSTRUCTIVISTISCH paradigma
Relativisme = de realiteit is verbonden & gerelateerd aan
Realisme = gelinkt aan wat rëel is en wat
Ontologisch de persoon v/d uitlegger = geconstrueerde realiteit
overeenstemt met de werkelijkheid
-> Recht is een lokale en specifieke intersubjectieve
-> 1 realiteit, 1 werkelijkheid, 1 waarheid constructie = komt tot stand door handelingen die
Formalistisch Descriptief mensen jegens elkaar verrichten.
-> Linguistic Turn = taal bepaald hoe wij naar de
Wat de wetgever De handelingen van werkelijkheid kijken (taal =/= neutraal)
bepaalt wat recht is mensen in de praktijk - Recht kan eender wat zijn -> officials
Objectief Dualistisch Subjectief Monistisch
Uitlegger en ID bestaan ID is onmogelijk los te Kennis is het resultaat van
Epistemologisch Uitlegger en ID bestaan onafhankelijk zonder interactie tussen ID en
elk obectief bekijken van de uitlegger
interactie uitlegger
-> symbool heeft betekenis op zichzelf, los van -> Geen duidelijk antwoord op de raag wat de juridische
de persoon van de uitlegger -> ontdekken waarde van een handeling is -> afhankelijk wat de
•
Formalistisch Descriptief uitlegger als grondslag van recht beschouwt
Hoe kennen we de
inhoud van het recht? Enkel concrete
De handelingen van de
wetgever = zijn gedragingen zijn
uitgevaardigde wetten observeerbaar en
= formele bronnen analyseerbaar
mijn aan
.
Kritiek .
Ander interpretandum
Gevolgen ontologisch en epistemologisch uitgangspunt
Gevolgen ontologisch en epistemologisch uitgangspunt: 1) Bestaan impliceert toepassing = recht is afhankelijk van
- Recht bestaat onafhankelijk van de toepassing de toepassing
- Recht moet je gewoon ontdekken
Linguistic turn Pragmatic Turn
- Initiële formalistische visie: we moeten recht gewoon Hoe we taal gebruiken gaat
De taal bepaalt mee onze wereld
ontdekken dus een theorie over uitlegging is overbodig onze wereld bepalen
2) Betekenis door de toepassing
Descriptieve kritiek: recht bestaat niet onafhankelijk van de - Symbool op zich heeft geen betekenis -> Afhankelijk
toepassing (door concrete toepassing) dus zo een theorie is van de mededeling van de zender (ZB =/= OB)
niet overbodig maar wel onmogelijk. - 2 soorten betekenissen: semantische + pragmatische
- Semantisch is niet altijd duidelijk -> meerduidig + vaag
- 3 gevaren rond semantische betekenis
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DDH. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.