Reader, Analyse Client en omgeving

groep: een groep is een verzameling mensen die regelmatig met elkaar te maken hebben. Er zijn verschillende punten welke zijn dit?

Antwoord: Interactie: de groepsleden gaan regelmatig met elkaar om, zonder tussenkomst van anderen. Identiteit: De groepsleden moeten het gevoel hebben met elkaar een groep te zijn. Doelen: De groepsleden hebben doelen die ze met elkaar willen delen. Afhankelikheid: De groepsleden hebben het gevoel dat ze elkaar nodig hebben voor het bereiken van die doelen

Formele groepen

Antwoord: Formele groepen bestaan uit leden die daarvoor worden aangesteld. Dit zijn vaak organisaties

Informele groepen

Antwoord: Informele groepen komen spontaan tot stand. Mensen zitten eigenlijk altijd in meerdere groepen. Zoals voetbalgroep, familie, school etc

Drie opvattingen over groepen:

Antwoord: - Een groep is niet meer dan de optelsom van de bijdragen van de leden van die groep. - Een groep heeft een eigen identiteit die meer is dan de optelsom van de bijdragen van de leden - Een groep wordt gevormd door interactie tussen de groepsleden.

Reader: WMO en welzijn nieuwe stijl. wat is de definitie van een affectieve burger?

Antwoord: Mantelzorg: participatie van burgers, samenleving zelf geactiveerd wordt om deelname mogelijk te maken. De overheid verleidt en verplicht de burger tot zorgzaamheid

wat is een verzorgingsstaat

Antwoord: een sociaal systeem waarbij de overheid zorgt voor het welzijn van de burgers, of land met zo’n systeem. (NL is een verzorgingsstaat)

Wmo, drie doelgroepen: De Wmo is voor alle burgers, maar richt zich op drie specifieke groepen:

Antwoord: - kwetsbare personen met een ondersteuningsbehoefte (zelfstandig wonend met handicaps, beperkingen of problematiek). - personen met een participatie behoefte (hetzij ten behoeve van de eigen ontwikkeling of ontspanning, hetzij voor anderen – vrijwilligerswerk of vrijwillige zorg) - kwetsbare buurten (waar ook sociale samenhang, veiligheid en leefbaarheid onder druk staan).

9 prestatievelden:

Antwoord: 1. bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid 2. verlenen van preventieve voorzieningen voor problemen met opgroeien en problemen met opvoeden 3. geven van informatie en advies 4. ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers 5. bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of psychosociaal probleem 6. verlenen van voorzieningen voor ouderen, gehandicapten, chronisch psychiatrische patiënten en mensen met psychische of psychologische problemen. 7. bieden van maatschappelijke opvang 8. bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg 9. bevorderen van ambulante verslavingszorg

De acht bakens welzijn nieuwe stijl Deze geven richting aan de kwaliteitsontwikkeling van de welzijnssector binnen de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De bakens zijn zowel voor de gemeenten (opdrachtsgevers) als voor welzijnsorganisaties en hun werkers (opdrachtnemers) relevant. De acht bakens zijn:

Antwoord: 1. gericht op de vraag achter de vraag 2. gebaseerd op de eigen kracht van de burger 3. direct erop af 4. formeel en informeel in optimale verhouding 5. doordachte balans van collectief en individueel 6. integraal werken 7. resultaatgericht 8. gebaseerd op ruimte voor de professional

CIZ= Centrum Indicatiestelling Zorg

Antwoord: De mate van zorg die nodig is, wordt vastgesteld door een onafhankelijk ( objectieve beoordeling volgens vastgestelde standaarden) orgaan, CIZ.

Binnen de AWBZ worden vijf functiegerichte, zorgaanspraken onderscheiden:

Antwoord: - persoonlijke verzorging - verpleging - begeleiding - behandeling - verblijf

Reader: Zorgnetwerken Gemengde zorgnetwerken: netwerken waarin naasten, mantelzorgers, vrijwilligers en professionele hulpverleners met elkaar zorg verlenen. 4 type zorgnetwerken: 1. klein gemengd netwerk:

Antwoord: enkele formele en informele hulpverleners die voornamelijk huishoudelijke hulp verlenen. De oudere heeft een relatief kleine zorgbehoefte, woont vaak alleen en heeft een gemiddeld sociaal netwerk. Vrijwel geen contact tussen hulpverleners. Eigen regie over de zorg.

2. spilzorgnetwerk:

Antwoord: is groter en kenmerkt zich door een mantelzorger (spilzorger) die veel uren zorg verleent en veelal dezelfde taken uitvoert als de formele hulpverleners in het netwerk. Er is veel contact tussen formele en informele hulpverleners. Dit netwerk hoort bij een oudere met grote gezondheidsproblemen en een klein sociaal netwerk, waarbij een oudere samen met de informele hulpverlener de regie over de zorg voert

is groter en kenmerkt zich door een mantelzorger (spilzorger) die veel uren zorg verleent en veelal dezelfde taken uitvoert als de formele hulpverleners in het netwerk. Er is veel contact tussen formele en informele hulpverleners. Dit netwerk hoort bij een oudere met grote gezondheidsproblemen en een klein sociaal netwerk, waarbij een oudere samen met de informele hulpverlener de regie over de zorg voert

Antwoord: netwerk is groot en bestaat uit een mix van formele en informele hulpverleners, waarbij de laatste vooral uitwonende kinderen betreffen. Formele hulpverleners leveren persoonlijke en verpleegkundige zorg, de informele leveren vooral huishoudelijke hulp en begeleiding buitenshuis. Vrij weinig contact tussen hulpverleners. Ouderen hebben een relatief hoge zorgbehoefte en met een groot sociaal netwerk. Meer dan de helt van de ouderen heeft de regie over dit zorgnetwerk.