Morfologie
Hoofdstuk 1: De mondholte cavum oris
2 dentities
Indeling 4 tandgroepen
De tanden en kiezen noemt men gebitselementen.
Gebitselementen:
• Incisieven: snijtanden
• Cuspidaten: hoektanden
• Premolaren: kleine kiezen
• Molaren: grote kiezen
Een half jaar na de geboorte beginnen de eerste melkelementen van het
melkgebit in de mond door te breken. Als het kind ongeveer 2,5 jaar is
het melkgebit compleet. Het melkgebit heeft in totaal 20 melkelementen.
Melkgebit:
• Incisieven : 8
1
, • Cuspidaten: 4
• Premolaren: -
• Molaren: 8
Dit zijn er 20 in totaal.
Tandnummering
Dit zijn er 32 in totaal.
Blijvend gebit:
• Incisieven: 8
• Cuspidaten: 4
• Premolaren: 8
• Molaren: 12
Als het kind ongeveer 6 jaar is, worden de eerste melkelementen
verwisseld door blijvende gebitselementen.
Elementbenoeming met letters en een cijfer
Aan het 2e cijfer kan direct gezien worden wat voor soort gebitselement
het is:
1: centrale ( 1e) incisief (blijvend gebit)
2: laterale (2 ) incisief
e (blijvend gebit)
3: cuspidaat (blijvend gebit)
4: 1 premolaar
e (blijvend gebit)
5: 2 premolaar
e (blijvend gebit)
6: 1e molaar (blijvend gebit)
7: 2 molaar
e (blijvend gebit)
8: 3 molaar
e (blijvend gebit)
De betekenis van het 2e cijfer in het melkgebit is als volgt:
1: centrale (1e) incisief (melkgebit)
2: laterale (2e) incisief (melkgebit)
3: cuspidaat (melkgebit)
2
, 4: 1e melkmolaar (melkgebit)
5: 2e melkmolaar (melkgebit)
• I: incisieven (komt voor als I1 en I2)
• C:cuspidaten (komt voor als C)
• P:premolaren (komt voor als P1 en P2)
• M:molaren (komt voor als M1, M2 en M3)
• S: superior bovenkaak
• I: inferior onderkaak
• S: sinister links
• D: dexter rechts
Voorbeeld blijvend gebit: I2id
Voorbeeld melkgebit: i2ss
2 notatiesystemen:
• Aanduiding met cijfers
• Latijns aanduiding
• Elementnummer :wordt aangegeven op welke plaats in de
tandboog is het element.
• Er zijn 5 melkelementen in een kwadrant bij een melkgebit en 8
bij een blijvend gebit.
• Een melkelement wordt in het Latijns aangegeven met een kleine
.
3
Hoofdstuk 1: De mondholte cavum oris
2 dentities
Indeling 4 tandgroepen
De tanden en kiezen noemt men gebitselementen.
Gebitselementen:
• Incisieven: snijtanden
• Cuspidaten: hoektanden
• Premolaren: kleine kiezen
• Molaren: grote kiezen
Een half jaar na de geboorte beginnen de eerste melkelementen van het
melkgebit in de mond door te breken. Als het kind ongeveer 2,5 jaar is
het melkgebit compleet. Het melkgebit heeft in totaal 20 melkelementen.
Melkgebit:
• Incisieven : 8
1
, • Cuspidaten: 4
• Premolaren: -
• Molaren: 8
Dit zijn er 20 in totaal.
Tandnummering
Dit zijn er 32 in totaal.
Blijvend gebit:
• Incisieven: 8
• Cuspidaten: 4
• Premolaren: 8
• Molaren: 12
Als het kind ongeveer 6 jaar is, worden de eerste melkelementen
verwisseld door blijvende gebitselementen.
Elementbenoeming met letters en een cijfer
Aan het 2e cijfer kan direct gezien worden wat voor soort gebitselement
het is:
1: centrale ( 1e) incisief (blijvend gebit)
2: laterale (2 ) incisief
e (blijvend gebit)
3: cuspidaat (blijvend gebit)
4: 1 premolaar
e (blijvend gebit)
5: 2 premolaar
e (blijvend gebit)
6: 1e molaar (blijvend gebit)
7: 2 molaar
e (blijvend gebit)
8: 3 molaar
e (blijvend gebit)
De betekenis van het 2e cijfer in het melkgebit is als volgt:
1: centrale (1e) incisief (melkgebit)
2: laterale (2e) incisief (melkgebit)
3: cuspidaat (melkgebit)
2
, 4: 1e melkmolaar (melkgebit)
5: 2e melkmolaar (melkgebit)
• I: incisieven (komt voor als I1 en I2)
• C:cuspidaten (komt voor als C)
• P:premolaren (komt voor als P1 en P2)
• M:molaren (komt voor als M1, M2 en M3)
• S: superior bovenkaak
• I: inferior onderkaak
• S: sinister links
• D: dexter rechts
Voorbeeld blijvend gebit: I2id
Voorbeeld melkgebit: i2ss
2 notatiesystemen:
• Aanduiding met cijfers
• Latijns aanduiding
• Elementnummer :wordt aangegeven op welke plaats in de
tandboog is het element.
• Er zijn 5 melkelementen in een kwadrant bij een melkgebit en 8
bij een blijvend gebit.
• Een melkelement wordt in het Latijns aangegeven met een kleine
.
3