100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Burgerlijk Procesrecht hoorcolleges, boek en jurisprudentie €5,48   In winkelwagen

Overig

Burgerlijk Procesrecht hoorcolleges, boek en jurisprudentie

1 beoordeling
 315 keer bekeken  6 aankopen

Voorbeeld 8 van de 36  pagina's

  • 1 januari 2015
  • 36
  • 2014/2015
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (46)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: shirleybroker • 7 jaar geleden

avatar-seller
Cindy93
Burgerlijk Procesrecht
Hoorcolleges, boek en jurisprudentie
Week 1
Bijna alles over dit vak staat in de wet, leer dus niet teveel de theorie maar oefen veel.
Antwoord in jurisprudentie staat vaak vanaf rechtsoverweging 3.1. Hier vindt je de gegeven feiten
en hoe de Hoge Raad erover denkt. Soms staat deze informatie ook aan het begin van de conclusie.

Het burgerlijk procesrecht is het recht dat toegang tot het recht verschaft. Het objectieve recht dat
toegang verschaft tot subjectieve rechten (recht op nakoming, schadevergoeding etc.). Het is vooral
formeel recht, omdat het gaat over de vorm waarin men rechten en plichten kan verwezenlijken. Er
is een zekere dwangmatigheid, omdat de ene persoon de andere kan dwingen tot een procedure en
omdat een rechtsgevolg soms niet buiten de overheidsrechter om te realiseren is (monopoliepositie).

Executierecht: het recht dat zorgt voor gedwongen tenuitvoerlegging (verplichte nakoming).
Bijvoorbeeld de zaak tussen Rusland (Poetin) en Rosnev. Rusland moest na het proces 50 miljard
schadevergoeding betalen aan Rosnev, maar Rusland zei daar doen we niet aan mee. Bij arbitrage
moet je worldwide op basis van een internationaal verdrag zo'n arbitrale beslissing ten uitvoer
leggen. Het gaat hier om het Executieverdrag van New York, waar Rusland partij bij is. Dit betekent
dat je overal in de wereld (behalve in Rusland dan) op alle assets van Rusland beslag kunt leggen.


In Nederland zijn twee hoofdprocedures, namelijk de dagvaardingsprocedure en de
verzoekschriftprocedure. Zij zijn genoemd naar de rechtsingang, de manier hoe je een procedure
inleidt. Er wordt aan gewerkt om deze procedures in elkaar te schuiven. Er is sprake van
rechtspraak in drie instanties.

Wijzen van rechtsingang:
1. Dagvaardingsprocedure
2. Verzoekschriftprocedure
3. Renvooi (verwijzing): door een rechter-commissaris, art. 122 Fw.
4. Eis in reconventie, art. 136
5. Tegenverzoek (zelfstandig verzoek), art. 282 lid 4
6. Incidentele conclusie, zoals art. 218
7. Vrijwillige verschijning in kort geding, art. 255 lid 2
8. Vrijwillige verschijning voor de kantonrechter naar keuze, art. 96
9. Proces-verbaal houdende bezwaren, art. 438 lid 4.
10. Procedure op verlangen, zoals art. 3:270 lid 4 BW (vreemde procedure).

Dagvaardingsprocedure, art. 78:
1. Bedoeld voor geschillen, voor partijen die tegenover elkaar staan (conflictmodel,
contentieuze juridictie).
2. De procedure leidt tot een vonnis bij de rechtbank of tot een arrest bij het hof of de Raad.
3. De dagvaarding wordt door een gerechtsdeurwaarder aan de wederpartij uitgebracht.
4. Deze procedure kent meer formaliteiten dan de verzoekschriftprocedure, het is met meer
procedurele waarborgen omkleed. Levert hierdoor wel minder snel fouten op.
5. Het accent ligt op de schriftelijke in plaats van op de mondelinge vorm (meer dan bij de
verzoekschriftprocedure).
6. Gefragmenteerder (meer wisseling van processtukken).

,Verzoekschriftprocedure:
1. Oorspronkelijk bedoeld voor zaken buiten geschil (voluntaire jurisdictie).
2. De procedure leidt tot een beschikking.
3. Het verzoekschrift wordt door de verzoeker ter griffie ingediend en is aan de rechter gericht.
4. In het algemeen sneller en goedkoper.

Er wordt tegenwoordig steeds vaker gekozen voor de verzoekschriftprocedure. Bijvoorbeeld bij alle
echtscheidingszaken, omdat het via deze procedure minder snel escaleert dan bij het conflictmodel.
De namen van de wederpartij zijn wat onduidelijk, omdat in de oorspronkele procedure niet gedacht
werd aan een wederpartij. Daar had je alleen een verzoeker en een rechter. Toen er later een
wederpartij bij kwam kijken, stonden de namen ervoor niet helemaal vast.

Hoofdinstanties:
1. Eerste aanleg: 11 arrondissementen (namelijk A'dam, Den Haag, Gelderland, Limburg,
Midden-Nederland, Noord-Holland, Noord-Nederland, Oost-Brabant, Overijssel, Rotterdam
en Zeeland-West-Brabant). Rrechtbank incl. vroegere sector kanton.
2. Tweede aanleg (appel): 4 gerechtshoven, namelijk Amsterdam, Den Haag, Den Bosch en
Arnhem-Leeuwarden. Het rechtsgebied van zo'n hof noemt men een ressort. Een gebouw
waar het hof zit wordt het paleis genoemd: 'Het paleis van justitie'. Functies:
1. Controle
2. Voorsluis voor cassatie (bewaking van rechtseenheid, -ontwikkeling en -bescherming).
3. Derde aanleg (cassatie): 1 Hoge Raad. Een gebouw waar de Hoge Raad zit wordt het
gerechtsgebouw genoemd: 'Het gebouw van de Hoge Raad'.

Dagvaardingsprocedure:
1. Eiser – Gedaagde/Verweerder
2. Appellant – Geïntimideerde
3. Eiser in cassatie – Verweerder in cassatie.

Verzoekschriftprocedure:
1. Verzoeker – Gerekwesteerde/Verweerder
2. Appellant – Geïntimideerde of gerekwestreerde/Verweerder in hoger beroep.
3. Verzoeker in cassatie – Gerekwestreerde/Verweerder in cassatie.

De deurwaarder noemt partijen in de aanhef van de dagvaarding veelal requirant en gerequireerde.

Tegenwoordig gaan bijna alle processen schriftelijk. Ieder heeft recht op een mondeling proces,
maar er wordt weinig gebruik van gemaakt.

Functies burgerlijk procesrecht:
1. Rechtsverschaffing
2. Bedreiging (stok achter de deur, zoals boetes)
3. Politionele functie (bescherming tegen eigenrichting)
4. Rechtsontwikkeling (jurisprudentie: open normen uit de wet invullen en verhelderen)
5. Rechtseenheid: gelijke behandeling.

Desiderata (wensen, eisen): vereist wordt een adequate, burgerlijke rechtspleging:
1. Kwaliteit (zorgvuldigheid)
2. Kwantiteit (voldoende aanbod van rechtspraak en rechtshulp)
3. Snelheid
4. Eenvoud
5. Prijsvriendelijkheid.

,Het probleem is dat dit ideale beeld niet kan bestaan. Het wordt per definitie een structureel
compromis, omdat de eisen met elkaar botsen. Bij een sneller proces neemt de kwaliteit of de
prijsvriendelijkheid namelijk hoogstwaarschijnlijk af.

Absolute competentie:
1. Geregeld in de Wet Ro
2. Over de hiërarchische bevoegdheid
Relatieve competentie:
1. Geregeld in het Wetboek van Rv
2. Over de geografische bevoegdheid

Hoofdbeginselen (te herleiden uit art. 6 EVRM en vooral jurisprudentie):
1. Algemeen zorgvuldigheidsbeginsel
2. Ministerieplicht
Dienstverlening; de verplichting van de minister om zijn diensten te verlenen, hij mag geen recht
weigeren. Een advocaat kan toegewezen worden aan een cliënt (dekentoewijzing), als niemand de
cliënt wil hebben. Je mag als aangewezen advocaat of deurwaarder door de Orde van Advocaten, de
cliënt niet weigeren, art 13 en 67 Advocatenwet. Een individuele zaak mag een advocaat wel
weigeren. Collectieve weigering van rechtspraak en rechtshulp is verboden.
3. Hoor en wederhoor
Beginsel van de mondelinge behandeling; oraliteitsbeginsel.
X/Mr. Aerts q.q.; grondslagfantasie.
Kan achterwege blijven bij onvoldoende belang of om geen slapende honden wakker te maken
(zoals bij een conservatoir beslag, het eenzijdig horen met uitsluiting van een partij; beslissing ex
parte).
4. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Een goede advocaat staat er voor zijn cliënt, maar houdt wel wat afstand, hetzelfde geldt voor de
deurwaarder (Gedragsregels voor Advocaten 1992). De rechter moet natuurlijk totaal onpartijdig en
onafhankelijk zijn.
5. Interne toegankelijkheid (eenvoud)
Tendens tot deformalisering; je mag mensen niet het slachtoffer laten worden van vormfouten.
6. Openbaarheid
Hier mag je afstand van doen, maar dit komt weinig voor bij civiele zaken, omdat die vaak niet zo
spannend zijn. Bescherming tegen partijdigheid, willekeur en privacy. In het belang van de
rechtseenheid en rechtsontwikkeling. Publieke controle.
7. Motiveringsbeginsel.
De rechter moet zijn uitspraak behoorlijk motiveren. Publieke controle.
8. Redelijke termijn
Capuano/Italië; eindeloze procedure en Kuta/Polen.
Tip: mocht je de naam van een arrest vergeten, zeg dan 'het voorgeschreven arrest inzake de
eindeloze procedure'.
9. Partij-autonomie (lijdelijkheidsbeginsel)
1. X/Mr. Aerts q.q.; grondslagfantasie.
2. HvJ Van Schijndel en van Veen/PVF; pensioenverplichting voor fysiotherapeuten.
3. HR Heesakkers/Voets; ambtshalve rentegeneuzel.
Het zijn de partijen zelf die in beginsel bepalen of, tegen wie en waarover geprocedeerd wordt. Het
Europees recht maakt het probleem van partij-autonomie nog lastiger.
10. Externe toegankelijkheid
1. Airey/Ierland (1979); Ierse scheiding van tafel en bed.
2. Osei/Varde (2013); EVRM-appel.
Nevenbeginselen:
1. Controle, toezicht en rechtsontwikkeling door middel van cassatie

, 2. Leidelijkheid rechter
3. Onderzoek in twee feitelijke instanties
4. Verplichte procesvertegenwoordiging van partijen: uitgangspunt in Nederland. Geldt niet
voor partijen in de kantonprocedure en geldt niet voor gedaagde en soms ook eiser in eerste
aanleg in kort geding, art. 255.
5. Niet kosteloosheid van de rechtspraak.

Op de beginselen die uit art. 6 EVRM zijn te herleiden is rechtstreeks beroep mogelijk, de
overheidsrechter heeft zich hieraan te houden. Verder staan er in de wet beginselen, vooral vanaf
art. 19 Rv. Art. 24 behelst een verbod van aanvulling van feitelijke gronden, terwijl art. 25 een plicht
behelst tot aanvulling van rechtsgronden.

Procederen moet wel een ultimum remedium blijven. Je kunt ook niet tien grondslagen benoemen
in de hoop dat er dan vast wel eentje zal slagen, je moet je wel beperken. Daarnaast moeten scheve
verhoudingen voorkomen worden bij de wijze van procederen, bijvoorbeeld het verschil rijk/arm.
Tegenwoordig vindt er vaak mediatie (mediation) plaats, dat is gestructureerde bemiddeling door
een derde. Regel 3 van de Gedragsregels voor Advocaten 1992: 'De advocaat dient zich voor ogen
te houden dat regeling in der minne (schikking) vaak de voorkeur verdient boven een proces'.
Hiermee hoeft geen rekening te worden gehouden bij een proefproces, want deze is bedoelt om voor
een grote groep gevallen duidelijkheid te verkrijgen omtrent de inhoud van het recht.

Er bestaat een drieluik van geschiloplossingstechnieken van zwaar naar minder zwaar:
1. Beoordeling door rechter.
2. Bemiddeling (mediation) door een derde.
Momenteel voorwerp van een wetsvoorstel dat erin voorziet dat partijen in civiele zaken
verplicht zouden moeten worden om eerst een bemiddelingspoging te doen voordat ze naar
de rechter mogen. Hierover is een enorm debat gaande, vooral als je uitgaat van
rechtstoegankelijkheid (mediation zou dan een barrière kunnen vormen).
3. Onderhandeling tussen partijen (zonder derde).

Leerstukken:
1. Geen belang, geen actie (niet procederen). Zuiver emotionele belangen vormen volgens de
HR geen voldoende belang, art. 3:303 BW. Niet-ontvankelijkheid zal volgen.
2. Misbruik van procesrecht: het is verboden om eindeloos (door) te procederen.
3. Gezag van gewijsde, art. 236 Rv.
Als een rechter eenmaal beslist heeft over een rechtsbetrekking tussen twee partijen, dan
blijft deze uitspraak bestaan. Beslissingen aangaande de rechtsbetrekking in geschil, hebben
in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht. Subjectieve omvang van het
gvg: uitbreiding van het leerstuk in lid 2. Het gvg kan niet ambtshalve worden toegepast,
partijen moeten er beroep op doen.
1. Positief gvg: eerdere uitspraak noemen waarin is vastgesteld dat ergens sprake van is.
2. Negatief: eerdere uitspraak noemen waarin is vastgesteld dat ergens geen sprake van is.
4. Bevrijdende verjaring, verval en rechtsverwerking.
5. Ne bis in idem: uit het strafrecht. Dit leerstuk wordt in het civiele recht eigenlijk niet
gehonoreerd, omdat we eigenlijk genoeg andere leerstukken hebben waarmee we uit de
voeten kunnen om hetzelfde te bereiken als door het ne bis in idem-leerstuk.

Arbitrage is particuliere rechtspraak.


Lijdelijkheid van de rechter, de rechter mag:
1. Geen feitelijke gronden aanvullen, art. 24 Rv: respect voor de partij-autonomie.

, 2. Geen bewijs opdragen van een feit dat niet voldoende is betwist door de wederpartij, art.
149 lid 1 en 284 lid 1 Rv.
3. Bepaalde rechtsgronden niet aanvullen (wel bij een regel van openbare orde, art. 25 Rv).
4. Niet meer of anders toewijzen dan geëist of verzocht is. Oplossing kan zijn in hoger beroep
gaan of verzoeken tot aanvulling, art. 32.
5. In appel en in cassatie in beginsel slechts die onderdelen van de bestreden uitspraak
onderzoeken, welke een partij gegriefd (d.m.v. een grief aangevallen) heeft. Voor cassatie
geldt art. 419 lid 1 en 429 lid 2, voor hoger beroep geldt de jurisprudentie.

Formele procespartij: degene die (namens de materiële procespartij) de benodigde beslissingen in
de procedure neemt.
Materiële procespartij: degene die jegens de wederpartij in de procedure gebonden en gerechtigd
wordt door de uiteindelijke uitspraak van de rechter.

Subjectieve cumulatie van rechtsvorderingen: wanneer in één en dezelfde civiele procedure acties
van of tegen partijen tegelijk worden ingesteld. Wanneer een persoon:
1. Slechts tezamen met anderen ontvankelijk is in zijn vordering.
2. Eiser slechts ontvankelijk is in zijn vordering als hij meerdere personen voor de rechter
draagt (processueel ondeelbare rechtsvordering).
Objectieve cumulatie: wanneer in één procedure door of tegen dezelfde partijen meer dan één
vordering wordt ingesteld.

Collectiviteitsacties:
1. Uit onrechtmatige daad
2. Uit onverschuldigde betaling
3. Uit overeenkomst
4. Vergoeding van massaschade.
De wet voorziet niet in acties strekkende tot schadevergoeding in geld, o.a. art. 305a lid 3.

Competentievragen (welke rechter is bevoegd?):
1. Staatsrechtelijke competentie: rechter, wetgever of bestuur?
Formele wetten mogen niet getoetst worden aan de grondwet, maar moeten wel aan een
ieder verbindende verdragsbepalingen en EU-verordeningen getoetst worden en eventueel
buiten toepassing verklaard worden, art. 94 GW.
2. Internationaalrechtelijke en privaatrechtelijke competentie (EEX Vo of Brussel I)
Komt aan de Nederlandse rechter internationaal-privaatrechtelijk gezien jurisdictie toe of is een
buitenlandse rechter bevoegd? Hiervoor is telkens beslissend het recht dat geldt ten tijde van het
aanhangig maken van de procedure in eerste aanleg. Volkenrechtelijke immuniteit van jurisdictie
moet tijdig in het proces door belanghebbende worden ingeroepen, want de burgerlijke rechter
beoordeelt deze niet ambtshalve, zie Marokko/De Trappenberg.
3. Sectorcompetentie: burgerlijke-, straf- of bestuursrechter?
4. Arbitrale competentie: overheidsrechter of particuliere rechter?
Over het algemeen is beslissend wat partijen overeengekomen zijn.
5. Absolute competentie: regels zijn van openbare orde. Hiërarchische bevoegdheid, namelijk:
1. Rechtbank: uitgangspunt in eerste aanleg.
2. Gerechtshof: appel tegen vonnissen en beschikkingen binnen zijn resort genomen. Bij
wijze van uitzondering zaken in eerste aanleg.
3. HR: tegen uitspraken van lagere rechters wegens verzuim van vormen of schending van
het recht (afgezien van non-appellabele uitspraken van kantonrechters). Zéér
uitzonderlijk in eerste aanleg.
Afwijking op absolute competentie: prorogatie.
6. Kantoncompetentie:

, 1. Voorzieningenrechter: rechtbankrechters met bijzondere taken;
1. Kortgedingrechter
2. Beslagverlofrechter
3. Exequatorrechter
2. Kantonrechter: bevoegd in dagvaardingzaken;
1. Met een financieel belang van ten hoogste 25.000 euro (waardevorderingen).
Nevenvorderingen dienen hier buiten beschouwing te blijven (zoals renten,
proceskosten en dwangsommen). Afstand van recht en cessie van een deel van de
vordering, verminderen het te verdisconteren belang van de zaak. Wel tellen mee de
verschuldigde en gevorderde rente over de hoofdsom tot de dag der dagvaarding en
de buitengerechtelijke kosten (schade in de zin van art. 6:96 BW).
2. Met betrekking tot bepaalde specialistisch beoefende onderwerpen, zoals arbeids- en
huur(koop)zaken, ook wel aardvorderingen).
7. Relatieve competentie: geografische bevoegdheid.

Nederland heeft sinds 1 januari 2002 een Raad voor de rechtspraak, die met betrekking tot alle
gerichten in Nederland organisatorische en financiële taken heeft en ondersteuning biedt aan hun
activiteiten.

Uitspraak waarbij in eerste aanleg een faillissement wordt uitgesproken, is een vonnis op een
verzoekschrift. Uitspraak waarbij faillissement wordt afgewezen is daarentegen een beschikking.
Uitspraak betekent openbaarmaking van het vonnis (het arrest (HR) of de beschikking).

De griffier woont terechtzittingen en verhoren bij, maakt hiervan aantekeningen en staat de rechter
in diens taken bij, art. 14 lid 3 RO.

Rechtsverhouding tussen advocaat (of deurwaarder) en cliënt:
1. Algemene overeenkomst van opdracht: verrichtingen van zuiver feitelijek aard, 7:400 BW.
2. Lastgeving: als ook rechtshandelingen verricht dienen te worden, 7:414 BW. Advocaat moet
door cliënt gemachtigd worden om bevoegd te zijn tot vertegenwoordiging van zijn cliënt.



Week 2

De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg.
1. Voorfase
Onderhandelen prefereert boven procederen.
Zit je cliënt in de rechtsbijstand dan hoeft hij jou niet te betalen, maar dan kun je als zijn advocaat
een 'toevoeging' aan de overheid vragen. Dit is alsnog een soort salaris, alleen meestal net wat lager
dan je normaal zou kunnen rekenen.
Je kunt een conservatoir beslag leggen om je verhaalsmogelijkheden veilig te stellen.
2. Dagvaarding (eiser)
Je wordt door een deurwaarder gedagvaardigd om te verschijnen bij een bepaalde rechter op een
bepaalde dag, plaats en tijd. Dit gebeurd door middel van een exploot (een officiële
deurwaardersakte) die betekend (uitgebracht) wordt. Met de betekening wordt de procedure
aanhangig. Denk altijd aan het belangrijke beginsel hoor- en wederhoor. Er bestaat geen maximale
termijn voor dagvaarding.
Inhoud, art. 45 en 111:
1. Weergave van mondeling relaas van deurwaarder, vaag opgesteld als een verslag van
de deurwaarder.

, 2. Schriftelijke weergave van dit mondeling relaas. Vormvrij.
3. Substantiëringsplicht ofwel genoemd bewijsaandraagplicht.
Status:
4. Exploot, art. 111 ev. Rv: een gerichte (aan de beoogde gedaagde) rechtshandeling.
5. Dus ook officiële deurwaardersakte
6. Dus ook authentieke akte.
3. Rol en rolbeschikking
Administratie wordt bijgehouden door de rolrechter. De beslissingen die hij neemt noemt men
rolbeschikkingen. Dit zijn geen lastige beslissingen, bijvoorbeeld het geven van uitstel of een datum
beslissen; géén vonnis!
De zaak zou in beginsel pas aanhangig zijn wanneer deze bij de rechter is ingeschreven. Maar
volgens art. 125 lid 1 Rv geldt het aanhangig zijn al vanaf de dagvaarding, zodat partijen makkelijk
in staat zijn om verjarings- en vervaltermijnen te redden. Er wordt expres tegen een lange termijn
gedagvaardigd. Wel vormt de inschrijving het moment waarop de rechter voor het eerst van de zaak
kennis neemt.
Wat nu als er iets mis is met de inschrijving? Bijvoorbeeld te late inschrijving. Een inschrijving
moet vóór de aangezegde rechtsdag (de zittingsdag die in de dagvaarding staat) ingeschreven
worden op de rol.
Post/Van den Hoek (Kartrace) *2005.
Landelijk rolreglement (omdat het voorheen plaatselijk zo verschilde). Wat is de status van dit
landelijk rolreglement? De Nieuwe Woning/Staat (Rolrichtlijn) *1996.
4. Stukken in het geding brengen, bij conclusie (lang) of bij akte (kort).
De termijn hiervoor is niet bij wet bepaald, wel bij rolreglement maar dan niet bindend.
Het gaat bij deze stukken in het geding brengen om het beginsel van hoor en wederhoor. Denkt de
rechter dat de wederpartij niet voldoende op zo'n stuk kan reageren voor de bepaalde zitting? Dan
kan de rechter twee dingen doen:
1. Weigeren het stuk in ontvangst te nemen.
2. Uitstel verlenen voor de wederpartij.
Dipasa Europe/Huyton (Stukkenbombardement) *2002.
5. Conclusie van antwoord, art 128 Rv (verweerder)
Conclusiewisseling eerste ronde: geen conclusie van de eis, maar de dagvaarding en eventueel een
akte. Tijdens deze conclusie is de eis in reconventie in te stellen, art. 137 Rv: dit is een tegeneis.
Concentratie van verweer moeten zijn:
1. Enig exceptief: processueel, zoals bij niet-ontvankelijkheid. De conclusie van
antwoord is de laatste mogelijkheid om met exceptieve verweren aan te komen.
2. Vooral principaal: verweer ten gronde, het gaat over de zaak zelf (inhoud). Mogen na
de conclusie van antwoord slechts worden aangevoerd als er enig principaal verweer
in staat en anders pas weer in hoger beroep.
Als gedaagde kun je drie dingen doen met de stelling van de eiser:
1. Ontkennen
2. Erkennen (o.a. gedekt verweer)
3. Refereren (het eens zijn met) aan het oordeel van de rechter.
4. Stilzwijgende niet-betwisten
Op een ontkenning kun je altijd terugkomen, op een erkenning in principe niet. Als je eerst zegt dat
je inderdaad door rood bent gereden, en je komt hier later op terug, dan spreekt men wel van een
gedekt verweer (een verweer gedekt door een eerdere erkenning). Dit verweer wordt dan gepasseerd
(vervalt), want het komt natuurlijk niet geloofwaardig over.
Bij een referte volg je het oordeel van de rechter. Deze zal dan meestal aannemen dat de eiser gelijk
heeft (of je moet als gedaagde oprecht (nog) niet weten hoe de zaken liggen, bijvoorbeeld door een
black-out). Op een referte en een stilzwijgende niet-betwisting kun je altijd terugkomen. Een blote
erkenning (niet of onvoelde gemotiveerd) zal gepasseerd worden.
6. (Comparitie na antwoord), art. 131 jis. 87-88 Rv: persoonlijke verschijning om

, duidelijkheid te verkrijgen over hoe de zaak het beste kan worden aangepakt. Functies:
1. Schikkingsfunctie, art. 87: om de mogelijkheden van een schikking te onderzoeken;
bij uitvoering zal de zaak worden doorgehaald.
2. Inlichtingenfunctie, art. 88: voor de rechter om nadere inlichtingen te verkrijgen.
Verschillende toepassingen, zoals pleidooi of slechts een vragenuurtje.
3. Instructiefunctie (regiefunctie), SKM 146: de vraag of en waar partijen nog behoefte
aan hebben.
Je hebt geen recht op repliek en dupliek en pleidooi als er een behoorlijke gelegenheid was voor
mondelinge behandeling bij de compartie, art. 132 en 134. Ga dus niet denken 'ach, hier kom ik
straks nog wel op'.
Wordt het niet gedaan, wordt het ook wel de houduwkruitdroogtactiek genoemd welke uit den boze
is, omdat het irritaties opwekt. Zie ook art. 111 lid 3 en 128 lid 5 Rv.
4. Voordelen: rechter wordt nog mondeling voorgelicht, er kan nog een schikking
komen, de regie kan soms afgesteld worden op de partijen etc.
5. Nadelen: als er niets te schikken valt, mag de rechter hier niet teveel druk op zetten.
Indien een partij niet verschijnt te comparitie (art. 88 lid 4), dan kan de rechter hieruit de
gevolgtrekking maken die hij geraden acht. Dit is wel erg globaal, waardoor de HR dit artikel invult
(met een kijk op het beginsel van hoor en wederhoor) in het arrest Janssen/Hobbelen (Tandarts).
7. (Conclusie van repliek, art. 132)
8. (Conclusie van dupliek, art. 132)
9. (Pleidooi, art. 134): invulling raamwerk, overtuigen, soms drie rechters i.p.v. de eerdere éne
rechter, soms laatste schikkingspoging, instructie voor partijen, etc. Heeft er geen comparitie
na antwoord plaatsgevonden, dan kan de rechter het pleidooi niet weigeren (voldoende
mogelijkheid geven tot hoor- en wederhoor).
10. (Akten): akten kunnen altijd worden genomen. Een verkapte conclusie (akten die de lengte
van een conclusie aannemen) kunnen worden geweigerd door de rechter.
11. (Tussenvonnis)
12. (Conclusie na antwoord)
13. Eindvonnis, art. 229 e.v. Rv.
Niet door de rolrechter, maar door een andere rechter. Indeling meestal:
1. Kop
2. Verslag van procesgang
3. Omschrijving geschil en beantwoording feitelijke- en rechtsvragen.
4. Dictum na 'Rechtdoende' of 'De beslissing'.

Alles tussen haakjes is geen regel meer en komt tegenwoordig niet vaak meer voor.
Kennelijke reken-, schrijf- of andere fouten in een vonnis kunnen op verzoek van partijen dan wel
ambtshalve door de rechter worden gerectificeerd. Hiervoor is geen termijn gesteld. Hetzelfde geldt
wanneer de rechter heeft verzuimd te beslissen over een deel van het gevorderde. Bij beide fouten
zal een aanvullend vonnis komen.

Voorlopige voorziening: je krijgt vooraf alvast iets toegewezen.
Conclusie: de gemotiveerde partijvisie op een zaak (in ruime zin) en aan het slot daarvan de slotsom
van de conclusie in ruime zin (bijvoorbeeld 'mitsdien wordt de rechtbank verzocht de verdachte
niet-ontvankelijk te verklaren').
Akte: veel korter dan de conclusie. Bijvoorbeeld een voorstel of een stelling die betwist wordt.
Een akte schrijven mag altijd, een conclusie kan geweigerd worden door de rechter, bijvoorbeeld
omdat hij dat niet nodig vindt.

Het kantongerecht is tegenwoordig als sector opgenomen in de rechtbank. Toch is er nog
afzonderlijke rechtspraak voor de kantongerechten, art. 93 ev. Rv. In kantonzaken is geen verplichte
procesvertegenwoordiging, partijen mogen in persoon verschijnen en hun verhaal doen. Een

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Cindy93. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73314 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,48  6x  verkocht
  • (1)
  Kopen