Samenvatting
Samenvatting literatuur taak 2 stemmingsstoornissen
- Instelling
- Maastricht University (UM)
Samenvatting van 5 pagina's voor het vak GGZ2002 Stemmingsstoornissen aan de UM
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 5 pagina's
In winkelwagenEnkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
Wat zijn biologische determinanten?
Antwoord: Afwijkende concentraties van bepaalde stodden in de hersenen en genetische 'defecten' die tot depressie kunnen leiden (waarbij genetishce defecten de eerste graadsverwant zijn -> 3x zo hoog risico)
2.
Wat zijn psychologische determinanten?
Antwoord: De manier waarop iemand bijv. denkt over zichzelf, anderen en de wereld en de wijze waarop iemand negatieve en positieve waarden toekent aan gebeurtenissen
3.
Wat zijn sociale determinanten van depressie?
Antwoord: Life-events en het hebben van een partner en kinderen
4.
Hoe begon de interesse in de ril van monoamines in depressie?
Antwoord: Toen een bloeddruk verlagend medicament, wat leidt tot de afname van de hoeveelheid monoamines, een depressief syndroom veroorzaakte
5.
Welke type monoamines bestaan er?
Antwoord: 1. Noradrenalina (NA) 2. Serotonine (5ht) 3. Dopamine (DA)
6.
welke verklaringen zijn er voor het verband tussen monoamines en depressie?
Antwoord: - Catecholaminetheorie - permissive hypothese - monoaminehypothese - receptortheorie
7.
Wat houdt de catecholaminetheorie in?
Antwoord: Volgens deze theorie zou depressie geassocieerd zijn met een functioneel tekort aan noradrenaline (NA). Om de exacte concentratie van NA vast te stellen is men aangewezen op de bepaling van de hoeveelheid afbraakproducten van NA. Eén van de belangrijkste afbraakproducten van NA is MPHG. Deze metaböliet wordt aangetroffen in het cerebrospinale vocht, de urine en het plasma.
8.
Hoe stelt men de exacte concentratie van NA vast?
Antwoord: Door een bepaling van het afbraakproduct van NA, MPHG. Deze metaboliet wordt aangetroffen in het cerebrospinale coht, de urine en het plasma.
9.
Wat houdt de permissive hypothese in?
Antwoord: De permissive hypothese van Arthur Prange uit 1974 heeft de hypothese dat de aard en de intensiteit van de stoornis bepaald worden door veranderingen in de catecholaminetransmissie (waaronder NA en dopamine vallen en het met name gaat om NA) tezamen met een 5HT-tekort. Met andere woorden: bij een bestaand 5HT tekort zou een afgenomen catecholamineactiviteit tot depressie leiden.
10.
Hoe kan de rol van 5HT bestudeert worden?
Antwoord: Door de concentratie van et afbraakproduct 5hlAA (5-hydroxyindoleacetic acid) te bepalen.
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudentGW. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 93608 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen