Samenvatting voor de verandering, Joep Brinkman

wat is agogiek?

Antwoord: de leer van het doen veranderen van mensen

wat is agein?

Antwoord: het leiden en voeren

wat is verandering?

Antwoord: het anders maken, de wijze waarop men mensen kan helpen, begeleiden of beïnvloeden bij hun verandering. Dit kan door professionele beïnvloeding, er moet een verschil tussen oude en nieuwe situatie zijn, het kan een bewust en onbewust proces zijn, en men moet door de verandering het beter krijgen.

wat is het eigenlijke beïnvloeden van kinderen?

Antwoord: pedagogie

wat is het eigenlijke beïnvloeden van volwassenen?

Antwoord: andragogie

wat zijn de bronnen van veranderingen?

Antwoord: eigen ontwikkeling, ideale, innerlijke drang, behoefte aan groei, onvrede, informatie in strijd met het gedrag, geheel nieuwe informatie, verwachtingen van anderen, belangen, bedreiging van buitenaf, wijzigingen in omstandigheden, indrukwekkende ervaringen.

wat is motivatie?

Antwoord: de drang om iets te veranderen

wat is motion?

Antwoord: beweging

wanneer is motivatie groter?

Antwoord: als er minder bedreiging is, er meer goeds mee te bereiken is of naars mee te voorkomen, er meer ondersteuning uit de omgeving is, er meer effect waarneembaar is.

wat is weerstand?

Antwoord: weerstand treed op bij verandering, omdat mensen dit als een bedreiging van de eigen identiteit zien. die voelt onveilig

wat is veldtheorie?

Antwoord: dit is de theorie van Lewin, hierin wordt het psychologisch veld van veranderings - en weerstandskrachten worden onderscheiden.

wat zijn consistentie theorieën?

Antwoord: verandering als poging tot herstel in disbalans tussen: componenten van attitude (gedrag, gevoel, verstand), attitude onderling en beslissing/ gedrag en informatie (cognitieve dissonantie)

wat is innovatie theorie?

Antwoord: vernieuwing kan slagen als deze een relatief voordeel bied, compatibel eenvoudig is, uitgeprobeerd kan worden en als er een gunstig effect waarneembaar is.

waarbij is theorie van gepland gedrag- gedragsverandering mogelijk?

Antwoord: onderschrijven betreffende waarden, geloof in gedragseffectiviteit, geloof in persoonlijke effectiviteit, gunstige (perceptie van) sociale norm

wat is humanistische psychologie?

Antwoord: mensen hebben zelf veranderingskracht in hoe de richting verandering niet van buitenaf sturen wel hulp door veiligheid, aandacht en reflectie. (non-directieve houding van een agoog).

wat zijn de fases van het agogisch proces

Antwoord: - contact en contract - motivatie - analyse en de uitgangsituatie - doelen stellen - strategie bepaling - uitvoering - consolidatie - evaluatie

wat is fase 1 contact en contract?

Antwoord: contact: kan meer persoonlijk of afstandelijk zijn bijv. inlezen van een dossier of individueel gesprek met persoon. contract: samenwerkingsverband opstellen met afspraken erin

wat is fase 2 motivatie?

Antwoord: cliënt wordt zich bewust van wens om te veranderen, ziet dat verandering mogelijk is en realiseert zich dat hij het zelf moet doen.

wat is fase 3 analyse van de uitgangsituatie?

Antwoord: analyse van de beginsituatie en een analyse maken waar wil je naar toe werken

wat is fase 4 doelen stellen?

Antwoord: gerichte doelen formuleren specifiek gericht op de wensen van de cliënt met betrekking tot verbetering in de toekomst. deze doelen zijn smart

wat is een groep?

Antwoord: twee of meer mensen die met regelmaat bij elkaar zijn en elkaar kennen

waarom is een groep agogisch interessant?

Antwoord: omdat dan de interactie zichtbaar is

wat zijn de overwegingen om interventies groepsgewijs te laten verlopen?

Antwoord: het versterken van elkaars persoonlijkheid, het accepteren van verandering, het is efficiënter.

wat zijn de aspecten van groep functioneren ( groepsdynamica)?

Antwoord: socialisatie, groepseffectiviteit

welke groepsidentiteiten zijn er?

Antwoord: - openheid - samenwerking - veiligheid - taakgericht - directheid in de communicatie - normen en waarden

Wat doet een professionele hulpverlener?

Antwoord: - werkt methodisch - kan verschillende methoden hanteren - weet op het juiste moment, de juiste methode, voor de juiste cliënt in te zetten

Hoe was de hulpverlening vroeger?

Antwoord: - stonden de kwaliteiten centraal - hulpverlening was op waarden gebaseerd

Wat is er veranderd in de hulpverlening?

Antwoord: - Cliënt was eerst een object, nu een subject - hulpverlening wist wat goed was, nu meer wat wil de cliënt zelf? - Cliëntgerichtheid is het belangrijkste geworden - Gebruikte methoden moeten bewezen effectief (Evidence Based) zijn

Wat is Evidence Based?

Antwoord: Gebruikte moeten bewezen effectief zijn

Waar bestaat Evidence Based Practice uit?

Antwoord: - Wetenschappelijke kennis - Ervaringskennis cliënten - Praktijkkennis hulpverleners